Bert Esselink beschrijft in “Honderd jaar schoonheid & schuld”, de eerste biografie van de fascinerende Rivierenbuurt in Amsterdam-Zuid, op meeslepende wijze, de geschiedenis, architectuur en bewoners van de buurt, die begin vorige eeuw werd ontworpen als onderdeel van Berlage’s Plan Zuid.Aan het begin van de 20ste eeuw werd door de Amsterdamse gemeenteraad aan Hendrik Petrus Berlage (1856-1934) (foto) gevraagd, een plan te ontwerpen voor de ontwikkeling van het gebied ten zuiden van de stad tussen de rivieren Amstel en Schinkel. Berlage had in Amsterdam immers naam gemaakt als ontwerper van ‘De Algemeene’ (1893) op het Damrak (later C&A), het vakbondsgebouw voor de Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond, (de Burcht van Berlage) (1900), en de Beurs (1903). In 1904 presenteerde hij een ambitieus plan van kronkelende straten, dat zeer nauw op de bestaande stad aansloot. Na onderzoek bleek dit echter een te kostbaar en weinig efficiënt plan te zijn.In 1914 presenteerde Berlage een nieuw plan, dit keer met kaarsrechte, nauwe straten en langwerpige bouwblokken, doorsneden door enkele brede hoofdassen. Dit plan bleek veel beter realiseerbaar en efficiënter. In 1917 verleende de gemeenteraad haar goedkeuring. In de stijl van de Amsterdamse School werd tussen 1917 en 1925, de wijk Nieuw Zuid, bestaande uit de Rivierenbuurt, de Apollobuurt en de Stadionbuurt, gebouwd. Ook een groot deel van de Nieuwe Pijp of Zuid-Pijp, zijnde de Diamantbuurt en het gedeelte tussen de Tweede Van der Helststraat en de Van Woustraat, behoorde tot het Plan Zuid.Het ontwerp van Berlage werd slechts in grote lijnen uitgevoerd. Op de plaats waar hij een academisch ziekenhuis had gepland, bouwde de socialistische woningbouwvereniging, “De Dageraad”, een groot woningencomplex (foto), 294 woningen en zes winkels, naar ontwerp van Michel de Klerk en Piet Kramer, dat in juli 1922 door de SDAP wethouder Volkshuisvesting, Salomon (Monne) Rodrigue de Miranda (foto), een gedreven politicus, bekend voor een groot aantal bekende projecten, feestelijk geopend werd.Op een groot terrein ten oosten van de Ferdinand Bolstraat, werd een universiteitsgebouw gedacht. Na de brand in 1929 in het Paleis voor Volksvlijt aan het Frederiksplein, verrees een noodgebouw, de ‘Oude Rai’. Later werd een plan voor een operagebouw gemaakt, maar dit kwam er niet. Het verrees later aan het Waterlooplein (Stopera). Uiteindelijk werd dit gebied ingevuld met het Okura Hotel, Sporthal “De Pijp” en woningbouw (o.a. de “Oude Raai”). Daar waar aan de kop van de Minervalaan, een gebouw voor de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten had moeten komen, verrees in de jaren ’60, het Hilton Hotel.De Tweede Wereldoorlog had een enorme weerslag op de Rivierenbuurt. Van de 17.000 joodse inwoners werd het merendeel gedeporteerd en vermoord. Behalve aan deze zwarte episode besteedt Esselink ook ruim aandacht aan alle bekende kunstenaars, sporters, journalisten, politici en onderwereldfiguren die een geschiedenis hebben met de buurt, o.a. Anne Frank, Audrey Hepburn en Sonja Barend. Het boek dat ook een fraaie platenatlas is, compleet met straatnamenregister achterin, sluit af met een tijdlijn en een overzicht van alle adressen waar iets bijzonders is gebeurd of iets moois is te zien, waaronder iconische gevels aan de Vrijheidslaan, in de stijl van de expressionistische Amsterdamse School, de architecten Michel de Klerk, Piet Kramer en J.M. van der Meij, van het bureau van Eduard Cuypers in Amsterdam. U kan dus meteen op ontdekkingstocht.Bert Esselink (°1968) publiceerde eerder boeken over vertaalprocessen en -technologie, maar besloot zich in 2018 te storten op zijn meest ambitieuze project tot dusver: een boek over en eerbetoon aan de buurt waarin hij al jarenlang met veel plezier woont en werkt.Bert Esselink, De Amsterdamse Rivierenbuurt, Honderd jaar schoonheid & schuld 368 bladz. geïllustreerd uitg. Boom ISBN 9789024435692