De twee hilarische dierenportretten, Saint-Saëns’ “Le Carnaval des Animaux” en Apollinaire’s “Le Bestaire” ademen hetzelfde satirisch genie. De Vlaams/Belgische componist, Piet Swerts (°1960), voorzag de Bestiaire-gedichten van melodieën en arrangeerde “Le Carnaval” voor klarinet, 4 strijkers en piano. Het veelgeprezen Roeland Hendrikx Ensemble laat beide dierentuinen samensmelten tot een ongeëvenaarde kamermusical Animal Farm.
“Le Bestiaire ou Cortège d’Orphée” is een bibliofiele publicatie met gedichten van Guillaume Apollinaire (1880-1918) (foto) en houtgravures van Raoul Dufy (foto’s), gepubliceerd in 1911. De uitgave was een moderne variant van een middeleeuws bestiarium met dertig korte gedichten, waarin per pagina, een dier of de mythologische dichter, Orpheus, figureert. Verschillende componisten hebben een selectie op muziek gezet. Francis Poulenc was de eerste. Van zijn twaalf zettingen werden er in 1919 zes gepubliceerd, “6 poèmes, pour voix de femme et piano ou ensemble instrumental”. Zijn vriend, Louis Durey, heeft als “26 poèmes”, quasi de hele cyclus op muziek gezet, voor bariton met begeleiding van piano of zes instrumenten. De vier Orpheus gedichten werden gesproken.
Ook o.a. Jean Absil heeft vijf van de dierengedichten, “Le dromadaire”, “L’écrevisse”, “La carpe”, “Le paon” en “Le chat”, (“5 poèmes, pour chœur mixte a cappella”), in 1964 op muziek gezet. In 1907 ontmoette Apollinaire de schilderes, Marie Laurencin. Tijdens hun zeven jaar lang durende chaotische en stormachtige relatie, raakte hij bevriend met Pablo Picasso, Antonio de La Gandara, Jean Metzinger, Paul Gordeaux, André Derain, Edmond-Marie Poullain, Maurice de Vlaminck en de Douanier Rousseau, en maakte naam als dichter, journalist en kunstcriticus bij “L’Intransigeant”.
In 1909 werd zijn “L’Enchanteur pourrissant”, voorzien van reproducties van houtsneden van André Derain, uitgegeven door de kunsthandelaar, Daniel-Henry Kahnweiler. Op 7 september 1911, beschuldigd van medeplichtigheid aan de diefstal van “La Joconde” (Mona Lisa), omdat Géry Pieret, één van zijn kennissen, beeldjes en maskers uit het Louvre had gestolen, werd hij een week lang opgesloten in de gevangenis van La Santé. Ook Picasso werd ondervraagd. Getekend door deze gebeurtenis, publiceerde Apollinaire dat jaar zijn eerste dichtbundel, “Le Bestiaire ou Cortège d’Orphée”.
Piet Swerts (foto) voorzag in 2019, 14, (incluis 2 Orpheus gedichten), van de in totaal 30 gedichten, van Apollinaire, van heel treffende en stemmige, instrumentale muziek in de geest van “Les Six”, voorafgegaan door een “Petite Ouverture” en eindigend in een “Grand Final”. In Track 21, “Le chat”, laste hij een eigen arrangement in van “De Poes” uit Prokofjevs “Peter en de wolf” uit 1936, immers ook oorspronkelijk gecomponeerd voor klarinet, en “la Mouche” (Track 25), is zijn arrangement van Griegs “In de hal van de Bergkoning” uit diens “Peer Gynt”. De stemming van de instrumentale stukken gaat van teder, ontroerend en intiem, tot guitig, snood en uitgelaten à la Léo Ferré (bv. diens “Avec le temps” in “La Carpe” (Track 29) en de stemming van Ferré’s “Jolie Môme” in “Grand Final” (Track 30). Magnifiek. Bravo, Piet.
“Le Carnaval des Animaux – Grande Fantaisie Zoölogique” is een 14-delige compositie voor een instrumentaal ensemble uit 1886. Camille Saint-Saëns (1835-1921) (foto) componeerde zijn “Le Carnaval des Animaux”, oorspronkelijk voor een piccolo en een dwarsfluit, 2 klarinetten, glasharmonica, xylofoon, 2 piano’s, en 1ste- en 2de violen, altviolen, celli en contrabassen. Piet Swerts arrangeerde de partituur voor 2 violen, altviool en cello, piano en klarinet. Zo “verving” hij bv. de contrabas in L’éléphant” en de xylofoon in “Fossiles”, door de klarinet.
