Tussen januari en mei 1964 was heel Nederland in de ban van de ‘Irene-affaire’. Als eerste prinses in de geschiedenis van het huis van Oranje, had Irene, de tweede dochter van koningin Juliana en prins Bernhard, zich in het geheim tot het katholicisme bekeerd. Toen op haar geheimzinnig vertrek naar Madrid, de bekendmaking van haar verloving met Carlos Hugo van Bourbon-Parma volgde, bleek dat het paar ook nog koning en koningin van Spanje wilde worden…Op 3 januari 1964 liet Irene zich in Rome in de kapel van Sint-Paulus buiten de Muren, door de Utrechtse kardinaal Alfrink, herdopen tot lid van de Rooms-Katholieke Kerk, zonder daar enige ruchtbaarheid aan te geven. Toen aan het eind van die maand bekend werd dat de prinses rooms-katholiek was geworden, verklaarde het hof dat dit een strikt persoonlijke zaak was en niet politiek gezien moest worden. Op de overstap naar de Rooms-Katholieke Kerk kwam echter kritiek uit protestantse hoek. Snel daarna leidde de aankondiging van haar verloving met de Spaanse troonpretendent Carlos Hugo van Bourbon-Parma, hertog van Parma en Piacenza, en voor de strikt katholieke legitimisten, de legitieme koning van Frankrijk, tot een constitutionele crisis. Het was de eerste keer in de geschiedenis van het moderne Nederland dat een conflict tussen dynastie en ministers zo publiekelijk werd uitgevochten.De Carlisten probeerden al meer dan een eeuw de Spaanse troon te veroveren en bestreden de familietak van de Bourbons die tot 1931 in Spanje aan de macht was. De carlisten erkennen de legitimiteit van de regerende Spaanse koning niet en beschouwen Carlos María Isidro de Borbón als de wettige opvolger van de door Napoleon afgezette Karel IV (foto), van 1788 tot 1808, koning van Spanje. Carlos Hugo stamde af van deze pretendent. Generaal Francisco Franco had de Burgeroorlog in Spanje (1936-1939) gewonnen met behulp van de monarchisten. Toen hij tijdens de Burgeroorlog de macht had gegrepen, had hij de monarchie nl. niet afgeschaft. Hij had daarom beloofd dat er na zijn dood weer een koning zou komen. De vraag was alleen wélke. Als vertegenwoordiger van de ‘carlistische’ tak van het huis van Bourbon, was de in Frankrijk geboren Carlos Hugo (1930-2010), een van de kandidaten.
De familie van Carlos Hugo (foto) speelde eeuwenlang een hoofdrol in de Europese geschiedenis. Carlos Hugo was de zoon van Frans Xavier Karel Maria Anna Jozef van Bourbon-Parma, de zevende carlistische troonpretendent en volgens sommigen, ook de wettige pretendent van de Franse troon. Van zijn voorouders erfde Carlos Hugo trouwens aanspraken op meerdere Europese kronen. De belangrijkste tegenstander van Carlos Hugo was prins Juan Carlos van Bourbon, een kleinzoon van de in ballingschap naar Portugal vertrokken laatste Spaanse koning, Alfonso XIII. De kandidaten in het politiek diep verdeeld Spanje voerden felle campagnes en Irene liet zich in die strijd meeslepen. Prinses Irene van Oranje brak met haar familie en trotseerde de Spaanse Bourbons en generaal Franco.Voor de verlegen, maar stoere Irene was de avontuurlijke Carlos Hugo, telg uit een eeuwenoud Europees vorstelijk geslacht, de poort naar de vrijheid. De vonk sloeg over. Hij zag in haar een ideale koninklijke medestrijdster om zijn carlistische claim op de troon van Spanje te verwezenlijken. Irene en Carlos Hugo trouwden op 29 april 1964 in Rome, in de basiliek van Santa Maria Maggiore, buiten aanwezigheid van het Nederlands kabinet en leden van het Koninklijk Huis. Bij de huwelijksplechtigheid waren onder meer de hertogen van Braganza en hun zus, Zita (foto), de laatste keizerin van Oostenrijk en tante van Carlos Hugo, aanwezig. Het kerkelijk huwelijk werd gesloten door kardinaal Paolo Giobbe. Diezelfde dag nog ontving paus Paulus VI het paar op audiëntie. In december 1968 werden Carlos en zijn vader wegens hun carlistische inspanningen uit Spanje gezet. Het paar kreeg vier kinderen, Irene en Carlos Hugo scheidden in 1981.“Om de liefde, voor de troon” is het meeslepend verhaal van de protestantse prinses die brak met haar geloof en haar familie om de droom van haar katholieke echtgenoot, Carlos Hugo Van Bourbon-Parma, koning van Spanje worden, waar te maken. Daniela Hooghiemstra beschrijft de vechtlust, de hoop en de ambitie van het prinsenpaar tegen de achtergrond van de opkomst van individuele bevrijding en de verdwijning van God en koning uit Europa. Mede op basis van nooit eerder ontsloten archiefmateriaal uit Nederland en Spanje, beschrijft Daniela Hooghiemstra hun hoop, hun liefde, hun ambitie en, uiteindelijk, de radicale modernisering van hun ideaal. Op meesterlijke wijze beschrijft Hooghiemstra hoe revoluties en snelle veranderingen in Europa aan die macht een einde maakten en hoe zij van bestuurders in marionetten veranderden. Nooit eerder werden de achtergronden van wat in Nederland de ‘affaire Irene’ is gaan heten, zo onthullend en verhelderend beschreven. Zeker lezen.
Daniela Hooghiemstra (°1967) studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In 2013 promoveerde ze er op een proefschrift over de Nederlandse pedagoog, Kees Boeke. Ze is journaliste en schrijft artikelen in de Volkskrant en NRC Handelsblad. Ze is gespecialiseerd in de geschiedenis van het Nederlands koningshuis waarover ze diverse artikelen en boeken heeft gepubliceerd.
Daniela Hooghiemstra Om de liefde voor de troon, het dynastieke avontuur van Prinses Irene en Prins Carlos Hugo 1964-1980 319 bladz. Uitgeverij Balans ISBN 9789463821407