De gevierde contratenor, Filippo Mineccia, heeft een gevarieerd programma samengesteld met aria’s uit opera’s van Steffani, Porpora, Vivaldi, Handel, Mele, Wagenseil en Millico, rond de figuur van de “Razende Roeland”, waarin hij op briljante wijze alle creatieve facetten van zijn stem laat horen.Naast de “Metamorfosen” van Ovidius en “La Gerusalemme liberata”, een episch gedicht van de Italiaanse dichter, Torquato Tasso uit 1581, was “Orlando furioso” van Ludovico Ariosto, één van de belangrijkste, literaire bronnen voor de Barokopera. “Orlando furioso” was trouwens na de “Divina Commedia” van Dante en de “Canzoniere” van Petrarca het meest invloedrijke boek van de klassieke Italiaanse literatuur. De tot opera’s verwerkte verhalen uit “La Gerusalemme liberata” waren deze over Armida, een tovenares uit Damascus, Erminia, een prinses uit Antiochië, die verliefd wordt op de krijgsheer Tancredi, maar die is verliefd op Clorinda, Rinaldo, een christelijke ridder die verleid wordt door Armida maar die uiteindelijk aan haar toverkunst weet te ontsnappen, en Tancredi, een christelijke krijgsheer die in Antiochië verliefd wordt op zijn de islamitische tegenstandster, Clorinda.In 1516 publiceerde Ludovico Ariosto (1474-1533) zijn epos “Orlando furioso”, een opeenvolging van in elkaar verweven heroïsche avonturen, over de ridder Orlando, gek geworden door een teleurgestelde liefde voor prinses Angelica. Er zijn tientallen opera’s gecomponeerd rond “Orlando” en andere personages uit het epos van Ariosto. “Orlando furioso” was het vervolg op “Orlando Innamorato” van Matteo Maria Boiardo (1441-1494). De “Orlando Innamorato”, een romance over de heldhaftige ridder Orlando of Roelant, was het eerste gedicht dat elementen uit de Arthurlegende combineerde met die van de Karolingische romances. De “Orlando Innamorato” gaf op die manier nieuw leven aan het ridderlijk epos, een genre dat op dat ogenblik minder populair was.In beide Orlando verhalen is de christelijke zaak bedreigd. Karel de Grote wordt in Parijs belegerd door de Saraceense legers van Agramante, die het Frans leger net een verschrikkelijke nederlaag hebben toegebracht. Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de belegering van Parijs door de Saracenen en het gedicht eindigt met het succes van de christenen die de heidenen verjagen. De belangrijkste personages zijn Karel de Grote, Agramante, Orlando, Angelica, Ruggiero en Bradamante.In “Orlando furioso”, ontsnapt Angelica, een Saraceens meisje, uit handen van de christenen en wordt verliefd op de herder, Medoro. Orlando’s passie voor Angelica leidt hem af van zijn taak om het christendom te verdedigen. Hij gaat naar haar op zoek en komt uiteindelijk bij toeval op de plek waar Angelica en Medoro hun namen en liefdesverklaringen in de bomen hebben gekerfd. De onfortuinlijke graaf verliest daardoor zijn verstand. Hij zwerft van het ene land naar het andere, helemaal naakt, en levert overal waar hij komt bovenmenselijke prestaties met de kracht die de waanzin hem geeft, tot hij uiteindelijk terug bij zinnen komt. Met Orlando’s hulp slagen de christelijke legers er uitzindelijk in om de Saracenen te verslaan.Het libretto van Händels opera, “Ariodante” was een anonieme bewerking van “Ginevra, principessa di Scozia” van Antonio Salvi uit 1708, gebaseerd op de cantos V en VI uit “Orlando Furioso”, dat door Giacomo Antonio Perti, in datzelfde jaar, in de villa van de Cosimo III de’ Medici (foto) in Pratolino, werd opgevoerd. Händel heeft deze opvoering waarschijnlijk bijgewoond. Antonio Salvi (1664-1724) was een Italiaans arts, dichter, die opera libretti schreef, in dienst van het groothertogelijk paleis in Florence en de favoriete librettist was van prins Ferdinando de’ Medici (1663-1713), de muzikale zoon van Cosimo III de Medici en Marguerite Louise d’Orléans. Ferdinando ontwikkelde al vroeg een grote belangstelling voor zang en zangers en bezat een uitgebreide collectie muziekinstrumenten, (tegenwoordig in het Muziekinstrumentenmuseum van Florence), sommige ontworpen door Bartolomeo Cristofori, die het klavecimbel ontwikkelde tot een pianoforte. Ferdinando liet wekelijks opera’s opvoeren in Florence of in zijn buitenhuis, gecomponeerd door o.a. Alessandro Scarlatti en de jonge Händel. Vivaldi droeg aan hem zijn “L’Estro Armonico” op.
