Deze dubbel cd, “Grappelli with Strings” en “Grappelli & Friends” met in totaal 37 titels, waaronder 23 niet eerder uitgebrachte, opgenomen in 1973 Parijs en in 1980 Nice, viert de vriendschap van de legendarische jazz violist met de gitarist, Sacha Distel en met de pianist, componist, arrangeur en dirigent, Gérard Gustin (1930-1994).
Stéphane Grappelli werd in 1908 geboren in Parijs als de zoon van Ernesto, een Italiaanse vader, een markgraaf en leraar filosofie, geboren in Alatri in de Italiaanse provincie Frosinone (regio Latium), en een Franse moeder, Anna-Émilie Hanocque uit Saint-Omer. Hij verloor zijn moeder op vierjarige leeftijd en speelde reeds twee jaar later in de dansschool van Isadora Duncan, en rond de leeftijd van twaalf speelde hij viool op straat om wat geld te verdienen… Hij begon zijn prille, professionele carrière in 1923 als 15-jarige violist en pianist in de bioscoop, “Théâtre Gaumont” als begeleider van stille films. In zijn pauze ging hij naar de nabij gelegen brasserie, “Le Boudon”, waar hij door een Amerikaanse proto-jukebox, voor de eerste keer jazz hoorde…
Grappelli ging naast de befaamde jazz violist, Giuseppe “Joe” Venuti, deel uitmaken van het orkest van het hôtel Ambassadeur o.l.v. Paul Whiteman, en in 1931 en 1932, speelde Stéphane Grappelli naast Django Reinhardt (foto) en tenor saxofonist, Alix Combelle, in het cluborkest “La Croix du Sud”, geleid door André Ekyan. Hij opende in 1936 zijn beroemde dancing-bar, annex restaurant, “Swing Time”, waar de Hot Club de France, de “Swing Time tea parties” organiseerde. In 1934 creëerde de beroemde contrabassist Louis Vola, bassist van o.a. Ray Ventura, Duke Ellington en Charles Trenet, het “Quintette du Hot Club de France” met Roger Chaput, (gitaar), Stéphane Grapelli en de broers Django (foto) en Joseph Reinhardt.
Dit Quintette zal weliswaar altijd een intermitterend bestaan hebben, ondanks verschillende tournees en talrijke opnames. Tegelijkertijd, speelde Stéphane in de jaren 1920 en 1930, samen met de beste muzikanten van het moment, en speelde in verschillende orkesten, trouwens toen vaker op piano dan op viool, o.a. in het orkest van Krikor Kelekian (Grégor), bekend als “Grégor et ses Grégoriens”, één van de beste orkesten van het moment, dat zelfs toerde en een opname maakte met Carlos Gardel, “De koning van de Tango”. Grapelli vond zijn vriend in de grote, op 36-jarige leeftijd aan tuberculose overleden, jazz violist Michel Warlop (“Michou”), violist in het orkest van Raymond Legrand (1908-1974) (de vader van Michel Legrand en een gewezen leerling van Gabriel Fauré!), maar ook in Sylvio Schmidt, eveneens een getalenteerde violist, en de eveneens jong overleden, Stéphane Mougin, één van de beste jazzpianisten van toen. Vergeten we daarbij niet dat de grote bloeiperiode van de jazz viool tussen 1927 en 1944 was.
Toen de oorlog uitbrak, was Grapelli met het “Quintette du Hot Club de France” op tournee in Engeland. Toen de sirenes loeiden, raakte Django in paniek en keerde onmiddellijk terug naar Frankrijk. Stéphane bleef ziek achter in Londen en werd in Parijs vervangen door de klarinettist en jazzsaxofonist Hubert Rostaing, de toekomstige leider van het orkest van de Moulin Rouge in Parijs en begeleider van Yves Montand. Grappelli bracht de oorlogsjaren door in Engeland, in het bijzonder in het gezelschap van de blind geboren pianist, George Shearing (foto). In het Kwintet van Shearing speelde later Toots Tielemans (foto), gitaar.
Na zijn samenwerking met de Sinti zigeuner, Django Reinhardt, die het leven schonk aan wat nu “gypsy swing”, “jazz manouche” of “swing manouche” wordt genoemd, maar die in 1953 op 43-jarige leeftijd overleed aan een hersenbloeding, nam Stéphane Grapelli meer dan honderd platen op met de grootste jazz muzikanten van toen, o.a. Oscar Peterson, Jean-Luc Ponty, Philip Catherine, Michel Petrucciani, het Rosenberg Trio, Paul Simon, David Grisman, een bekend mandolinespeler in de bluegrass/newgrass scene, en Yehudi Menuhin (foto), om het maar niet te hebben over van zijn samenwerking met de toenmalige grote namen van de wereldmuziek, zoals met de Indiase violist, Pandit Lakshminarayana Subramaniam (foto).
