Richard Strauss werd in 1919, samen met Franz Schalk, benoemd tot directeur van de Weense Staatsopera. Hij begon al snel met het componeren van een nieuw ballet voor de gerenoveerde, historische Redoutensaal, en tijdens het carnaval in februari 1923, werd het verrassend werk onthuld.
Het betrof een verrukkelijke reeks van acht arrangementen voor een klein orkest, van muziek van François Couperin (foto), met als titel, “Tanzsuite”. Voor het Divertimento, een orkestsuite met een voor Strauss karakteristieke, rijke, orkestratie, herschikte Strauss zes delen uit het werk en voegde er nog twee dansen aan toe. Strauss’ “Tanzsuite”, arrangementen van klavierstukken (“Pièces de Clavecin”, 1713-1730) van de Franse barokcomponist, François Couperin, was in eerste instantie bedoeld als een reeks guitige, instrumentale stukken, maar de magistrale, Weense Hofburg vormde weliswaar een bewonderenswaardig decor voor een ballet. De choreografie was van Heinrich Kröller (1880-1930). De acht dansen die de “Tanzsuite” vormen, beginnen met een Pavane, gevolgd door een Courante, Carillon, Sarabande, Gavotte, Wirbeltanz, Allemande en een Mars.Het Divertimento uit 1940-1941 werd gearrangeerd op voorstel van de dirigent, Clemens Krauss, die in april 1941, de eerste uitvoering dirigeerde in de Beierse Staatsopera in München. Het meeste van het Divertimento werd gecomponeerd als aanvulling op het werk “Verklungene Feste”. De compositie, Strauss noemde ze zelf “Tanzvisionen aus zwei Jahrhunderten”, waarvoor Strauss zes delen van de Tanzsuite herschikte, was gebaseerd op dansen die waren bedacht door Raoul-Auger Feuillet (ca.1660-1710), de auteur van “Chorégraphie, ou l’art de décrire la danse” (1700). Strauss voegde twee delen toe (III en VIII) en het werk werd als op. 86, gepubliceerd als een orkestsuite. In zijn orkestratie, maakte Strauss ook plaats voor een celesta, harp, klavecimbel en een orgel.Het scenario van het ballet speelt zich af in het Parijs van de jaren 1830. De hertog vraagt de prima ballerina en de eerste solodanseres van de Parijse Opera, om de oude feesten aan het hof uit de rococo-periode nieuw leven in te blazen. De danseres is daar echter niet blij mee. Ze voert nl. liever de opkomende romantische dansen op pointes uit. De plot leidt weliswaar tot een rococofeest met de nummers, Courante (Maestoso, Corps de ballet), Carillon (Allegretto vivace), Pas de cinq en Sarabande (Largo, Corps de ballet). Daarna volgt de allegorie “Flora en Zephyr”, waarin de dansers de geschiedenis van het ballet uitbeelden, en waarbij de hertog wordt geconfronteerd met zijn voorouders (Allemande, Moderato; Minuet, Andante). Als de hertog wakker wordt realiseert hij zich, dat hij de festiviteiten alleen maar heeft gedroomd…Jun Märkl (° 1959) (foto’s) is de zoon van een Japanse pianiste en een Duitse violist. Vanaf 1978 studeerde hij piano en viool aan de Musikhochschule Hannover en begon ook met directie te studeren. Later ging hij naar de Universiteit van Michigan. Hij was een leerling van o.a. Sergiu Celibidache, en won een toelage voor Tanglewood, waar hij onder de voogdij stond van Leonard Bernstein en Seiji Ozawa. Van 1991 tot 1994 was Märkl muziekdirecteur van het Saarländisches Staatstheater in Saarbrücken. Van 1994 tot 2000 was hij Generalmusik-directeur en operadirecteur van het Nationaal Theater in Mannheim. In de Verenigde Staten maakte hij zijn debuut als dirigent bij de Metropolitan Opera in februari 1999 met “Il trovatore”, en keerde in december 2000 terug met “Turandot”. In 2005 werd hij muziekdirecteur van het Orchestre National de Lyon (ONL). Met het ONL dirigeerde hij verschillende opnames voor het label Naxos, waaronder muziek van Debussy, Ravel en Olivier Messiaen. Märkl beëindigde zijn ONL-ambtstermijn in 2011. In september 2007 werd hij chef-dirigent van het MDR Symphony Orchestra in Leipzig. Märkl nam ontslag na het seizoen 2011-2012, en met ingang van het seizoen 2014-2015, werd hij muzikaal adviseur van het Baskisch Nationaal Orkest (Orquesta de Euskadi). In november 2014 verhief het orkest, Märkl met onmiddellijke ingang tot chef-dirigent tot en met het seizoen 2015-2016. Hij sloot zijn ambtstermijn af bij het Basque National Orchestra in juni 2017. Vanaf de zomer van 2021 vervoegt Märkl het Residentie Orkest als vaste gastdirigent.Richard Strauss Tanzsuite Divertimento New Zealand Symphony Jun Märkl cd Naxos 8.574217