Na “De Grote Van Gogh Atlas” en “De Grote Gauguin Atlas”, is “De Grote Bach Atlas” een nieuw deel in de magnifieke reeks over de bewogen levensverhalen van bijzondere kunstenaars. “De grote Bach-Atlas” is een uitgebreid, fascinerend verslag van Bachs rondreizen door Duitsland, dat in zijn tijd nog bestond uit tal van verschillende hertogdommen en stadsstaten. “Bachs uitzonderlijk talent, doorzettingsvermogen én zakelijk inzicht”, zo lezen we, “brachten hem onder meer naar Lübeck, Hamburg en Leipzig, maar ook naar het wonderlijke mini-Versailles in Köthen, en zelfs naar de gevangenis van het hof van Weimar…”
“Het leven van Johann Sebastian Bach is niet alleen een reis door zijn muziek, die soms grensoverschrijdend, maar altijd diepgaand is”, schrijft Govert Jan Bach. “Hij was ook”, zo vervolgt hij, “van jongs af aan tot in zijn laatste jaren, een reiziger die heel Duitsland doorkruiste. Daarbij is zijn leven ook een familiegeschiedenis. Hij maakt deel uit van een geslacht van vooraanstaande muzikanten, van wie hij uiteindelijk de kroon zal worden. In die familie is hij de eerste die zich losmaakt van zijn geboortestreek Thüringen. Als jongen van veertien gaat hij te voet op weg naar het verre Lüneburg, voor een excellente opleiding aan de koorschool aldaar. In het belang van zijn muzikale carrière zal hij zijn leven lang door Duitsland – in die tijd een lappendeken van tientallen stadstaten, graafschappen en vorstendommen – blijven reizen. Aan de hand van deze reizen volgen wij zijn levensloop.”
De reis begint met de voorgeschiedenis bij de molenaar-stamvader, Veith Bach, in Wechmar, (1555-1661), de bakermat van de roemrijke familie. Vervolgens gaat de reis naar Erfurt (1661-1671), Bachs nieuwe thuisbasis, de stad van Johann Ambrosius Bach (foto), de vader van J.S. Bach, Eisenach (1671-1695), Bachs geboorteplaats, Ohrdruf (1695-1700), o.a. over de leerjaren en de voetreis van 340 kilometer naar zijn broer Johan Christoph in Lüneburg, en de orgels en de Franse invloeden in Lüneburg (1700-1703).
Arnstadt (foto’s) deelde Govert Jan Bach in twee perioden, Arnstadt (1) (1703-1705), een vaste aanstelling en 450 kilometer te voet naar Lübeck, waar hij Buxtehude op het orgel wilde horen spelen, gevolgd door de orgelkeuringen in Lübeck (1705-1707), en Arnstadt (2) (1706-1707). Na deze steden beschrijft en toont Govert jan Bach, Mühlhausen (1707-1708).
Bach trouwde in oktober 1707 met Maria Barbara in de kerk (nu “Traukirche”) in Dornheim (foto’s) op 60 kilometer van Mühlhausen. Hij was daar toen organist van de Blasiuskirche. Hij was haar achterneef (Maria Barbara Bach was nl. de dochter van Johann Michael Bach, een neef van de vader van Johann Sebastian Bach), en samen kregen ze zeven kinderen, o.a. Wilhelm Friedemann, de Dresdner of Hallesche Bach (1710-1784) en Carl Philipp Emanuel, de Berlijnse of Hamburgse Bach (1714-1788). Vier kinderen overleden als baby en hun andere zoon, de organist, Johann Gottfried Bernhard (1715-1739) overleed op 24-jarige leeftijd in Jena.
Na Mühlhausen volgen o.a. rivaliserende vorsten, Italiaanse invloeden en Hofintriges in Köthen (1717-1723) (foto’s), dat omwille van zijn landelijke ligging, Koeien-Köthen” (foto) werd genoemd, Bach was daar in dienst van Leopold von Anhalt-Köthen (foto), van 1715 tot 1728, vorst van Anhalt-Köthen. Hoewel het hof calvinistisch was, spendeerde Leopold het meeste geld aan muziek. Leopold had een schitterend muziekensemble samengesteld met virtuozen uit Berlijn en zelf speelde hij viool, de viola da gamba en klavier.
