Voor zijn eerste opname neemt het Quartetto Bernardini u mee naar de gouden eeuw van een formatie, bestaande uit hobo, viool, altviool en cello. Het programma bestaat uit een selectie van representatieve stukken, geschreven tussen 1780 en 1818, door componisten van verschillende nationaliteiten, hier verenigd in hun diversiteit. Het programma opent met één van Johann Christian Bachs eerste Kwartetten, gaat verder met Mozarts Kwartet KV370/360b, en wordt gevolgd door een Romance met variaties van de Boheems-Franse componist, Charles Bochsa (père). Daarna volgt een belangrijk vierdelig Kwartet van de cellist, Justus Johann Friedrich Dotzauer, en een charmant Kwartet van Alessandro Rolla (foto), violist en dirigent van La Scala in Milaan en de leraar van Paganini. Het programma eindigt met een meditatieve canon van de Boheemse componist, kapelmeester, hoboïst en paukenist, Jiří Družecký (Georg Druschetzky), gebaseerd op een beroemd Luthers koraal van Johann Kirnberger (1721-1783).Karl (Charles) (de) Bochsa (1760-1821) was een Franse componist, hoboïst en muziekuitgever, die na de revolutie, afstand deed van zijn adellijke titel. Charles Bochsa kwam oorspronkelijk uit Bohemen. Zijn geboortedatum en -plaats zijn onbekend, hoewel bepaalde bronnen, Zamberk, 1760 aangeven. De reden waarom hij rond 1780 naar Frankrijk verhuisde is niet bekend. Hij werkte eerst als militair muzikant in Montmédy, waar hij in 1786 trouwde met Marie Charlotte Vautrain, in Bar-le-Duc, en later als hoboïst in de theaters van Lyon en Bordeaux. Rond 1806 verhuisde hij naar Parijs, werd er uitgever en opende daar een muziekwinkel. Hij was de vader van de harpist, Robert Nicolas-Charles Bochsa (1789-1856) (foto), wiens losbandig leven tot de sluiting van de winkel leidde. Hij componeerde veel kamermuziek en schreef een handboek voor fluit, “Méthode et Airs Pour La Flûte”.Justus Johann Friedrich Dotzauer (1783-1860) speelde op jonge leeftijd al verschillende instrumenten, waaronder piano, contrabas, viool, klarinet en hoorn. Hij kreeg theorielessen van de organist van de plaatselijke kerk en zijn eerste cellolessen ontving hij van een Hoftrompetist. Toen Dotzauer voor cello koos, kreeg hij les van verscheidene leraren, onder wie Johann Jacob Kriegk, een leerling van Jean-Louis Duport. In 1806 ontmoette hij Bernhard Romberg in Berlijn, met wie hij zich verder in de cellostudie verdiepte. Hierna werd hij cellist in het Gewandhausorchester. Dotzauerer componeerde symfonieën, concerti, opera’s, kamermuziekwerken en sonates, maar is vandaag nog enkel bekend door zijn “Violoncellschules”, 3 delen met études en capriccio’s voor cello solo.
Jiří Družecký, lid van de militaire kapel van het 50ste Regiment der Grenadiers, kreeg zijn muzikale opleiding bij het leger en werd militair kapelmeester. Hij studeerde ook bij de bekende Italiaanse hoboïst, Antonio Besozzi, en vanaf 1777 ging hij als laatste “Heerespauker (Paukenist van het leger) in dienst in Opper-Oostenrijk en was actief in het muziekleven van de stad Linz. In 1783 vertrok hij naar Wenen en werd er lid van de “Tonkünstler-Sozietät”. Vanaf 1787 was hij kapelmeester in dienst van de hertog Antal Grassalkowicz von Gyarak in Bratislava (Preßburg), en werkte vanaf 1790 bij Graaf József Batthyány als huiscomponist. Vanaf 1813 was hij muziekdirecteur aan het hof van de kunstminnende aartshertog, Joseph Anton Johann Baptist van Oostenrijk (1776-1847) (foto), een zoon van keizer Leopold II. (1747-1792). Družecký heeft een uitstekende bewerking voor harmonieorkest gemaakt van Haydns “Die vier Jahreszeiten” en “Die Schöpfung” en van het Septet, op. 20 van Beethoven.Alfredo en Cecilia Bernardini (foto), vader en dochter, respectievelijk hobo/dirigent en eerste viool van het Zefiro Ensemble, worden begeleid door de Duitse altvioliste, Simone Jandl, en de Nederlandse cellist, Marcus van den Munckhof. Voor de gelegenheid speelt Alfredo Bernardini op 5 verschillende historische hobo’s. Heel bijzonder.De Italiaanse hoboïst, Alfredo Bernardini (°1961) (foto), geboren in Rome, kwam in 1981 naar Nederland om zich o.a. bij Bruce Haynes en Ku Ebbinge, te specialiseren in barokhobo en oude muziek. In 1987 behaalde hij zijn diploma uitvoerend musicus aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Bernardini speelde concerten overal in Europa, de Verenigde Staten, Japan, China, Israël, Egypte, Zuid Amerika en Australïe, als lid of gast van vooraanstaande barokensembles of orkesten, zoals Hesperion XX, Le Concert des Nations, La Petite Bande, Freiburger Barockorchester, The English Concert, Bach Collegium Japan en The Amsterdam Baroque Orchestra. In 1989 richtte hij samen met de broers Paolo (hobo) en Alberto Grazzi (fagot), het Ensemble “Zefiro” op.
Quartetto Bernardini -Around mozart. A journey through the golden age of the oboe quartet cd Arcana A 482