Ewald Demeyere heeft al twee solo-cd’s opgenomen voor Challenge (CC 72528 en CC 72617). Deze keer koos hij vier sets variaties gecomponeerd tussen 1777 en 1782 door C.P.E. Bach en Mozart. Om het nog boeiender te maken, koos Demeyere ervoor om deze werken op een klavecimbel te spelen.
“Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) en Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), vertelt Demeyere, “zijn geen componisten wiens werken regelmatig worden opgenomen in hetzelfde concert- of opnameprogramma. Een reden hiervoor is waarschijnlijk van stilistische aard. Zoon Bach schreef in de empfindsame Stil en in de Sturm und Drang stijl, terwijl Mozart een taal gebruikte die tegenwoordig als klassiek wordt omschreven.” “Maar voor mij”, zo vertelt hij verder, “is het juist dit stilistisch verschil tussen de twee componisten, wier vier werken op dit album tussen 1777 en 1782 zijn geschreven, dat zo’n muzikale ontmoeting zo boeiend maakt. Een andere reden waarom composities van Bach en Mozart niet vaak samen worden geprogrammeerd, lijkt te maken te hebben met de instrumentkeuze. Tegenwoordig, in de context van historisch geïnformeerde uitvoeringen, wordt Bachs solo klavierrepertoire voornamelijk gespeeld op het clavichord en dat van Mozart op pianoforte. Beiden speelden echter ook vaak klavecimbel, een feit dat ik zo interessant vond om precies dat toetsinstrument voor deze opname te kiezen in werken waarvan ik denk dat ze op dat instrument net zo overtuigend zijn als op hun respectieve referentie-instrument.”
Klavecinist Ewald Demeyere is van mening dat het overbrengen van de emotionele inhoud van een compositie de belangrijkste taak van een musicus is. Omdat elke periode echter zijn specifieke kenmerken heeft, heeft hij de bedoeling om emotie te combineren met historische klaviertechniek en uitvoeringspraktijken op een manier die een boeiende interpretatie mogelijk maakt. Demeyere’s onderzoek, dat onder meer resulteerde in een doctoraat en de publicatie van een boek “Johann Sebastian Bachs Art of Fuga – Performance Practice Based on German Eighteenth-Century Theory” (Leuven University Press – 2013) (foto), is nooit een doel op zich, maar moet altijd de welsprekendheid van de muzikale uitvoering dienen.
Demeyere heeft deelgenomen aan meer dan 100 cd-opnamen, waarvan vele met kamer- en solorepertoire. Hij werkt nl. als kamermuziekspeler samen met o.a. Barthold Kuijken en Vinciane Baudhuin (Duo Capricornus). Hij was jurylid voor de Paola Bernardi International Harpsichord Competition in 2013 in Bologna. In 2018 won hij de CPEB: CW Counterpoint Contest, met een unaniem oordeel van de jury dat zijn Ricercar a 5 per Cembalo “de meest talentvolle en natuurlijke was”.
Op de cd staan 9 Variaties op een Arioso in C, Wq 118/10 en 12 Variaties op “Les Folies d’Espagne”, Wq 118/9 uit 1778 van C.P.E. Bach, en 12 Variations op “La belle Françoise”, KV 353/300f en 12 Variaties op “Ah, vous dirai-je, Maman”, KV 265/300e van Mozart.
C. P. E. Bach componeerde in Berlijn voor verschillende adellijke personen, beroemd geworden klaviermuziek, de “Preußische Sonaten” (1742) voor Frederik II, de “Württembergische Sonaten” (1744) voor de jonge hertog Carl Eugen von Württemberg en de “Sechs Klaviersonaten mit veränderten Reprisen” (1760) voor prinses Anna Amalia. Hij was bv. in zijn “Versuch über die wahre Art das Clavier zu spielen” (1753), een van de belangrijkste en eerste vertegenwoordigers van de nieuwe Empfindsame stijl, die sterk de nadruk legde op gevoelvolle expressie.
De Variaties, “Variationen mit veränderten Reprisen”, op een Arioso in C, Wq 118/10 (H.259) uit 1777 waren een adaptatie van de “Claviersonate mit einer Violine und einem Vioiloncell zur Begeitung”, Wq 91/4. In 1778 componeerde hij variaties op La Folia, één van de oudste melodieën in de Europese muziek. In 1672 verscheen “Les folies d’Espagne” (LWV 48) van Jean-Baptiste Lully, geschreven voor vier blazers. Deze versie van La Folia zou de basis worden van variaties door tal van 18de eeuwse componisten.
De melodie “Ah! Vous dirai-je, maman”, in het Nederlands bekend als het schunnig liedje, “Altijd is Kortjakje ziek”, werd voor het eerst gepubliceerd in 1761. Johann Christoph Friedrich Bach nam het als thema voor zijn Variationen op “Morgen kommt der Weihnachstmann”. Een tijdlang werd gedacht dat Mozart zijn variaties op dit kinderliedje componeerde in 1778, omdat hij van april tot september van dat jaar, in Parijs verbleef. Men veronderstelde dat Mozart de melodie van een Frans liedje alleen kon leren kennen in Frankrijk. Latere analyse van Mozarts manuscript van de compositie door Wolfgang Plath gaf eerder 1781/1782 aan als de waarschijnlijke datum van compositie. Voor deze veronderstelde datum van compositie werd in de chronologische catalogus van Mozarts composities, het Köchel nummer K. 265 veranderd naar K. 300e.
Mozart componeerde zijn twaalf variaties in Es op “La belle Françoise”, K. 353/300f, waarschijnlijk ook in 1778 in Parijs. Het Frans liedje “la belle Françoise” is een potpourri op Marlborough (Malbrough), waarin Marlborough tegen zijn vrouw zegt: ” Adieu, donc, dame françoise “, in het modern Frans, “Adieu, donc, dame française”.
Ewald Demeyere (°1974) studeerde aan het Koninklijk Muziekconservatorium Antwerpen, waar hij o.a. een meesterdiploma klavecimbel behaalde. In 1997 werd hij er docent harmonie, contrapunt en fuga en in 2002 volgde hij er Jos van Immerseel op als hoofddocent historisch klavecimbel. Hij is lid van de ensembles, “Bach Concentus” en “Les Buffardins”. Hij speelt hier op een klavecimbel van Augusto Bonza uit Turbigo in de Italiaanse provincie Milaan, gebouwd naar een klavecimbel van Jean-Henri Hemsch (1700-1769) uit 1736, dat bewaard wordt in het Museum of Fine Arts in Boston (foto’s).
C.P.E. Bach W. A. Mozart Keyboard Variations Ewald Demeyere harpsichord cd Challenge Classics CC 72845