Govert Jan Bach heeft het ook over Bachs gevangenschap in Weimar (1708-1717). Bach zat daar nl. 4 weken in de gevangenis van het hertogelijk slot, omdat hij het had gewaagd aan hertog Willem-Ernst (foto), zijn ontslag aan te bieden omdat de hertog hem niet had benoemd tot kapelmeester. Govert Jan Bach heeft het ook over Bachs verblijf in Karlsbad en zijn daarop volgende reis als weduwnaar naar Hamburg. Toen Bach in 1720 uit Karlsbad terugkeerde, vernam hij nl. dat zijn vrouw, Maria Barbara, overleden en begraven was. Ze was 36 jaar oud.
In 1721 huwde Bach met de sopraan, “Fürstliche Kammersängerin”, Anna Magdalena Wilcke of Wilcken (1701-1760). Hij was 16 jaar ouder dan zij, ze kregen 13 kinderen, van wie slechts zes hun jonge kinderjaren hebben overleefd, en zij moest zorgen voor de 4 kinderen uit Bachs eerste huwelijk, die nog in leven waren. Anna Magdalena was de moeder van o.a. Johann Christoph Friedrich, de “Bückeburger Bach” (1732-1795) en van de beroemde Johann Christian, de “Milanese” of “Londense Bach” (1735-1782). Gottfried Heinrich Bach (1724 – 1763) had een mentale afwijking en Bachs twee jongste kinderen, twee dochters, Johanna Carolina Bach (1737-1781) en Regina Susanna Bach (1742-1809), bleven ongehuwd. Regina Susanna kende goed Ludwig van Beethoven. Anna Magdalena, hun moeder, overleed op 58-jarige leeftijd in Leipzig, waarschijnlijk in erbarmelijke omstandigheden…Haar naam bleef bekend dankzij Bachs “Notenbüchlein für Anna Magdalena Bach”.
Bachs langste tijd in Leipzig, deelde Govert Jan Bach op in drie perioden, Leipzig (1) (1723-1729), o.a. over de Thomasschule, virtuositeit en Kapellmeister, koffieconcerten, carrièrekans in Dresden, en de kinderen in Leipzig (2) (1729-1736), en het familiebedrijf, cantorschap, Goldbergvariaties, familieproblemen en Bachs beladen bezoek aan Berlijn in Leipzig (3) (1736-1750). De auteur eindigt met “Na Bachs dood”, o.a. over de kinderen, geldzorgen, uitgewaaierd over Europa, vergetelheid, herwaardering in Berlijn en zegetocht in Holland. Heel mooie, historische afbeeldingen van portretten, documenten, manuscripten en kaarten maken alles aanschouwelijk, prachtig vormgegeven door Yolanda Huntelaar.
Een grote meerwaarde van dit magnifiek lees- en kijkboek, is dat bij elk hoofdstuk, elke stad, een oortje rechtsboven de pagina’s, muziekvoorbeelden aangeeft. Die kunnen beluisterd worden op Spotify onder de titel “Muzieklijst De Grote Bachatlas – Govert Jan Bach”. De lijst met muziek van o. a. verschillende leden van de Bach familie, Buxtehude, Pachelbel, en uiteraard van Johann Sebastian Bach zelf, vindt u achteraan in het boek. Een indrukwekkend mooie en bijzonder interessante uitgave. Niet te missen! Met dank aan Jan Govert.
Drs. Govert Jan Bach (°1947) is een gedreven nazaat uit Den Haag, van een zoon van de stamvader Veit Bach (ca. 1550-1619), Johann Sebastian was de achter-achterkleinzoon van Veit. Veit had twee zonen, Johannes (ca. 1580-1626), een musicus en tapijtmaker in Wechmar, en Philippus (“Lips”) (1590-1620). “Lips” ging varen bij de VOC en belandde zo in Nederland. Vandaar…
Govert Jan Bach De grote Bach Atlas 168 bladz. geïllustreerd uitg. Rubinstein ISBN 9789047627333