De Pianosonate (nr. 16) in la klein D.845 (op.42) werd gecomponeerd in mei 1825 en kreeg als titel “Première Grande Sonata”. De pianosonate in D, D.850, (op. 53), bekend als de “Gasteiner”, werd in augustus 1825 gecomponeerd terwijl de componist in het paradijselijk kuuroord, Bad Gastein in het Gasteinertal verbleef.
De Sonate D.845 was de eerste van slechts drie sonates die tijdens het leven van de componist zijn gepubliceerd, de andere waren D.850 en D.894. De beide hier opgenomen sonates werden gecomponeerd in een periode van relatief goede gezondheid van Schubert. Ze worden geprezen om hun kwaliteit en ambitie, en met name de sonate D.845 betekende door zijn verschillende, karakteristieke stilistische elementen, een belangrijke stap in de richting van de volwassen pianosonatestijl van de componist. Een jaar later werd deze sonate als tweede van zijn pianosonates gepubliceerd.
Hoewel ze allebei in 1825, in een paar maanden na elkaar zijn gecomponeerd, zijn het stilistisch twee tegengestelde sonates. De eerste D.845, in la klein, wordt gedomineerd door rusteloosheid, heftigheid en krachtige ritmes. En toch, in sommige variaties van de langzame beweging, bevinden we ons in het hart van een Weens Biedermeyer salon met dartele dansparen. In de zomer van 1825 verliet Schubert o.a. met zijn vriend, de zanger Michael Vogl (1768-1840), Wenen voor een verblijf in Salzburgerland. De landschappen met het hooggebergte, bergweiden, meren en diepe valleien, inspireerden hem tot zijn Sonate D.850, in D.
Deze Sonate straalde zijn vreugde en fysieke en zintuiglijke jubel in de natuur uit. In de vier bewegingen verklankte hij de kuddes, de volksliederen en dansen van de dorpen die ze bezochten, het gejodel en hun aankomst aan de voet van de top van de imposante Untersberg (foto). Tijdens deze reis zou Schubert ook zijn verloren gegane “Gmunden-Gasteiner Sinfonie“ gecomponeerd hebben. De beide Sonates worden op de cd gescheiden door de wals nr. 8 uit Schuberts bundel van 12 Walsen D. 969 uit 1827, en door de walsen nrs. 35 en 36 uit “36 Originaltänze” D. 365 uit 1822. De akoestische kwaliteit van de grote zaal van het “Arsenal-Metz en Scènes” waar de cd werd opgenomen, droeg bij tot deze heel professionele, uitermate verfijnde en geïnspireerde uitvoering op een Steinway vleugelpiano. Choix de France musique. Niet te missen.
Geboren in Besançon in 1962, studeerde Philippe Cassard bij Dominique Merlet en Geneviève Joy-Dutilleux aan het Conservatorium van Parijs, en daarna twee jaar aan de Hochschule für Musik in Wenen, bij Hans Graf en Erik Werba. Daarna studeerde hij nog bij Nikita Magaloff. Als finalist van de Clara Haskil-wedstrijd in 1985 won hij drie jaar later de eerste prijs op de Dublin-wedstrijd. In 1985 maakte hij ook zijn debuut in Parijs met de mezzosopraan, Christa Ludwig. Zijn carrière ontwikkelde zich snel. Vanaf 1993 speelde hij bv. in het openbaar en op één dag, de complete muziek van Debussy, die hij het jaar daarop opnam. Gepassioneerd door begeleiding (o.a. met Natalie Dessay) en kamermuziek, en als oprichter en artistiek leider van festivals, is Philippe Cassard ook een vaste stem op France Musique. Hij is ook de auteur van een boek over Franz Schubert, (Actes Sud, 2008) en van een boek over Debussy (Actes Sud, 2018). Ontdek ook zijn andere, sublieme Schubert cd, samen met Cédric Pescia (piano), op het label, La Dolce Volta (foto).
Schubert Sonates pour piano D. 845 & D.850 Philippe Cassard cd La Dolce Volta LDV 72