Grapelli was ook de componist en uitvoerder van soundtracks van de film “Les Valseuses” van Bertrand Blier, uitgebracht in 1974, en van “Milou en mai”, een film uit 1989 van Louis Malle. Na sinds het begin van de jaren ‘70, gespeeld te hebben in kwartet of trio verband met gitaar (Diz Disley, Isaac Ike, Martin Taylor, Louis Stewart) en contrabas (Patrice Caratini, Jack Sewing), eindigde Stéphane Grappelli zijn grandioze carrière in een magnifiek trio met Marc Fosset op gitaar en Jean-Philippe Viret op contrabas. Grapelli overleed in Parijs op 1 december 1997 en ligt begraven op Père-Lachaise.
Een eerste volledig nieuw album, geproduceerd door Sacha Distel in 1970, laat Stéphane op de 1ste cd horen met strijkers, een setting die perfect past bij deze gentleman van de viool. Sacha Distel kwam na de Tweede Wereldoorlog in contact met bebop en met de Parijse variant van de cool jazz, door de jazzgitaar van o.a. Django Reinhardt en Ray Ventura, overigens een oom van hem. Een tijdlang speelde hij als begeleider van Juliette Greco. In 1956, was de toen 23-jarige Sacha-Alexandre Distel, van Russische oorsprong, één van de beste jazz gitaristen van Frankrijk.
Drie jaar later zong hij de Franse versie van het nummer “Apples, Peaches and Cherries”, van Peggy Lee. Hij was toen het lief van Brigitte Bardot, “Apples, Peaches and Cherries” werd “Pommes?… (pommes), “Poires?… (poires)”, “shoo-bee-doo-be-doo werd”, Scoubidoubi-ou Ah Scoubidoubi-ou”, en zijn zangcarrière kon beginnen. Zijn hit, “Scoubidoubidou” was overigens afgeleid van het Engelse scat zingen, “shoo-bee-doo-be-doo”. De beroemde armbandjes en sleutelhangers van gekleurde, geknoopte plastic touwtjes, kregen in de jaren ’60, de naam van dit chanson. Hij huwde in 1963 met de ski-kampioene, Francine Bréaud, bij wie hij twee zonen had. Twee jaar eerder had de Turks-Mexicaanse zanger en acteur, Dario Moreno, een monster hit met “Brigitte Bardot Bardot, Brigitte béjo béjo, De toutes les belles pinguinettes, C’est bien toi la plus chouette”.
Sacha Distel speelde weliswaar als jazz gitarist samen met Stéphane Grappelli, de trompettist, Roger Guérin, de pianist van de Parijse clubs, ‘Blue Note’ en ‘Chat-qui-pêche’, Maurice Vander, de klarinettist en saxofonist, Michel Portal, en vele anderen. Hij begeleide o.a. Juliette Gréco en Sarah Vaughan. Ontdek zijn opnamen met … Lionel Hampton! Niet uitstellen. Sacha Distel overleed op 22 juli 2004 in het zonovergoten Rayol-Canadel-sur-Mer (golfe de Saint-Tropez) aan de Côte d’Azur. “Il y a le ciel, le soleil et la mer…”
De twee sessies met Kwartet op de tweede cd, “Grapelli & friends”, presenteren een ander aspect van de tien jaar durende samenwerking tussen Gérard Gustin (foto) en Stéphane Grappelli. U hoort als leden van het Kwartet, naast Grappelli, Gérard Gustin, piano, Jack Sewing op contrabas en Armand Cavallaro, drums. Als bonus een nieuwe, ongekende sessie uit 1961 in Kwintet, met de gitaristen, Pierre Cullaz en Léo Petit, de bassist, Guy Pedersen en de drummer, Daniel Humair. Ze spelen “Alabamy Bound” (Ray Henderson), “Makin’ Whoopee” (Gus Kahn), “All the Things You Are” (Rogers & Hammerstein), “Out of Nowhere” (Johny Green) en “Just One of Those Things” (Cole Porter) (Take 1 en Take 2). Max Robin tekende voor de tekst in het bijbehorend boekje, de supervisie en de productie, en de Mastering was in handen van de componist, multi-instrumentalist en tooningenieur, Jean-Pierre Bouquet van “L’Autre Studio”. Niet te missen!
Stéphane Grappelli With Strings Conducted & arranged by Gérard Gustin 2 cd label Ouest AD6104C