Salvi was lid van een groep Florentijnse libretto-schrijvers die het genre opera seria creëerden. Tot 1715 waren zijn stukken vooral in Pratolino en Florence te zien, en later vooral in Venetië. Verschillende van zijn libretti werden op muziek gezet door o.a. Vivaldi, Händel, Perti, Scarlatti en Galuppi. Salvi plaatste het verhaal weliswaar in Edinburgh. Ginevra, de dochter van de Koning van Schotland, is er nl. verloofd met Ariodante, een prinselijke vazal.
In 1710 ging de Napolitaan, Giovanni Battista Mele (ca. 1701/1704-1752), naar het “Conservatorio dei Poveri di Gesù Cristo” in Napels. Hij studeerde er bij Gaetano Greco en vanaf de leeftijd van 12 jaar, bij Leonardo Vinci. Vanaf 1735 werkte hij in Madrid, waar hij samen met Francesco Corradini (rond 1690–1769) en Francesco Corselli, toneelstukken in Italiaanse stijl creëerde voor lokale theaters. Zijn eerste werk voor Madrid was “Por amor y por lealtad”, een Spaanse vertaling en bewerking van “Demetrio” van Pietro Metastasio, uitgevoerd in het Teatro de la Cruz. Mele werkte ook aan het hof van de Spaanse koning Filips V (foto), voor wie hij in 1744 twee Italiaanse serenata’s (opera’s) creëerde. Zijn werken sloten aan bij de stijl van Francesco Feo en die van de jongere Spaanse componist, Domènech Terradellas, maar vertoonden ook opmerkelijke individuele kenmerken. In 1752 vroeg Mele de koning toestemming om terug te keren naar Napels, mogelijk omdat hij, ondanks het succes van zijn opera “Armida”, geen operacommissies meer ontving voor de seizoenen 1751 en 1752. Deze gingen naar Nicola Conforto en Niccolò Jommelli.Vito Giuseppe Millico, genaamd “Il Moscovita” (1737-1802) (foto), was een Italiaanse sopraan castraat, componist en muziekleraar, die het best herinnerd wordt vanwege zijn uitvoeringen in de opera’s van Christoph Willibald von Gluck. Na optredens in Venetië, Florence, Rome en Milaan keerde Millico in 1780 terug naar Napels, waar hij zeer populair werd als componist en leraar. Hij gaf zangles aan de Bourbon-prinsessen, Maria Teresa en Luisa Maria, en aan Emma Hamilton, de latere minnares van Lord Nelson. In Napels componeerde hij acht opera’s die bijna allemaal in première gingen in Napels, twee op libretti van Metastasio en één op tekst van Ranieri de Calzabigi, de librettist van Glucks Italiaanse hervormingsopera’s. De gepubliceerde partituur van Millico’s opera “La pietà d’amore” bevatte trouwens een steunbetuiging voor Glucks pogingen tot hervormingen van opera seria. Millico componeerde ook cantates, een Salve regina, aria’s en duetten, en canzonetten. Deze werken werden meestal gecomponeerd met harpbegeleiding en waren in die tijd enorm populair. Een verzameling van zijn klaviercomposities, “Musical Trifles: a Collection of Sonatine”, werd in 1791 in Londen gepubliceerd.Filippo Mineccia uit Firenze, kreeg internationale erkenning en wordt als zanger beschouwd als één van de grootste specialisten in het repertoire van het glorieus tijdperk van de castraten. Als kind studeerde hij zang in Fiesole, waar hij lid werd van het koor. Na zijn afstuderen in zang en cello aan het Luigi Cherubini Muziekconservatorium in Firenze, studeerde hij bij Gianni Fabbrini en Donatella Debolini en onderscheidde hij zich door prijzen te winnen op zowel nationale als internationale zangwedstrijden. Filippo Mineccia is ondertussen een charismatische Italiaanse contratenor geworden, die uitblinkt in karakterrollen uit de barokke Opera Seria.Tracklist :
Agostino Steffani :
Orlando Generoso :
1: Sinfonia
2: Non ha’l mar calma sincer
3: Fa che cessi in questo pettNicola Antonio Porpora :
L’Angelica :
4: Ombre amene
5: Ove son ? Chi mi guida ? – Da me chè volete? – Ma qual astro benigno – Aurette leggiere – Da me chè volete?
Antonio Vivaldi :
Orlando furioso :
6: Sol da te, mio dolce amore
7: Nel profondo cieco mondoGeorg Frideric Handel :
Ariodante :
8: Ouverture
9: Spero per voi
10: Dover, giustizia, amor
Orlando :
11: Ah, Stigie larve!
Giovanni Battista Mele :
Angelica e Medoro :
12: Non cerchi innamorarsiGeorg Christoph Wagenseil :
Ariodante :
13: Ombra cara
Giuseppe Millico :
Angelica e Medoro :
14: Sinfonia
15: Oh, dell’Anima mia
16: Giusti numiOrlando amore, gelosia, follia Filippo Mineccia The New Baroque Times cd Glossa 923523