Joodse humor is nauw met de religieuze, culturele en sociale tradities van de Joodse medeburgers verbonden. De diepgang en gelaagdheid ervan is in wezen geworteld in de Tora en de verschillende interpretaties en toepassingen ervan (Talmoed, Kabbala, chassidisme). Ludo Abicht toont in zijn boek op een uiterst heldere manier, de verbanden aan van de Joodse humor, humor die teruggaat op de Torah en Midrash van het oude Midden-Oosten, met de filosofie en de mystiek van het Jodendom.Joodse witzen vol woordspelingen, ironie en satire, dragen als een authentieke vorm van zelfbegrip en zelfkritiek, ook bij aan het overleven en overleveren van de diepste wijsheden van het Joodse volk. Maar, tegelijkertijd is die humor zo fijn en zo universeel, dat vrijwel iedereen, waar ook ter wereld, van de humor van de universele minderheid kan genieten, en er zichzelf in kan herkennen. “Want”, zo lezen we op de achterflap, “we zijn allemaal meer Job, Kafka en Woody Allen dan we beseffen of willen toegeven”.
Na het inleidend “Tora-Talmoed-Kabbala, de mystieke traditie als basis van de Joodse levenswijsheid”, komt u in contact met Isaak Luria en het herstel van het gebroken universum en het grote en kleine messianisme. In het derde deel “Wanneer de rebbe lacht, lachen alle chassidim”, staan de dansende vromen uit Oost-Europa centraal, gevolgd door “De Allerhoogste als sparringpartner”, het godsbeeld van de chassidim, het superieur denken in omkeringen, contrasten en tegengestelden (rechtopstaand knielen, roepen zonder stem en onbeweeglijk dansen à la Chagall). In “Ik lach dus ik besta” gaat het over Joodse humor als overlevingsstrategie en ten slotte bepreekt Abicht in deel 5, “Geen stamelaars bij de poort”, Joodse wijsheid, humor en vrijheid. Een schitterend boek dat Joodse humor historisch situeert en tussen de dialectiek van de Kantiaanse verlichting en de chassidische mystiek plaatst. Zeker lezen.Ludo Abicht Desalniettemin, over Joodse wijsheid en humor 248 bladz. Uitg. Houtekiet ISBN 9789089248572