Op deze heel bijzondere LAWO cd staan Poulencs Concerto in re klein voor twee piano’s en orkest, het Concerto in sol klein voor orgel, strijkers en pauken, en het Pianoconcerto. Uniek!
Francis Poulenc (1899-1963) componeerde vijf concertante werken, het Concert champêtre, voor klavecimbel en orkest (1928), “Aubade”, een “Choreografisch gedicht” voor piano en 18 instrumenten (1929), een Concerto in re klein, voor 2 piano’s en orkest (1932), een Concerto voor orgel, strijkers en pauken (1938), en zijn Concerto pour piano et orchestre (1949). Het bijzonder lyrisch en gedreven Pianoconcerto in cis klein was het laatste van zijn vijf concerti.
Het concerto werd in 1949 in opdracht van het Boston Symphony Orchestra (BSO) gecomponeerd om de relaties tussen Parijs en de Verenigde Staten, na de Tweede Wereldoorlog te herstellen. Het werd in januari 1950 in première gespeeld door het BSO met Charles Munch (foto) als dirigent en de componist aan de piano. In zijn Concerto verwees Poulenc naar verschillende thema’s van Rachmaninov, kondigde hij reeds de ingetogenheid aan van zijn opera “Dialogues de Carmélites”, en verwerkte hij het oud volksliedje, “A la claire fontaine”, dat hetzelfde begint als en bijgevolg werd aangezien voor, Stephen Foster’s beroemd “Swanee River”, naast verschillende, Braziliaanse Maxixe-ritmen.
Het Concerto voor orgel, strijkers en pauken uit 1934, was een opdracht van Poulencs mecenas, Winnaretta Singer, Princesse Edmond de Polignac (foto’s). Zij wilde een stuk voor orgel en kamerorkest met een eenvoudige orgelpartij, zodat zij het misschien zelf kon spelen. Het werk dat Poulenc aanvankelijk in gedachte had was echter groots en ambitieus, en daarom ging hij verder niet in op de opdracht. Het overlijden van zijn collega en vriend Pierre-Octave Ferroud in de lente van 1936, deed hem op bedevaart gaan naar de Zwarte Madonna van Rocamadour. Daar hervond hij het christelijk geloof, wat duidelijk hoorbaar werd in de gevoelige, religieuze werken (o.a. “Litanies à la Vierge Noire” een Mis en “Quatre Motets pour un temps de pénitence”), die hij meteen daarna componeerde, ook in het toen net nog niet voltooid orgelconcert. Het sereen orgelconcerto van Poulenc toonde de introspectieve zijde van de componist en bood tegelijk flitsen van zijn stilistische speelsheid.
Poulenc verdiepte zich in de grote barokke orgelwerken van Johann Sebastian Bach en Dieterich Buxtehude en voor de registratie liet hij zich adviseren door Maurice Duruflé. Deze was ook de organist tijdens de privé première in december 1938, gedirigeerd door Nadia Boulanger in het salon van Winnaretta Singer. Het orgel in de salon van Singer was van de hand van orgelbouwer Cavaillé-Coll, die naast kerkorgels ook orgels voor kleinere zalen bouwde. De eerste openbare uitvoering was in juni 1939 in de Salle Gaveau in Parijs. Dirigent was Roger Désormière en Maurice Duruflé was de organist.
Winnaretta Singer hield een salon in haar Contarini-Polignac-paleis in Venetië (foto), waar ze Gabriel Fauré uitnodigde. Ze moedigde de meeste musici van haar tijd aan, Nadia Boulanger, Emmanuel Chabrier, Jean Françaix, Reynaldo Hahn, Darius Milhaud, Maurice Ravel, Henri Sauguet, Germaine Tailleferre, Jean Wiener, Isaac Albéniz, Igor Markevitch, Kurt Weill, Ethel Smyth en Karol Szymanowski. Ook de pianisten Ricardo Viñes, Blanche Selva, Clara Haskil, Lili Kraus, Arthur Rubinstein en de danseres Isadora Duncan profiteerden van haar steun. Ze gaf ook veel opdrachten aan beroemde componisten. Zo hebben we aan haar de creatie van o.a. Socrate van Satie, Renard van Stravinsky, Retablo de Maese Pedro van Manuel de Falla en het Concerto voor twee piano’s en Concerto voor orgel, strijkers en pauken van Poulenc aan haar te danken. Ravel droeg zijn beroemde “Pavane pour une infante défunte” op aan haar. Ze bezocht het literair salon van Geneviève Halévy, de weduwe van Georges Bizet, en ontmoette er prins Auguste d’Arenberg, Lucien Guitry, de schilder Antonio de La Gandara, de romanschrijver Paul Bourget en Edgar Degas. Haar eigen Parijse salon (foto) was dé verzamelplaats voor de muzikale avant-garde.
Bij Poulencs Dubbelconcerto denken we meteen aan de pianist, Jacques Février die het werk met Poulenc in première speelde. Daarna denken we meteen ook aan Gabriel Tacchino (° 1934), de leerling van Jacques Février. Naast de pianoconcerti van Mozart, Liszt en Ravel, was de Partita van Igor Markevitch (1912-1983) voor piano en kamerorkest uit 1931, Poulencs belangrijkste inspiratiebron. Poulenc schreef in een brief aan Markevitch, ‘Wil je weten wat ik op mijn piano had tijdens de twee maanden dat ik het concerto schreef? De concerti van Mozart, die van Liszt, die van Ravel en je Partita.”
De première vond plaats op 5 september 1932 op het Festival Internazionale di Musica Contemporanea della Biennale di Venezia. Poulenc en zijn jeugdvriend Jacques Février waren de solisten en het La Scala Orchestra, stond onder leiding van de Belgische (Gentse!) dirigent, Désiré Defauw (foto), later de dirigent van het Chicago Symphony Orchestra). Poulenc was blij met de lovende kritieken die zijn werk ontving en voerde het concerto in 1945 in Engeland uit met Benjamin Britten (foto).
Het terugkerend moto perpetuo van het concerto is duidelijk geïnspireerd door Poulencs contact met een Balinese gamelan op de Exposition Coloniale de Paris in 1931. Bovendien doen de instrumentatie en ‘jazzy’ effecten van het werk denken aan Ravels Concerto in sol, dat in januari 1932 in Parijs in première ging. Het is onvermijdelijk dat er vergelijkingen worden gemaakt met Mozarts Concerto in Es voor twee piano’s, K. 365, maar de gracieuze, klassiek eenvoudige melodie en de zachte, regelmatige begeleiding van het Larghetto, doen denken aan de langzame beweging van Mozarts Pianoconcerto in C, K. 467. De componist gaf toe dat hij het openingsthema in de stijl van Mozart had gecomponeerd, omdat zo zei hij, “ik een verering heb voor zijn melodielijn en omdat ik Mozart verkies boven alle andere componisten.” Wie, niet?
Poulenc Concertos Christian Ihle Hadland (piano), Håvard Gimse (piano), Kåre Nordstoga, organ Norwegian Radio Orchestra Thomas Søndergård, conductor Peter Szilvay, conductor cd LAWO LWC1173