Walter Isaacson, auteur van de bekroonde bestsellers “Kissinger: A Biography” (1992), “Benjamin Franklin: An American Life” (2003) en “Einstein: His Life and Universe” (2007), schreef nu een rijk geïllustreerde biografie van de geniale “uomo universale”. Isaacson onthulde nu de geheimen van het wellicht grootste genie uit de geschiedenis. Hij schreef nl. een boek over het bijzonder leven van…Leonardo da Vinci.
Leonardo da Vinci wordt gezien als het meest creatieve genie ooit. Naast zijn wereldberoemd werk als schilder was hij uitvinder, schrijver, architect, beeldhouwer, componist, anatomist, filosoof, natuurkundige, scheikundige en ingenieur.
Op basis van duizenden pagina’s van Da Vinci’s notitieboekjes en nieuwe ontdekkingen over zijn leven en werk vertelt Isaacson een prachtig verhaal over hoe Da Vinci’s kunst verweven was met wetenschap. Hij laat zien hoe Da Vinci’s genialiteit gebaseerd was op gepassioneerde nieuwsgierigheid, zorgvuldige observatie en verbeeldingskracht die grenst aan fantasie.
Da Vinci produceerde twee van de beroemdste schilderijen in de geschiedenis, “Het Laatste Avondmaal” en “Mona Lisa”. Daarnaast maakte hij, met een soms aan obsessie grenzende hartstocht, innovatieve studies van anatomie, fossielen, vogels, het hart, vliegmachines, plantkunde, geologie en wapens. Da Vinci’s vermogen geesteswetenschappen en bètawetenschappen te combineren, zorgde ervoor dat zijn tekening van de Vitruviusman legendarisch werd en dat hij als het meest creatieve genie van de geschiedenis wordt gezien.
Leonardo’s genialiteit was wel degelijk menselijk, gesmeed door zijn eigen wil en ambitie, schrijft Isaacson. Zijn denkbeelden drongen door in alles wat hij aanraakte, in zijn toneelproducties, zijn plannen rivieren om te leiden, zijn ontwerpen voor de ideale stad en in zijn bouwtekeningen van vliegtoestellen, m.a.w. in bijna ieder aspect van zijn kunst en van zijn technologie. Zijn brief aan de doge van Milaan was hiervan een voorbeeld, aangezien zijn vaardigheden als militair bouwkundige alleen in zijn eigen geest bestonden.
Zijn oorspronkelijke rol aan het hof was niet het maken van wapens, maar het ontwerpen van feesten en spektakels, vervolgt Isaacson. Zelfs op het hoogtepunt van zijn carrière was het merendeel van zijn vlieg- en vechtapparaten eerder denkbeeldig dan uitvoerbaar. “Eerst dacht ik” schrijft Isaacson, “dat zijn neiging tot fantaseren een tekortkoming was, die een gebrek aan discipline en ijver verried dat samenhing met zijn neiging om kunstwerken onaf te laten en verhandelingen niet te voltooien. In zekere zin was dat ook zo. Zijn vermogen om de grens tussen fantasie en werkelijkheid te vervagen, net als zijn sfumato-techniek voor het vervagen van de lijnen in een schilderij. Leonardo wist hoe observatie en inbeelding te combineren, en dat maakte hem tot de meest complete uitvinder in de geschiedenis”.
Zijn vermogen kunst, natuurwetenschappen, technologie, geesteswetenschappen en verbeeldingskracht te combineren was en blijft een voortdurend recept voor creativiteit. Dat was ook zijn berusting in het feit dat hij een misfit was: onwettig, homo, vegetariër, linkshandig, snel afgeleid en soms opstandig. De vijftiende eeuw van Leonardo en Columbus en Guttenberg was een tijd van uitvindingen, van ontdekkingsreizen en van de verspreiding van kennis door een nieuwe techniek.
Het uitgangspunt voor dit boek waren Leonardo’s aantekenboeken. Ruim 7200 bladzijden aantekeningen en kladjes, die wonderlijk genoeg nog steeds bestaan, waaronder notities in spiegelschrift. Alles naast elkaar gekrabbeld, zonder enige waarneembare samenhang, staan rekensommen, schetsen van zijn duivelse jonge vriend, vogels, vliegtoestellen, toneelattributen, tegenstroompjes, hartkleppen, groteske koppen, engelen, sifons, plantenstengels, open gezaagde schedels, tips voor schilders, aantekeningen over het oog en optica, oorlogstuig, fabels, raadsels en studie voor schilderijen.
Het boek opent met een schitterende tijdbalk in kleur en de voorstelling van 20 hoofdrolspelers. Onder hen ontmoeten we o.a. Cesare Borgia, de onwettige zoon van paus Alexander VI, Ludovico Sforza, vanaf 1494 doge van Milaan en Charles d’Amboise, de Franse gouverneur van Milaan, die allen beschermheren waren van Leonardo, Frans I, vanaf 1515 koning van Frankrijk, Leonardo’s laatste beschermheer, Francesco Melzi, die in 1507 in Leonardo’s huishouden kwam en zijn surrogaat-zoon en erfgenaam werd, en we ontmoeten o.a. Andrea del Verrocchio, Florentijnse beeldhouwer, goudsmid en schilder in wiens werkplaats Leonardo van 1466 tot 1477 werd opgeleid en werkte.
Isaacson beschrijft eerst uitvoerig Leonardo’s Jeugd in Vinci, 1452-1464 en zijn leertijd. Dan vervolgt hij zijn reis naar Milaan en heeft hij het uitvoerig over Leonardo’s aantekenboeken, de beroemd geworden Vitruviusman, Leonardo de wetenschapper die vogels en het fenomeen vliegen bestudeert, de mechanische kunsten en wiskunde. Daarna volgt formidabele duiding en situering van de Milanese portretten, “Het laatste avondmaal”, Leonardo’s Florence, “De heilige Anna”, verloren en gevonden schilderijen, Cesare Borgia, Waterbouwkundig ingenieur, anatomie, “Mona Lisa” en uiteindelijk Frankrijk. Een feno-, fenomenaal boek! Een monument!
Walter Isaacson (°1952) is de president en CEO van het heel prestigieuze “Aspen Institute” (“Aspen Institute of Humanistic Studies”). In het verleden was hij tevens het hoofd en de CEO van “CNN” en hoofdredacteur van “Time Magazine”.
Leonardo da Vinci Walter Isaacson 640 bladz. geïllustreerd Uitg. Unieboek/Het Spectrum ISBN 9789000358670