Hoewel de Mexicaanse componist, Julián Carrillo (1875-1965), hoofdzakelijk herinnerd wordt als een pionier in de wetenschap van de akoestiek en microtonale muziek, heeft de muziek die hij in de eerste periode van zijn carrière componeerde, een indrukwekkende, laatromantische, lyrische weelde en ruimtelijkheid.Mexico heeft een rijke muziekgeschiedenis. In de 19de eeuw kregen de walsen van Juventino Rosas (1868-1894) wereldwijde erkenning en Manuel M. Ponce (1882-1948) werd erkend als een belangrijke componist voor de Spaanse klassieke gitaar, verantwoordelijk voor de verbreding van het repertoire voor dit instrument. Ponce schreef ook een rijk repertoire voor solo piano, piano en ensembles, en piano en orkest, waarbij hij de eerste periode van modernistisch nationalisme ontwikkelde, waarbij hij gebruik maakte van Indiaanse en Europese bronnen, maar deze samenvoegde tot een nieuwe, originele stijl. In de 20ste eeuw was Carlos Chávez (1899-1978) (foto) een opmerkelijke componist die symfonieën, balletten en kamermuziek componeerde, binnen verschillende esthetische oriëntaties. In zijn “Sinfonía India” (“Indische symfonie”) gebruikte hij bv. drie thema’s, gebaseerd op inheemse liederen uit Noord-Mexico. Een andere erkende componist was Silvestre Revueltas (1899-1940) die stukken schreef als “La noche de los mayas”, een eerbetoon aan García Lorca, Sensemayá, gebaseerd op een gedicht van Nicolás Guillén, en orkestsuites zoals “Janitzio” (1933) en “Redes” (1935), oorspronkelijk voor films gecomponeerd.José Pablo Moncayo (1912-1958) met composities als “Huapango”, Blas Galindo met “Sones de Mariachi”, en later, Arturo Márquez (°1950), met Danzón nr. 2, waren dan weer belangrijk voor de Mexicaanse symfonische muziek. Andere belangrijke Mexicanse componisten in die periode waren o.a. Miguel Lerdo de Tejada (1869-1941), Julián Carrillo (1875 -1965), José Rolón (1876-1945), Candelario Huízar (1883-1970), Eduardo Hernández Moncada (1899-1995), Luis Sandi (1905-1996), Higinio Ruvalcaba (1905-1976), Daniel Ayala Pérez (1906-1975) en Miguel Bernal Jiménez (1910-1956).In 1922 creëerde de violist, componist, dirigent, theoreticus en uitvinder, Julián Carrillo, het eerste microtonaal systeem in de geschiedenis van de (klassieke) muziek. In de daaropvolgende jaren ontwikkelde en construeerde hij ook harpen en piano’s die in staat waren muziek te spelen in klankfragmenten, zoals kwarten, zesde, achtste en zestiende. Zijn piano’s worden nog steeds in Duitsland vervaardigd. Julián Carrillo werd geboren in Ahualulco, een dorp in de staat San Luis Potosí in Mexico, als jongste van de 19! kinderen van Nabor Carrillo en Antonia Trujillo. Hij studeerde viool en compositie aan het Nationaal conservatorium in Mexico City, maar studeerde ook natuurkunde, akoestiek en wiskunde. Hij was een uitstekende student aan het conservatorium en ontving daarom van de regering van Porfirio Diaz, een beurs om verder te studeren aan het Conservatorium van Leipzig. Daar was hij eerste violist van het Conservatoriumorkest o.l.v. Hans Sitt en van het Gewandhaus Orchester o.l.v. Arthur Nikisch. Na zijn studies aan het conservatorium van Leipzig, ging hij naar België om zich als violist verder te bekwamen bij Hans Zimmer (een gewezen leerling van Eugène Ysaÿe) aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent.
