Op de cd staan Beethovens Cellosonaten nr. 1 in F en nr. 2 in sol klein, op.5, zijn 7 Variaties op “Bei Männern, welche Liebe fühlen”, voor cello en piano, WoO 46, en de Nocturne, “Souvenir de la Flûte enchantée”, van Camille Pleyel, Charles-Nicolas Baudiot.Op het programma van cellist Raphaël Pidoux en fortepianist Tanguy de Williencourt staat Beethovens sonate voor cello en piano op. 5 nrs. 1 & 2, gecomponeerd voor Duport, de eerste cellist van de Pruisische vorst Frederik Willem II (1712-1786), en opgedragen aan de vorst zelf, die een grote voorliefde had voor de cello. Beethoven geeft in zijn compositie de cello en de piano een gelijkwaardige rol. Beethovens sonate voor cello en piano wordt gecombineerd met zeven variaties op het duet “Bei Männern, welche Liebe fühlen” uit Mozarts Zauberflöte. Het programma wordt afgesloten met de Nocturne, “Souvenirs de La Flûte enchantée” van Camille Pleyel en de Franse cellist, Charles-Nicolas Baudiot. De werken worden uitgevoerd op instrumenten uit de collectie van Musée de la musique. Raphaël Pidoux speelt op een cello Pietro Guarneri de Venise uit 1734; Tanguy de Williencourt op een piano van de Duitse pianobouwer Carl Julius Gebauhr uit Köningsberg ca. 1855.De Cellosonates nrs. 1 en nr. 2, op.5 werden gecomponeerd in 1796, terwijl Beethoven in Berlijn was. Daar ontmoette hij de koning van Pruisen Friedrich Wilhelm II (foto), een fervent muziekliefhebber en een cellist. Hoewel de sonates opgedragen zijn aan Friedrich Wilhelm II, vertelt Ferdinand Ries dat Beethoven verschillende keren aan het hof speelde, waar hij ook de twee cellosonates speelde, op.5, gecomponeerd voor Duport (de eerste cellist van de koning). Hoewel Jean-Pierre Duport een van de leraren van de koning was, wordt nu aangenomen dat het zijn broer, Jean-Louis Duport was, die deze sonates in première speelde.De cellist, pedagoog en componist, Jean-Louis Duport (1749-1819) (foto), ook wel bekend als Duport de Jongere, om hem te onderscheiden van zijn oudere broer (en leraar) Jean-Pierre (1741-1818), is vandaag misschien het best bekend om zijn 21 études voor solo cello die het laatste deel vormen van de “Essai sur le doigté du violoncelle et sur la conduite de l’archet” uit 1806, een baanbrekend werk voor cello-techniek. Hij schreef ook zes celloconcerti en Études pour violoncello. In 1812 keerde Jean-Louis terug naar Parijs, waar hij Napoleon ontmoette, die erop stond Duports Stradivarius-cello uit te proberen. Hij vroeg, “Hoe houdt u dit ding vast, mijnheer Duport?” Duport was bang dat Napoleon het zou beschadigen, waarna Napoleon het lachend teruggaf aan de meer voorzichtige cellist. Napoleon had eigenlijk een klein deukje in de ribben van de cello gemaakt, wat nog steeds te zien is op het instrument. Het werd later eigendom van de cellisten, Auguste Franchomme en Rostropovich.In het begin van de 19de eeuw werden sonates voor piano en instrument meestal geadverteerd als pianosonates met instrumentale begeleiding. Beethovens eerste vioolsonates werden bijvoorbeeld gepubliceerd als ‘sonates voor piano met begeleiding van de viool’. De cellosonate was nl. uit sonates voor continuo voortgekomen. In het begin van de 19de eeuw was het nog steeds gebruikelijk dat de cello in cellosonates, de partij voor de linkerhand van de piano verdubbelde, terwijl de partij voor de rechterhand, uit versieringen en het spelen van de melodie bestond. Beethoven componeerde weliswaar één van de eerste cellosonates met een uitgeschreven, zelfstandige pianopartij. Beide sonates zijn in twee bewegingen, met een uitgebreide adagio-inleiding, telkens voorafgaand aan een allegro.Beethoven componeerde zijn Mozart-variaties, WoO46, in 1801, zo ongeveer halverwege tussen de op. 5- en op. 69-sonates. Aan het begin van dat jaar bracht Schikaneder nl. Mozarts “Die Zauberflöte” in het nieuw Theater an der Wien. Dit inspireerde hoogstwaarschijnlijk Beethoven tot zijn zeven variaties op het duet ‘Bei Männern, welche Liebe fühlen’. De frases van het Andante-thema worden In de eerste vier variaties gedeeld tussen de twee instrumenten. Het tempo versnelt in de speelse, vijfde variatie, maar vertraagt tot een Adagio voor de rapsodische zesde. De laatste variatie, Allegro, ma non troppo, wordt gevolgd door een uitgebreide coda die een nieuw thema introduceert in do klein. Na een voortdurende neiging tot pianissimo, komt het fortissimo-einde als een verrassing.Beethoven droeg deze variaties op aan graaf von Browne. Graaf Johann Georg von Browne (1767-1827) (foto) was een officier in het Russisch leger en vestigde zich in Wenen, waar hij tijdens de vroege carrière van de componist, beschermheer was van Ludwig van Beethoven. Beethoven bezocht vaak zijn huis en zijn composities werden daar vaak uitgevoerd. Ferdinand Ries, een leerling van Beethoven, werd door zijn aanbeveling benoemd tot pianist in het huis van von Browne.Raphael Pidoux (°1967) begon met cello spelen bij zijn vader, de cellist, Roland Pidoux. In 1987 won Raphael Pidoux de eerste prijs aan het Nationaal Conservatorium voor Muziek en Dans in Parijs in de klas van Philippe Muller. Hij studeerde vervolgens aan de Universiteit van Indiana bij Janos Starker en als kamermusicus studeerde hij aan de Hochschule in Keulen bij Menahem Pressler en leden van het Amadeus Quartet. In 1988 won hij de Internationale Muziekwedstrijd van de ARD in München en de derde prijs op de internationale competitie Johann Sebastian Bach in Leipzig. Raphael Pidoux speelt op een cello van Goffredo Cappa (1680) met een heel bijzondere strijkstok van William Dodd uit 1790-1795. Hij is de cellist van het “Trio Wanderer” en sinds september 2014, geeft Raphael Pidoux, als opvolger van Philippe Muller, les aan het Nationaal Conservatorium van Parijs.
Na zijn studie piano, kamermuziek, begeleiding en begeleiding aan het Conservatoire National Supérieur de Musique de Paris, kreeg Tanguy de Williencourt (foto) de steun van zowel Blüthner als de Fondation Banque Populaire, en won in 2016, prijzen van de Société des Arts de Genève, ADAMI (Klassieke openbaring), SPEDIDAM en werd hij bekroond met een prijs op de gezamenlijke Play-Direct-wedstrijd van de Philharmonie de Paris/Orchestre de Chambre de Paris. Parallel hieraan had hij het voorrecht om nauw samen te werken met Maria João Pires, Christoph Eschenbach, Stephen Kovacevich en Paul Badura-Skoda.
Beethoven Cello Sonatas, Op. 5 Raphael Pidoux Violoncelle Pietro Guarneri de Venise Tanguy de Williencourt Piano Carl Julius Gebauhr cd harmonia mundi HMM902410