Het 1750-project biedt een reis van 1720 tot 1750 om de rijkdom en specificiteit van het muzikaal leven van een stad op een belangrijk moment in haar geschiedenis te ontdekken. De eerste stop is Venetië rond 1726, een cruciaal moment in de muziekgeschiedenis, wanneer de ontmoeting van twee stijlen een esthetisch keerpunt veroorzaakte. Op de cd staat muziek van Porpora, Giuseppe Sammartini, Domenico Scarlatti & Vivaldi.In de stad, die toen werd gedomineerd door Antonio Vivaldi (1678-1741), waren er verschillende van de beste Italiaanse musici, de Napolitaan Nicola Porpora (1686-1768) en de Milanees, Giuseppe Sammartini (1695-1750), die zich voorbereidden op een revolutie in de wereld van de blaasinstrumenten. De stad aan de lagune was een cultureel baken en een must voor vele edelen en musici uit Noord-Europa die hun opleiding en cultuur wilden voltooien. Verschillende Duitse componisten, onder wie Pisendel, Quantz, Hasse en zelfs Handel, reisden aan het begin van de 18de eeuw door Venetië, voor ze terugkeerden om het goede woord van de Italiaanse muziek in hun streken te prediken. Volg op deze cd een denkbeeldige reiziger die het muzikaal leven van Venetië rond 1726 ontdekt.Het doel van “The 1750 Project” is de verkenning van het muziekleven van een bepaalde stad in de periode 1720 tot 1750. Dus hier zijn ze begonnen met de landing in Venetië rond 1726. Dit is een tijd die gekozen is om een stijlverandering in de richting van de Rococo te markeren, een ontwikkeling die in Venetië ongetwijfeld een bijzondere impuls kreeg door de aankomst in de Adriatische stad in 1726 van de Napolitaan, Nicola Porpora (foto). Zijn “Ariana e Teseo”, die in 1727 in het San Giovanni Grisostomo-theater werd opgevoerd, was de derde van een reeks opera’s die voor Venetië waren gecomponeerd. ‘Pietosa Ciel difendimi’ is typerend voor de gracieuze, zoete stijl van de componist, een uitgebreide cantabile aria met een uitgebreide hobo-obbligato-partij waarin het personage (Carilda) om verlichting vraagt van de twijfels over de liefde die haar kwellen. Het wordt gezongen met een aanstekelijke frisheid en elegantie door de jonge Franse sopraan Perrine Devillers. Zij zingt ook een Porpora-kamercantate met continue begeleiding, in de vorm van een paar aria’s met een centraal recitatief,De hoofdvertegenwoordiger is Vivaldi, die het leeuwendeel krijgt van een programma met twee van zijn kamercantates, een hoboconcerto en een van de zogenaamde ‘Manchester’ vioolsonates. Beide cantates, ‘All’omba di sospetta’, RV 687, die een obbligato-partij voor fluit heeft, en ‘Che giova il sospirar’, RV 679, zijn buitengewoon goed gezongen met een ongebruikelijk, begeleiding voor strijkers. Het begint met een uitgebreid recitatief dat klaagt over de pijn van ‘wrede Irene’. De prachtige aria die volgt, wordt verbogen met chromatische pijn, terwijl de vurige laatste aria meer retorisch klinkt.
Vivaldi’s Vioolsonate in A, RV 758, wordt door Jacek Kurzydlo (foto) met een uitstekende techniek en een prachtig genuanceerde toon gespeeld. In vier delen, opent het met een Siciliana prelude, mooi gevormd met exquise nuance. De volgende Corrente, behendig en pittig, heeft een uitstekende intonatie, terwijl het Andante een volksmuziek achtig element introduceert.Het Vivaldi ‘Hobo’ Concerto in re klein, is een transcriptie is van het negende van zijn Vioolconcerti op. 8, “Il Cimento dell’armonia e dell’invenzione”, terwijl Domenico Scarlatti’s Sonate in E, K. 162 met de contrasten speelt tussen een bedachtzaam andante en een helder allegro, waardoor een bijna spiegelbeeld ontstaat tussen de twee helften van een binaire structuur. Ten slotte geeft Giuseppe Sammartini’s hobosonate in C niet alleen Laurent een nieuwe kans om zijn bekwaamheid te demonstreren, maar biedt hij ook een ander voorbeeld van meer toekomstgerichte trends, de voorzichtige aarzeling van de centrale andante lento die de meest karakteristieke momenten van de sonate oplevert.De uitvoerders zijn Perrine Devillers, sopraan, Benoit Laurent, hobo en directie, Jan Van den Borre, traverso, Jacek Kurzydlo, viool, Salomé Rateau, viool, Nadine Henrichs, altviool, Mathilde Wolfs, cello, en Korneel Bernolet, klavecimbel.De Franse sopraan Perrine Devillers uit Rouen, studeerde aan het Lycée Jeanne d’Arc in Rouen en studeerde er aan het Conservatorium, met name in de Maîtrise en het Ensemble Vocal. Daarna behaalde ze een 1ste prijs klarinet aan het Conservatorium van Parijs. Tegenwoordig is ze klarinetlerares en studeert ze zang aan de Schola Cantorum Basiliensis bij Ulrich Messthaler, Andreas Scholl en Anthony Rooley. Perrine Devillers treedt op als soliste en koorzangeres in Frankrijk en in Bazel onder leiding van Vincent Dumestre, Benjamin Alard, Rinaldo Alessandrini, Andrea Marcon en Raphaël Pichon.Tracklist:
-Antonio Vivaldi (1678 – 1741):
Concerto for Oboe, Strings and Continuo in D Minor, RV 454
Cantata All’ombra di sospetto for Soprano, Traverso and Continuo, RV 687
Sonata for Violin and Continuo in A Major, RV 758
-Domenico Scarlatti (1685 – 1757):
Sonata for Harpsichord in E Major, K. 162
-Nicola Porpora (1686 – 1768):
Aria “Pietoso Ciel difendimi” for Soprano, Oboe, Strings and Continuo
Cantata Questo è il platano frondoso for Soprano and Continuo
-Giuseppe Sammartini (1695 – 1750):
Sonata for Oboe and Continuo in C Major, GSM 1323b
-Antonio Vivaldi:
Cantata Che giova il sospirar, povero core for Soprano, Strings and Continuo, RV 679SERENISSIMA A MUSICAL PORTRAIT OF VENICE AROUND 1726 Perrine Devillers The 1750 Project Benoit Laurent cd Ramée RAM1902