Waarom is moderne kunst wat het is, waarom wordt een onopgemaakt bed als kunst tentoongesteld? Waarom is een uitvergroot roze opblaasbaar varken zo verrekte veel geld waard? Elke museumbezoeker vraagt het zich wel eens af: is dit kunst? Is dit echt zo veel waard?
In “Dat kan mijn kleine zusje”, oorspr. “What Are You Looking At?: The Surprising, Shocking, and Sometimes Strange Story of 150 Years of Modern Art”, prikt de vermaarde Engelse kunstkenner Will Gompertz, het pretentieus kunstgebazel door en geeft hij op heldere en enthousiaste wijze antwoord op de belangrijkste vragen die elke kunstbeschouwer zich wel eens stelt. Gompertz maakt op overtuigende wijze de bizarre wereld van de moderne kunst voor iedereen begrijpelijk. Met grappige en interessante historische anekdotes laat hij zien hoe de kunst zich heeft ontwikkeld tot wat die nu is.
Maar hij voert de lezer ook langs alle indrukwekkende en belangrijke gebeurtenissen uit de kunstgeschiedenis: we gaan koffiedrinken met de impressionisten en kopen met Marcel Duchamps in New York zijn kunstwerk dat veel stof deed opwaaien: de pisbak. Naast het inzichtelijk maken van de kunstgeschiedenis legt Gompertz ook uit wat de betekenis van de moderne kunst is voor de moderne wereld, onder andere aan de hand van Monty Python. Die televisieserie had nooit kunnen bestaan zonder de kunststroming, Dada.Gompertz geeft les in kunstgeschiedenis met gevoel voor humor. Elk jaar denken miljoenen museum- en galeriebezoekers na over de tentoongestelde moderne kunst en vragen zich stiekem af: “Is dit kunst?” Will Gompertz, voormalig directeur van de Londense Tate Gallery en nu de BBC-kunstredacteur, heeft er zijn missie van gemaakt om de opwindende geschiedenis van moderne kunst voor iedereen tot leven te brengen, door uit te leggen waarom een onopgemaakt bed of een ingelegde haai, kunst kan zijn, en waarom een vijfjarige het echt niet kon gedaan hebben. Rijk aan buitengewone verhalen en anekdotes, is het een vermakelijk boek dat de lezers wapent met de kennis om echt te begrijpen en te genieten van waar ze naar kijken.
Gompertz heeft het achtereenvolgens over Fountain (over Marcel Duchamp), 1917 (foto), het pre-impressionisme: op zoek naar de werkelijkheid, 1820-1870, het impressionisme: schilders van het moderne leven, 1870-1890 en het postimpressionisme: alle kanten op, 1880-1906, gevold door Cézanne: de vader van ons allemaal, 1839-1906, het primitivisme, 1880-1930, en het fauvisme, 1905-1910: oerkreet, het kubisme: een ander gezichtspunt, 1907-1914 en het futurisme: de beuk erin, 1909-1919.
Daarna volgen Kandinsky, het orfisme en Der Blaue Reiter: zo klinkt muziek, 1910-1914, suprematisme en constructivisme: de Russen komen, 1915-1925, De Stijl: rasters, 1917-1931 en Bauhaus: een schoolreünie, 1919-1933, Dada: de anarchie aan de macht, 1916-1923, het surrealisme: leven in de droom, 1924-1945 en het abstracte expressionisme: het grote gebaar, 1943-1970. De laatste hoofdstukken zijn gewijd aan Popart: het gebeurde in een ijssalon, 1956-1970, het conceptualisme, Fluxus, arte povera, performancekunst: gedachtespelletjes, 1952 tot heden en het minimalisme: zonder titel, 1960-1975,
Het postmodernisme: valse identiteiten, 1970-1989 en de kunst van nu: roem en fortuin, 1988-2008-heden. Locaties van de kunstwerken en de lijst van illustraties besluiten dit heerlijk interessant boek dat u geenszins mag missen. Een bezoek aan een museum of galerie zal na het lezen van dit boek niet meer zo intimiderend zijn, maar wel veel, veel interessanter.
Will Gompertz (°1964) is redacteur kunst bij de BBC en werkte zeven jaar lang bij de Tate Gallery in Londen. Hij schrijft voor The Guardian en The Times, geeft lezingen en is een geweldige performer – hij wordt wel de eerste kunsthistorische stand-up comedian genoemd. Zijn eerste boek, “Dat kan mijn kleine zusje ook”, is dan ook een bestseller.
Will Gompertz Dat kan mijn kleine zusje ook, waarom moderne kunst kunst is 464 bladz. geïllustreerd Uitg. Meulenhoff ISBN 9789029088138