Met lutherse melodieën uit de Nederlanden van de 16de eeuw herdenkt het ensemble “Camerata Trajectina “, dat het op 31 oktober 2017, 500 jaar geleden zal zijn dat Luther zijn 95 stellingen in Wittenberg publiek maakte en daarmee het begin van de reformatie inluidde.
De titel van de cd is ontleend aan het eerste lied dat Luther schreef. In het heel mooi bijhorend boekje met kleurenfoto’s, geeft tenor Nico van der Meel heel interessante achtergrondinformatie. In de Nederlanden drongen de opvattingen van Luther al snel door, schrijft hij. Het Augustijner klooster van Antwerpen dat in 1514 gesticht was, speelde daarbij een grote rol. Enkele broeders waren naar de universiteit van Wittenberg gegaan om er bij hun ordegenoten te studeren. Luthers geschriften gingen in gedrukte vorm al in 1518 in de stad rond. Karel V kon dit in zijn eigen Nederlanden niet gedogen. De boeken van Luther werden in 1520 verboden en er volgden boekverbrandingen in Leuven, Antwerpen, Gent en Utrecht. Hij stelde ook een inquisitie in, die in Leuven zetelde. Enkele kloosters werden ontmanteld, waaronder die van Antwerpen, Dordrecht en Middelburg. In 1523, vervolgt hij, belandden de twee hardnekkigste, Antwerpse monniken, Johannes van Essen en Hendrik Voes, in Brussel op de brandstapel. Zij werden de eerste martelaren van de reformatie. Voor Luther was dit de aanleiding om zijn allereerste lied “Ein neues Lied wir heben an” te schrijven, in vertaling, “Een nieuwe Liedt wy heven aen”, de titel van de cd
De inquisitie was ook in de Noordelijke Nederlanden actief, schrijft van der Meel. Van “lutherij” verdachte personen werden terechtgesteld maar de slachtoffers werden door de bevolking als helden gezien. Er werden liederen gemaakt waarin de helden van de lutherij werden bezongen. Deze liederen verschenen weliswaar pas tientallen jaren later in druk. Het is opvallend hoe dicht sommige zinsneden van deze liederen aansloten bij Luthers eerste lied over de verbranding van Voes en Van Essen. Nieuwe lutherse lederen werden al snel in het Nederlands vertaald en verspreidden zich veelal clandestien. Er ontstonden melodische varianten en soms werden de melodieën ritmischer of minder ritmisch, bv. deze voor samenzang tijdens de diensten in de vluchtelingengemeenschappen, zo lezen we. Luthers eerste lied had zelfs vanaf het begin twee varianten. De ene die ook nu nog in Duitsland de standaardmelodie is, vinden we in de vroegste liedboeken, de andere in een meerstemmige zetting van Johann Walther.
Jan Utenhove (1516-1566) was vanaf het begin van de jaren 1550 al begonnen psalmberijmingen te maken, o. a. op lutherse melodieën. Ze werden afwisselend uitgegeven in Londen en in Emden, de steden waar hij lange tijd woonde. Een volledig boek met psalmen en gezangen van zijn hand kwam kort na zijn overlijden uit, in het jaar van de Beeldenstorm, 1566.
Een jaar daarvoor was in Antwerpen al ‘Een Hantboecxken inhoudende den heelen Psalter des H. propheete David’ verschenen, een bewerking van het ‘Bonnisch Gesangbuch’ uit 1544. Willem van Haecht (ca. 1530-na 1585), een vooraanstaand lid van de Antwerpse rederijkerskamer “De Violieren”, completeerde een bruikbaarder berijmd psalter. Hij benutte daarvoor melodieën uit allerlei bronnen, ook calvinistische en lutherse. Daarnaast bevatte zijn liedboek zo’n 120 geestelijke liederen. Het zou ruim honderd jaar in gebruik blijven bij de lutherse gemeenschap in Antwerpen.
Johannes Ligarius (1529-1596), vervolgt van der Meel, liet in 1589 ‘Dat Woerdische Sangboeck’ samenstellen. Het bevat berijmingen van alle psalmen en vertalingen van vrijwel alle lutherse liederen. Daarnaast was er een inleiding met een korte biografie van Luther en een vertaling van Luthers voorwoord opgenomen in Walthers bundel, waarin “geystliche Lieder” vertaald werden als “Psalmen ende Geestelijcke Liedekens”.
De lutherse beweging zou in de Nederlanden nooit heel groot worden. Toch waren enkele lutherse liederen ook bij de calvinisten ingeburgerd en geliefd, zoals ‘Onse Vader in Hemelrijck’. De melodieën werden politiek ingezet door ze te voorzien van een parafraserende tekst. Het ‘Gentsch vaeder-onze’ bv. was een felle aanklacht tegen de landvoogd, de hertog van Alva. Ook het Drievuldigheidslied “Godt den Vaeder woon ons by” werd omgevormd tot een bijtend geuzelied. Het Luther lied ‘Ein feste Burg ist unser Gott” werd zonder aanpassing als strijdlied gezongen.
Op de cd staan composities van Adam Gumpelzhaimer, Arnold von Bruck, Balthasar Resinarius , Georg Förster, Georg Rhau, Johann Eccard, Johann Walther, Josquin des Prez, Ludwig Senfl, Lupus Hellingk, Michael Praetorius en Nicolas Vallet. U ontdekt o.a. een improvisatie op “Ein feste Burg ist unser Gott” en stichtende liederen als “Een nieuwe Liedt van twee Martelaers Christi tot Bruesel verbrant. Anno 1523”, “Een Christelijck Liedt, te singhen byde begraeffenisse” en “Die Hymnus, A solis ortus cardine”. Daarnaast zijn “Mijn siele mach gheen troost ontfaen”, “Nu heffen wy een nieu liet aen”, “Een Liedeken van Weynken Claes dochter”, Verheucht u Gods kinder alletijt, ” Godt den Vaeder ons bevrijt”, “Nu hout ons Heer by dinen woort”, “God is ghestaen in der saemlingh” en “Och Heer met dyner hulp verschijn” opgenomen. Het zijn liederen, al dan niet op in het Nederlands vertaalde psalmteksten.
De uitvoerders, vijf schitterende vocale solisten en vijf instrumentalisten op blokfluit, gamba, harp, luit en trom, zijn Sytse Buwalda (alt), Marcel Moester (bariton), Nico van der Meel (tenor), Hieke Meppelink (sopraan) en Jasper Schweppe (bariton), en Cassandra Luckhardt, Arjen Verhage, Saskia Coolen, Laurens Beijer en Constance Allanic. U kan alle teksten volgen in het bijhorend boekje. Uitzonderlijk verrijkend en heel origineel. Warm aanbevolen.
Een nieuwe Liedt wy heven aen Camerata Trajectina cd Globe GLO 5270