In dit heel interessant boek, leest u over het ontstaan van de eerste moderne natiestaten na de Franse Revolutie tot en met de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.“De Europese veldslagen” gaat over de belangrijkste gebeurtenissen tussen de oorlog van Napoleon tot keizer Wilhelm. De verschillende tijdvakken worden chronologisch behandeld. Het boek laat zien hoe das Militär en de politiek in een dodelijke verstrengeling raakten en Carl von Clausewitz’ stelling, dat ‘oorlog politiek met andere middelen’ is, wordt op even meeslepende als pijnlijke wijze gedemonstreerd. Het boek laat zich lezen als een reeks essays van verschillende kenners over de belangrijkste gebeurtenissen tussen de Napoleontische Oorlogen en het einde van de Eerste Wereldoorlog. De verschillende tijdvakken worden chronologisch behandeld.Nooit stonden zulke grote legers – hele volkeren – tegenover elkaar, en nooit was de oorlog zo totaal. Het werkterrein van de oorlogsgoden had zich ook uitgebreid tot de oorlogsindustrie en de oorlogspropaganda. Ook de voorboden van de latere Holocaust, zoals de moord op de Armeniërs, kwamen aan het licht. De oorlog had ook grote gevolgen voor het maatschappelijk leven. De Napoleontische oorlogen kwamen voort uit een revolutie en de Eerste Wereldoorlog deed verschillende monarchieën ineenstorten. Voor het tsaristisch Rusland betekende het tevens het startsein voor een zeer bloedige burgeroorlog en het communistische experiment. In Duitsland zou Hitler garen spinnen bij de ongelukkige Vrede van Versailles.In het boek wordt ingegaan op de militaire ontwikkeling die plaatsvond tussen de revolutionaire oorlogen van de jaren 1790 en de oorlog van 1914-18. “Zo was het ten tijde van Napoleon nog mogelijk”, zo lezen we, “om onderworpen naties onder de wapenen te roepen, ter oorlogvoerende landen in de Eerste Wereldoorlog alle zeilen moesten bijzetten om hun burgers in het veld te houden. De bijdrage van Menno Wielinga over de muiterijen in het Franse leger in 1917 is illustratief hiervoor. De planning van oorlog werd eveneens steeds ingewikkelder door de introductie van de spoorwegen, maar eveneens door het groeiend belang van de Amfibische landing als strategische optie, zoals in het geval van de Krimoorlog (1853-1856) en de landing bij de Dardanellen (1915).”Het boek opent met 3 bijdragen van Mark van Hattem, “Europa in brand 1792-1815. De oorlogen van de Franse revolutie en Napoleon Bonaparte”, “Onder Napoleons adelaar. Nederlandse soldaten als Frans bondgenoot 1795-1814”, en “Waterloo”. Daarna hebben Aat van Gilst, J. G. Kikkert en Bert van Nieuwenhuizen, het over “Carl von Clausewitz (1780-1831)” (foto), “De Tiendaagse Veldtocht 2-12 augustus 1831” en “Het Congres van Wenen (1815)”. Maurice Becker en Jan van Gelderen vervolgen dan met “De Krimoorlog” en “Florence Nightingale”, waarna Feiko R. S. van Asperen de Boer, “1815-1870. Van Waterloo tot de 1ste Frans-Duitse oorlog” en “Napoleon III versus Bismarck (De Frans-Duitse of Duits-Franse oorlog van 1870-1871” schetst.Na de essays, “De Duitse oorlogsplannen na 1871” (J. H. Buitenhuis, luitenant-kolonel b. d. der Artillerie), “Het Franse Plan XVII en de eerste veldslagen in het begin van augustus 1914 langs de noordgrens” (J. H. Buitenhuis), “De pendel des doods” (dr. Perry Pierik), en “De aanslag in Sarajevo” (Luc Vanacker), vervolgen W. J. Loos, luitenant-generaal b. d., dr. M. Kraayestein, dr. P. Schulten, en dr. Maartje Abbenhuisl over “Verdun 1916 – commandovoering aspecten”, “De strijd om de Dardanellen. Berichtgeving en beeldvorming” en “Rustig te midden van woedende golven – de moeilijke verdediging van de Nederlandse neutraliteit tijdens de Grote Oorlog”.Deze bijdragen worden gevolgd door “Shellshock versus troubles nerveux. De Britse en de Franse militaire psychiatrie tijdens de Eerste Wereldoorlog” (prof. dr. Hans Binneveld), “Ziek zonder loopgraaf: geslachtziekte en Spaanse Griep” (dr. Leo van Bergen), “De Duitse Keizer klopt aan” (Bert van Nieuwenhuizen), “Oorlog en genocide in het Ottomaanse Rijk, 1912-1922” (drs. Ugur Ümit Üngör), “De Verenigde Staten van neutraliteit naar belligerentie” (oorlogvoerend) (dr. Arthur Stam), “De muiterijen in het Franse leger in 1917” (Menno Wielinga), “IJzeren doodskisten. Het Duitse onderzeebootwapen in de Eerste Wereldoorlog” (Gerbrand Kip), “De ineenstorting van het Duitse keizerrijk in 1918” (J.H.J. Andriessen), en “De Grote Oorlog en de moderniteit” (Rob Hartmans).De bijdragen van Jan van Gelderen over Florence Nightingale en Leo van Bergen over de Spaanse Griep en geslachtsziekten, tonen aan dat het niet alleen een kwestie was om troepen te kleden en te voeden, maar dat het ook een uitdaging was om ze gezond te houden. Er vonden op dat vlak ware revoluties plaats die tot op heden doorwerken, inclusief de geestelijke gezondheid, zoals blijkt uit de bijdrage van Hans Binneveld over shellshock. Rijk geannoteerde bijdragen, chronologisch gerangschikt, afgerond met een tijdsbalk door Jan van Gelderen, waarop de gebeurtenissen uitgebreid worden toegelicht, besluiten het boek. Een aanrader.Ruud Bruijns (°1977) is historicus aan de Universiteit Leiden en publiceert over cultuurhistorische onderwerpen en politieke geschiedenis van de Lage Landen. Eerder schreef hij “Elitetroepen”, “De Ardennen in beeld”, “Hel in de Ardennen”, “Blitzkrieg onder vuur”, en “Liever revolutie dan oorlog”.Ruud Bruijns De Europese veldslagen de belangrijkste slagen van een eeuw 555 bladz. uitg. Aspekt ISBN 550 9789493001503
https://www.stretto.be/2017/06/26/keizer-wilhelm-ii-bij-uitgeverij-aspekt/