Mozart had zelf vier van zijn eerdere concerti gearrangeerd voor een ensemble van piano, strijkkwartet en bas, in functie van het spelen van huismuziek. In de loop van de 19de eeuw volgden talrijke transcripties, vooral die van de dirigent en componist, Ignaz Lachner (1807-1895).De concerti hier, gearrangeerd door Lachner, zijn K.271 ‘Jeunehomme’, een bijzonder briljant werk, en het charmant concerto K.453. De broers Ignaz, Franz en Vinzenz Lachner (foto) waren allen componisten. De Duitse violist, organist, componist van strijkkwartetten en pianotrio’s, (met altviool in de plaats van cello), en dirigent, Ignaz (foto), was eerst organist in de hervormde kerk in Wenen en vervolgens werd hij violist in het orkest in het Hofoperntheater. Daarna werd hij muziekdirecteur in Stuttgart, kort erna in München, en vervolgens werd hij Kapellmeister, in Hamburg (1853) en van het Stadttheater in Frankfurt am Main (1861). Lachner liet Mozarts pianopartijen onaangeroerd en verwerkte in zijn transcripties voor strijkers, op ingenieuze wijze alle orkestpartijen, inclusief de blaaspartijen. Vanaf zijn 15de Pianoconcerto uit 1784, bevatten Mozarts orkestpartijen immers reeds veel houtblazers, fluit, hobo’s en fagotten. Lachner droeg wel bij aan de begeleiding door een partij voor contrabas toe te voegen. De cadensen in beide concerti zijn de originele cadensen van Mozart.
Mozarts eerste 4 Pianoconcerti die hij in 1767 als 11-jarige! in Salzburg componeerde, waren bewerkingen van bewegingen uit werken van Raupach, Honauer, Schobert, Eckard en C.Ph.Bach. In 1772 componeerde Mozart een drietal concerti die bewerkingen waren van bewegingen van de Sonates op. 5 van Johann Christian Bach, aangevuld met eigen instrumentale partijen. In 1776 componeerde hij KV 242 voor 3 piano’s, voor de gezusters Lodron (bijgenaamd ‘Lodronconcert’) en KV 246 voor Gravin Lützow (bijgenaamd ‘Lützowconcert’). Behalve de eerste 4 concerti (KV 37, 39, 40 en 41) en de niet als concerto genummerde 3 concerti (KV 107) voor klavecimbel, componeerde hij alle concerti voor pianoforte. De Weense concerti, vanaf nr. 11, alle gecomponeerd na 1781, waren, met uitzondering van KV 449 en KV 453, gecomponeerd voor Barbara Ployer, bedoeld voor uitvoering door Mozart zelf tijdens de abonnementsconcerten die hij organiseerde.Mozart voltooide het Pianoconcerto nr. 9 in januari 1777, negen maanden na zijn vorig Pianoconcerto nr. 8 in C en met weinig belangrijke composities in de tussenliggende periode. Het werk is bekend als het “Jeunehomme Concerto”. Eerst dacht men dat Mozart het stuk schreef voor een niet nader genoemde, Franse pianist, ‘Jeunehomme’, die Salzburg bezocht. Ondertussen is aangetoond dat Mozart het Concerto componeerde voor Victoire Jenamy (1749-1812), een dochter van de danser en choreograaf, Jean-Georges Noverre (foto), die een van Mozarts vrienden was. Mozart had Jenamy ontmoet tijdens zijn verblijf in Wenen in 1773. In Paris componeerde hij overigens muziek bij Noverre’s ballet “Les petits riens” (1778). Mozart voerde het Concerto uit tijdens een privéconcert op 4 oktober 1777 maar Jenamy had het werk mogelijk eerder in première gespeeld.De datum van de première van het Pianoconcerto nr. 17 in G, KV. 453, is onzeker. Het werk zou op 13 juni 1784 in première zijn gespeeld door Mozarts leerlinge, Barbara Ployer (1765-1811), tijdens een concert in haar huis in Döbling. Daarna speelde Ployer samen met Mozart, zijn Sonate voor twee piano’s, K. 448. Een andere mogelijkheid is dat Mozart zijn Concerto uitvoerde op een concert met de violiste, Regina Strinasacchi op 29 april 1784 in het Kärntnertortheater. De algemene consensus is dat met relatieve zekerheid kan worden vastgesteld dat het werk in première ging in het late voorjaar van 1784, net na de voltooiing ervan. De finale is een beweging met 5 variaties, waarvan het vrolijk thema (notenvoorbeeld) zou gefloten zijn door de spreeuw van Mozart. Net als de 2 vorige releases is ook deze uitvoering levendig. De balans is optimaal en de klank is heerlijk transparant en niettemin krachtig en vol. Beide werken beleven hier daarenboven in de arrangementen van Lachner, hun Wereldpremière-opnames.Alon Goldstein (°1970) studeerde af aan het Peabody Conservatory of Music, studeerde bij Leon Fleisher en ontving beurzen van de America Israel Cultural Foundation. Na zijn afstuderen werd hij “Performer Fellow” aan de Guildhall School of Music and Drama in Londen, waar hij kamermuziekconcerten initieerde, evenals een jaarlijks festival, gewijd aan het pianoduetrepertoire. Hij was een artist in residence aan de “Theo Lieven” piano academie in Como in Italië en is momenteel “Distinguished Visiting Professor” aan de Universiteit van Missouri – Kansas City.Alex Bickard (foto) won de Juilliard contrabasconcertcompetitie op 19-jarige leeftijd, wat resulteerde in zijn solodebuut in de Alice Tully Hall in het Lincoln Center. Hij speelde op festivals in Tanglewood, Ravinia, Pacific en Castleton, en speelde kamermuziek met het Ariel Quartet en het Fine Arts Quartet en de Internationale Sejong Soloists (foto).Mozart Piano Concertos Nos. 9 and 17 (arr. Ignaz Lachner) Alon Goldstein, Piano Fine Arts Quartet cd Naxos 8.574164