Alexander Nikolayevich Scriabin (1872-1915) was een controversiële figuur. Zijn originele en innovatieve werken waren gehuld in spiritualisme en mystiek, en geïnspireerd door een synesthetisch concept van kunst. Scriabin was een excentriekeling met visionaire gedachten die muziek wilde combineren met licht, kleuren en geuren tot een magische kleurenpracht.
Hoewel het nog niet volledig wordt erkend, heeft de Russische musicus een cruciale bijdrage geleverd aan de evolutie van de 20e-eeuwse muzikale taal. Deze tien pianosonates vallen op door hun esthetische waarde en historisch belang. De tien pianosonaten van Scriabin vormen een essentieel onderdeel van zijn piano oeuvre. De ontwikkeling van zijn stijl kan nl. op de voet worden gevolgd in deze tien sonaten. De eerste sonaten werden gecomponeerd op een vrij conventionele, romantische manier onder invloed van Chopin en soms Liszt, de laatste sonaten werden gecomponeerd zonder aanduiding van toonaard met atonale passages. Tussen 1903 en 1908 verving Scriabin tonale eenheid door harmonische eenheid. De immense technische eisen van de sonaten zijn bekend.
Scriabins pianosonaten zijn vaak tumultueus, de doorwerking is soms fragmentarisch, trillerarpeggio’s staan voor levensimpulsen. De opening van de Sonate nr.1 op.6 is indrukwekkend dramatisch, de akkoorden zijn gevuld met sonoriteit. Scriabin componeerde ze in 1892 nadat artsen hem vertelden dat de pijn in zijn rechterhand voor altijd zou blijven. Gelukkig kregen ze ongelijk. De compacte Sonate nr. 4 op.30 uit 1903 is een ontwrichte combinatie van nostalgisch verlangen, zilveren magie en salon elegantie, impressionistisch maar ook solide en verfijnd robuust. In Scriabins geniale Sonate nr. 5 uit 1907 werd de sonatevorm uitgebreid.
In zijn Sonaten nrs. 6 en 7, beide uit 1911, creëerde hij formele spanning door harmonisch contrast tussen de cumulatieve momenten van de muziek. Het ontsnappen aan formele beperkingen bereikte hij door texturale en harmonische middelen, een flexibele samenwerking tussen vorm en inhoud. De Sonate nr.9 op. 68, “Zwarte Mis” uit 1913 is een ontheiligde relikwie met climaxen en speelse tot dolle versieringen, evenals die onverschrokken 7de Sonate, “Witte Mis” uit 1911, met zijn donkere schaduwen die de compositie pianissimo openen en afsluiten.
De verklaring aan rijkdom van deze poëtische, spirituele en existentiële intenties is voor de pianist Nuccio Trotta (foto) een bron van leven. Zijn repertoire varieert van de vroegste pianomuziek tot die van de jaren 1900. Hij behaalde zijn diploma aan het Conservatorium van Bari. Sinds zijn kunstenaarschap zowel op wedstrijden als bij concertuitvoeringen, algemeen werd geprezen, werd hij begeleid door internationaal bekende musici zoals door de legendarische Aldo Ciccolini.
Scriabin 10 Piano Sonatas Nuccio Trotta 2 cd Dynamic CDS7864