Nadat hij in 1918 terugkeerde naar Mexico, werd hij dirigent van het Orquesta Sinfónica Nacional de México en in 1920 werd hij directeur van het Conservatorio Nacional de Música. Het was in die tijd dat hij “Sonido 13” (13de klank) ontwikkelde. De wetten die muziekintervallen definiëren, verbaasden Carrillo nl., wat hem ertoe bracht experimenten uit te voeren op zijn viool. Hij begon de manier waarop de toonhoogte van een snaar veranderde, afhankelijk van de vingerpositie te analyseren, en concludeerde dat er een manier moest zijn om de snaar in een oneindig aantal delen op te splitsen. Op een dag was Carrillo in staat om de vierde snaar van zijn viool met een scheermes in 16 delen te verdelen in het interval tussen de noten G en A, waardoor 16 unieke tonen werden gecreëerd. Dit evenement was het begin van “Sonido 13”, dat Carrillo ertoe bracht meer te studeren over natuurkunde en de aard van intervallen. Zijn prestaties en publicaties op dit gebied waren omvangrijk en bestonden uit meer dan 20 boeken, o.a. “Leyes (wetten) de Metamorfosis Musicales”, meer dan 40 composities, het patenteren van vijftien piano’s die kleine intervallen konden produceren, en het organiseren van het Sonido 13 Symphonic Orchestra, dat met microtonale muziek gecomponeerd door Carrillo, optrad in verschillende delen van de wereld. In 1958 toonde Carrillo zijn 15 metamorfoserende piano’s op de Wereldtentoonstelling in Brussel en won een gouden medaille. Daarna werden de piano’s getoond in de Salle Gaveau in Parijs. Julián Carrillo, Ivan Wyschnegradsky en Alois Hába ontmoetten elkaar in Parijs, waar ze dat jaar deelnamen aan het Internationaal Congres van Muziek.In 1933 werd Ahualulco (foto), de stad waar Julián Carrillo werd geboren, tijdelijk omgedoopt tot “Ahualulco del Sonido 13”, ter ere van het werk van Carrillo. Carrillo was nauw verbonden met het regime van Díaz, maar gaf de voorkeur aan neoclassicisme boven nationalisme.Op de cd staan de Symfonie nr. 2 in C, op. 7 (1905, herzien in 1957), Scottisch (“A Isabel”, 1890) (orkestratie van Uriel Luna Herrera), de ouverture, Intermezzo tot de 3de akte, en het indrukwekkend “Coro” de los insurrectos”, “Ved hermanos, en mares de sombra”, uit zijn opera, “Matilde o México en 1810”, en “Marcha Nupcial” nr. 2 (1910). De huwelijksmars werd gecomponeerd voor het huwelijk in januari 1910, van Maria de la Luz Landa y Osio (foto), de dochter van de rijke, Mexicaanse zakenman en politicus, Guillermo de Landa y Escandón, met William Douglas Arbuthnot-Leslie, in de kerk van San Francisco in Mexico Ciry.
Carrillo componeerde zijn opera, “Matilde o México en 1810”, in 1909, op verzoek van Porfirio Díaz om het eerste eeuwfeest van Mexico’s onafhankelijkheid te vieren. De première kon echter door de opstand tegen het bewind van Porfirio Díaz in 1910, niet plaatsvinden. De opera ging pas in september 2010, in het Universitair Cultureel Centrum “Bicentenario” in San Luis Potosí o.l.v. José Miramontes Zapata, in het kader van de festiviteiten van de 200ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Mexico, in première. De dramatische opera op een libretto van Leonardo S. Viramontes, vertelt het verhaal van twee geliefden, Matilda, “una española peninsular”, en León, een Creool met sympathie voor de mesties-bevolking. De hoofdrolspeelster Matilda, is de dochter van een kapitein van de royalistische troepen, terwijl haar minnaar deel uitmaakt van de onafhankelijkheidstroepen. Hun liefde die onmogelijk wordt door de onafhankelijkheidsoorlog, culmineert uiteindelijk in de zelfmoord van Matilda en de moord op León, door toedoen van Don Juan, de vader van Matilda.
De uitvoerders zijn Luis Guillermo Hernández Ávila (bariton), het Orquesta Sinfónica de San Luis Potosí en het Coro de San Luis Potosí o.l.v. José Miramontes Zapata. Een immense ontdekking!José Miramontes Zapata (°1960) studeerde aan de Escuela Nacional de Música van de Universidad Nacional Autónoma de México en studeerde orkest- en koordirectie bij Tatiana Ivanovna Khitrova, Victor Fediotov en Mikhail Kukuskin aan het Sint-Petersburg Conservatorium, waar hij een eredoctoraat behaalde. Van 1987 tot 1988 was hij professor aan de Escuela de Bellas Artes de Toluca. Sinds zijn terugkeer naar zijn geboorteland San Luis Potosí in 1995, viel hij op door de kwaliteit van zijn koor- en orkestwerk met lokale musici. In juli 2000 richtte hij het Orquesta Sinfónica de San Luis Potosí (OSSLP) op, dat zich nationaal en internationaal heeft gepositioneerd als een van de beste Mexicaanse symfonie orkesten. Onder zijn leiding is het San Luis Potosí Symfonie Orkest uitgenodigd om deel te nemen aan de internationale festivals van de Asociazione Mundiale Toscanini in Italië, en aan het Musicalta Festival in de Elzas. In augustus 2005 gaf het San Luis Potosí Symfonie Orkest onder zijn leiding als eerste in Latijns-Amerika, concerten in de Musikverein in Wenen. Hij dirigeerde ook het koor van de Escuela Estatal de Música de San Luis Potosí, dat zich onderscheidde als het eerste Mexicaans koor dat concerten gaf met het Schönberg Orchester in de zaal van de Berliner Philharmoniker. Momenteel is José Miramontes Zapata nog steeds de algemeen en artistiek directeur van het OSSLP.
Julián Carrillo Orchestral Music Coro y Orquesta Sinfonica de San Luis Potosi cd Toccata Classics TOCC 0583