Saint-Saëns componeerde het werk voor een Mardi Gras-concert, georganiseerd door de cellist, Charles Joseph Lebouc (1822-1893) (foto). Eerst gespeeld tijdens het carnaval in Parijs, door een groep onder leiding van Leduc, ter gelegenheid van “Mardi Gras”, werd “Le Carnaval des Animaux” op 2 april 1886, herhaald door het ensemble, “la Trompette”, om Mi-Carême (halfweg de Vastentijd), te vieren, (het “Fête des Blanchisseuses” of “cortège des lavoirs” in Parijs), ten huize van de zangeres, Pauline Viardot, ter ere van Franz Liszt. Liszt overleed 3 maanden later, op 31 juli 1886, in Bayreuth.
Saint-Saëns verbood weliswaar verdere openbare uitvoering van dit werk tijdens zijn leven. Pas toen zijn testament werd voorgelezen, werd het werk in 1922 in het openbaar gespeeld o.l.v. Gabriel Pierné. Alleen het stuk getiteld “Le Cygne” (nr.13) met de wondermooie melodie voor de cello, (Saint-Saêns noemde “Le Cygne” smalend, “une noble bêtise”), viel gelukkig niet onder deze censuur en werd terecht hét solo werk van generaties cellisten.
In de loop der tijd werd “Le Cygne” wereldberoemd, o.a. door de Russische pianist Aleksander Ziloti, die er een piano transcriptie van maakte, en vooral als “Mort du Cygne”, mede geïnspireerd door Alfred Tennysons gedicht “The Dying Swan”, door de Russische ballerina, Anna Pavlova (1881-1931). Haar grote doorbraak kwam er in december 1907 met haar solo-vertolking, (een “pas seul”), van “De stervende zwaan” (foto), in een speciaal voor haar en op haar verzoek ontworpen choreografie van Michael Fokine, in een kostuum, ontworpen door Léon Bakst, hoofdfiguren van “Les Ballets Russes”. Pavlova danste het stuk voor het eerst op 22 december 1905, naar aanleiding van een benefietconcert in het Mariinskitheater in Sint-Petersburg. Ze zou deze drie minuten durende vertolking in haar loopbaan ongeveer 4.000 keer uitgevoerd hebben.
“Le Carnaval des Animaux” maakt deel uit van een Franse traditie van guitige, muzikale pastiche, onder het mom van een dierlijke beschrijving. Saint-Saëns verwerkte in zijn parodie, muzikale citaten van Rameau (“Poules et coqs”, nr.2), Offenbach (“Tortues”, nr.4), Berlioz (“L’éléphant”, nr.5), en Rossini (de aria van Rosina uit “De Barbier van Sevilla”), en de in “Fossiles” (nr.12), de kinderliedjes “J’ai du bon tabac”, “Ah ! vous dirai-je, maman”, “Partant pour la Syrie” en “Au clair de la lune”, en zijn eigen “Danse macabre”.
Door het nieuw arrangement van Piet Swerts, kreeg de originele compositie van Saint-Saëns, een verrijkende dimensie. Piet Swerts componeerde trouwens zijn arrangementen en zijn uitermate verfijnde, instrumentale stukken bij “Le Bestiaire”, op vraag van het Roeland Hendrikx Ensemble, bedoeld als muziek bij een TV documentaire van Steven Maes en Stefan Grondelaers. De schitterende uitvoerders zijn Nicolas Dupont en Camille Joubert, viool, Sander Geerst, altviool, Sevak Avanesyan, cello, Liebrecht Vanbeckevoort, piano en Roeland Hendrickx, klarinet. De cd, opgenomen in de Blauwe Zaal van de Singel, is daarenboven ook heel mooi en origineel uitgegeven met originele illustraties van Emilie Lauwers (foto’s). De gedichten van Apollinaire kan u mede in Nederlandse vertaling van Stijn De Paepe lezen. Magnifiek!
(foto, Yoshie Kuwayama)
Le Bestiaire Piet Swerts La Carnaval des Animaux Camille Saint-Saëns Roeland Hendrikx Ensemble cd Antarctica AR 22
https://www.stretto.be/2017/12/24/piet-swerts-oratorio-a-symphony-of-trees-bij-het-label-phaedra/