Dirigent Christoph Eschenbach heeft naast zijn eigen carrière altijd de carrière van jonge getalenteerde musici gepromoot, zoals aan het begin van zijn succesvolle carrière het geval was bij de Duits-Koreaanse pianist Christopher Park.
Bij één van die gebeurtenissen kwamen beide artiesten in 2014 samen voor een concertuitvoering met het NDR Elbphilharmonie Orchester. Christopher Park was nl. de winnaar van de Leonard Bernstein Award op het Stiftung Schleswig-Holstein Music Festival. Het evenement is gedocumenteerd op deze cd, aangevuld met twee solo-pianowerken uitgevoerd door Park die zijn virtuositeit en uitgesproken muzikaliteit onthullen.
Toen Schumann Schuberts pianocompositie hoorde, merkte hij in 1828 op, ‘Schubert wilde hier een heel orkest in twee handen combineren.’ Schubert ‘zwierf’ met dit werk van piano tot orkest en Liszt voerde deze fantasie uit. Het horen van de schittering en levendigheid van de jonge Duits-Koreaanse pianist Christopher Park met het NDR Elbphilharmonie Orchestra onder leiding van Christoph Eschenbach komt overeen met wat je van zo’n duo mag verwachten.
De symbiose tussen Schubert en Liszt (foto) strekt zich uit tot de sympathieke symbiose van compositie en interpretatie. Hoewel dirigent Christoph Eschenbach zelf aan de piano kon zitten, laat deze opname zien hoe vruchtbaar zijn levenslang werk als promotor van jong talent is. De aanwezigheid waarmee Christopher Park elke noot waarneembaar maakt, behoudt zijn hoge niveau, ook als hij zonder orkestbegeleiding speelt. Schuberts pianosonate nr. 13 en Brahms Händel Variations op. 24 worden uitstekend uitgevoerd.
De variaties en fuga op een thema van Händel, op. 24, dateert uit 1861. Het bestaat uit vijfentwintig variaties en een afsluitende fuga, gebaseerd op een thema uit Händels Suite nr. 1 voor klavecimbel in Bes HWV 434. De Händel variaties werden gecomponeerd in september 1861, nadat Brahms het vrouwenkoor in Hamburg had geleid. Hij verliet zijn benauwd en armoedig geboortehuis in Hamburg en verhuisde naar zijn eigen woonst in de stille buitenwijk van Hamm. Dit betekende het begin van een zeer productieve periode. Gecomponeerd in september 1861, werd het werk opgedragen aan Clara Schumann, zijn muzikale en persoonlijke mentor. Het werd haar aangeboden op 13 september voor haar 42ste verjaardag. Rond diezelfde tijd resulteerde zijn interesse in en beheersing van de piano ook in twee uitzonderlijke Pianokwartetten. Amper twee maanden later, in november 1861, componeerde hij zijn Schumann Variaties, op. 23, voor piano vierhandig.
Vanaf zijn vroegste jaren als componist was de variatie als muzikale vorm van groot belang voor Brahms. Vóór de Händel variaties had hij reeds variaties gecomponeerd, evenals variaties in de langzame beweging van zijn op. 1, de pianosonate in C, en in kamermuziek (bvb. in het Poco adagio van zijn 2de Strijksextet). Brahms bestudeerde al geruime tijd barokke voorbeelden. In het bijzonder, in de tijd tussen zijn elf variaties op een origineel thema, in D (1857) en zijn veertien variaties op een Hongaarse melodie, in D (1854), op. 21, en de Händel Variaties op. 24, maakte Brahms een zorgvuldige studie van historische modellen, preludes en fuga’s, canons en dansen uit de barokperiode, getuige twee gigues en twee sarabandes die hij componeerde om zijn techniek te ontwikkelen. Het resultaat van deze historische studies werd duidelijk zichtbaar in zijn keuze van Händel voor het thema, evenals zijn gebruik van barokke vormen, waaronder de Siciliano-dans, de Franse school van Couperin en, meer in het algemeen, het veelvuldig gebruik van contrapuntische technieken.
Liszt Wanderer Fantasy Schubert Piano Sonata No. 13 & Brahms Handel Variations Christopher Park Christoph Eschenbach WDR Sinfonieorchester cd Capriccio C5412