Geniet van de heerlijke interpretatie door het Haags Residentie Orkest van een Symfonie die mede aan de basis lag van de latere symfonische expansie bij Bruckner en Gustav Mahler. Ongeveer 150 jaar lang werd aangenomen dat Schubert zijn Negende symfonie, zijn “Große Sinfonie in C-Dur”, D 944, niet lang voor zijn overlijden in 1828 componeerde. Aan het eind van de 20ste eeuw werd weliswaar ontdekt dat hij het meeste van dit werk drie jaar eerder componeerde en het in 1826 en 1827 herzag. Meerdere aanwijzingen geven trouwens aan dat Schubert in de zomer van 1825 in Gmunden en later in Bad Gastein, aan een symfonie in C werkte. Deze symfonie zou niet een verloren gegane „Gmunden-Gasteiner Sinfonie“ geweest zijn, maar wel de hier opgenomen “Grosse C-Dur”. Terwijl ook zijn financiën enigszins verbeterden, was het jaar 1825, na een periode van slechte gezondheid, een beter jaar voor Schubert. Van veel van zijn werken, waaronder van deze schitterende symfonie, heeft Schubert nooit een uitvoering gehoord. Toen het in 1827 werd gerepeteerd in de Gesellschaft der Musikfreunde in Wenen, klaagden de strijkers erover dat passages waarin een ritmische figuur obsessief wordt herhaald, vooral in de finale, onspeelbaar waren.
In mei 1824 woonde Schubert de eerste uitvoering van Beethovens Negende symfonie bij. Beethoven bracht een revolutie teweeg in de symfonische vorm door het expressief bereik enorm uit te breiden, waarbij met name zijn Negende symfonie, op een veel grotere schaal werd opgevat dan welke voorgaande symfonie dan ook. Schubert was een van de vele componisten die beïnvloed was door Beethovens prestaties. Er is op verschillende manieren gesuggereerd waarop Schubert door Beethoven werd beïnvloed, maar het meest buitengewone aspect van Schuberts muziek uit die laatste jaren, was haar uitgesproken individualiteit. De compositietechnieken, de omgang met tonaliteit en structuur, en de orkestklank van deze twee tijdgenoten, hadden maar weinig gemeen. Schuberts eigen, diepe originaliteit, was des te opvallender in een tijd waarin Beethovens invloed op de ontwikkeling van de symfonie zo revolutionair en verreikend was.Een recente hypothese suggereert dat de symfonie mogelijks zijn eerste uitvoering beleefde in maart 1829 op een concert in de Landständischer Saal in Wenen. Het bewijs voor deze hypothese is echter in tegenspraak met hedendaagse bronnen die bewijzen dat het Schuberts Symfonie nr. 6 (ook in C majeur) was die toen werd uitgevoerd. In 1836 deed Schuberts oudere broer, Ferdinand (1794-1859) (foto), die ook componist was, een poging om enkel de laatste beweging, “Finale. Allegro vivace”, uit te voeren, maar er is geen bewijs dat er ooit een openbare uitvoering heeft plaatsgevonden. Ferdinand Schubert was leraar aan de Normal-Hauptschule bei St. Anna in Altlerchenfeld/Wenen. In 1838, tien jaar na het overlijden van Schubert, bezocht Robert Schumann Wenen, en kreeg hij in de Gesellschaft der Musikfreunde, het manuscript van de symfonie te zien van Ferdinand Schubert. Hij nam een kopie die hij van Ferdinand kreeg mee naar Leipzig, waar het hele werk op 21 maart 1839, voor het eerst in het openbaar werd uitgevoerd, door het orkest van het Leipzigs Gewandhaus (Lakenhal) o.l.v. Felix Mendelssohn. Schumann beschreef deze voor de muziekwereld, heuglijke gebeurtenis, in het “Neue Zeitschrift für Musik”, in een extatisch artikel waarin hij de symfonie prees om zijn ‘hemelse lengte’, “die himmlische Länge”.Jan Willem de Vriend dirigeert de symfonie luchtig en transparant, vermijdt te logge en te zware dramatiek, door vlotte tot behoorlijk snelle tempi aan te houden, diversifieert mooi de houtblazers in de fijn geweven orkestratiekunst van Schubert, en laat het orkest dansant en zingend spelen, waar Schubert, dé lyricus bij uitstek, er om vroeg. Dit is een charmante, maar waar het hoort, ook plechtige, klankvolle en imponerende uitvoering. Een meerwaarde voor de discografie van dit meesterwerk. Zeker beluisteren!
De Nederlandse dirigent en violist, Jan Willem de Vriend (°1962) (foto) uit Leiden, studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 1982 richtte De Vriend het Combattimento Consort Amsterdam op, dat gespecialiseerd is in 17de – en 18de -eeuwse muziek. Als artistiek leider, concertmeester en dirigent, gaf hij met het Combattimento Consort veel concerten en operaproducties in Nederland en daarbuiten en maakte hij veel cd-opnamen. De Vriend richtte zich weliswaar vanaf het seizoen 2013-2014 volledig op zijn activiteiten als dirigent. Van 2006 tot hij in 2017 werd opgevolgd door Ed Spanjaard, was hij chef-dirigent en artistiek leider van het Orkest van het Oosten in Enschede. In maart 2014 maakte het Residentie Orkest bekend dat De Vriend per 1 augustus 2015 voor de duur van vier seizoenen werd aangesteld als vaste dirigent.
Franz Schubert Symphony No.9, D.944 The Complete Symphonies Vol. 3 Residentie Orkest The Hague Jan Willem de Vriend conductor cd Challenge Classics CC 72863