“Phantasm” arrangeerde enkele van Bachs opmerkelijke klaviermuziek voor een consort van gamba’s. Onder leiding van Laurence Dreyfus legden ze als het ware de verborgen rijkdommen achter de fascinerende, individuele partijen van Bachs meesterlijke polyfonie, bloot. Nu is er ook de tweede cd.
Het repertoire dat voor deze opname is gekozen, werd voornamelijk ontleend aan Bachs Wohltemperierte Klavier, het Musikalisches Opfer en de Clavier-Übung III. Bachs “Clavier-Übung III” (1739) bevat zijn ‘Deutsche Orgel-Messe’, en liturgische orgelmuziek, BWV 552i/ii, BWV 669-689 en BWV 802-805. Op de cd staan de arrangementen van 4 koraalpreluden of Choralvorspiele (bewerkingen van een koraal met de koraalmelodie als cantus firmus), (BWV653b ‘An Wasserflüssen Babylon’, BWV671 ‘Kyrie, Gott heiliger Geist’, BWV686 ‘Aus tiefer Not schrei ich zu dir’ en BWV737 ‘Vater unser im Himmelreich’), 4 fuga’s, 2 ricercares uit Bachs “Musikalisches Opfer”, 4 preluden en fuga’s uit het eerste boek van ‘Das Wohltemperierte Klavier’, en de driestemmige inventie nr. 9 in fa klein, BWV795.
Het is bij professionele musici bekend dat Bachs polyfonie, gecomponeerd voor klavecimbel of orgel, pas echt tot uiting komt wanneer men de verschillende stemmen, afzonderlijk noteert op elk een notenbalk, i.p.v. op twee of drie. Zo verkrijgt men inzicht in Bachs meesterlijk, contrapuntisch vakmanschap. Hier worden die individuele stemmen gespeeld door gamba’s die qua toonhoogte of tessituur, overeenkomen met de oorspronkelijke stemmen.Het klankresultaat is verbluffend!
De aanpassingen en arrangementen van persoonlijke werken of van anderen waren lange tijd een integraal onderdeel van het dagelijks leven van musici en componisten. De zogenaamde “historisch geïnformeerde” praktijk, die zich heeft ontwikkeld vanuit een strikt historisch perspectief op voorbije tijdperken van de muziekgeschiedenis, heeft deze vorm van composities herontdekt. Vandaag beleeft ze een renaissance en maakt ze deel uit van de muzikale opleiding. Voor het hier opgenomen programma zijn solo klavierwerken herschreven als kamermuziek, met andere woorden, er is gekozen voor een tegenovergestelde benadering van Bachs praktijk. De fascinatie voor de klankmogelijkheden van gamba’s en een gedeelde passie voor de muziek van Bach, hebben geleid tot dit heel origineel en persoonlijk programma.
In de Lutherse Deutsche Messe of Gottesdienst nam en neemt orgelspel een heel belangrijke plaats in. Hierdoor ontstond vanaf de tweede helft van de 17de eeuw, een groot aantal composities voor orgel die op koraalmelodieën waren gebaseerd. Deze composities werden koraalbewerkingen genoemd, of, als ze bedoeld waren als inleiding op de gemeentezang, koraalprelude. De vier soorten koraalbewerkingen waren het orgelkoraal, de koraalfantasie, de koraalfughette en de koraalpartita.
De koraalfughette was geen bewerking van het koraal maar eerder een inleiding op het koraal. De koraalfughette was meestal een eenvoudige fuga op een thema dat ontleend was aan de eerste regel van de koraalmelodie. De koraalpartita was een reeks variaties op een koraal in de stijl van variaties op volksliederen die in de 17e eeuw heel populair waren. De koraalpartita maakte meestal geen gebruik van het pedaal en kon daarom ook op orgelpositief of klavecimbel uitgevoerd worden. Vaak was de koraalpartita niet voor kerkelijk maar voor huiselijk gebruik bedoeld.
Johann Sebastian Bachs tweede bezoek in mei 1747 aan het hof van Frederik de Grote is de best gedocumenteerde gebeurtenis in de anders weinig glamoureuze carrière van de componist. Tijdens zijn bezoek gaf Frederik de Grote Bach een bijzonder moeilijk thema om een fuga op te improviseren. De koning was desondanks onder de indruk van de improvisatie, maar Bach zelf was dat minder, en kondigde aan dat hij het thema op papier zou noteren om ze verder fugatisch uit te werken. Enkele maanden later verscheen als resultaat het ‘Musikalisches Opfer’, een verzameling van 13 composities in diverse vormen, ricercari, canons (“Canones diversi super thema reginum”) en een triosonate, alle gebaseerd op het ingewikkeld “koninklijk thema”.
Bachs gepubliceerde partituur geeft geen aanduidingen over de volgorde van de stukken, en in de meeste gevallen is er geen instrumentatie vermeld. Verder zijn enkele canons, de zogenaamde raadselcanons, zeer schetsmatig genoteerd, voorzien van slechts een paar notities en enkele raadselachtige aanwijzingen in het Latijn, “Regis Iussu Cantio Et Reliqua Canonica Arte Resoluta” bvb. of “Thematis Regii Elaborationes Canonicae”. De uitvoerders hebben dus een grote mate van vrijheid met betrekking tot de interpretatie van het werk.
De eerste cd werd door BBC Music Magazine uitgeroepen tot Chamber Choice en door Diapason tot Prise de son d’exception. De tweede opname verkent de verdere rijkdom van beide delen van Bachs Wohltemperaturen Klavier, gearrangeerd door Laurence Dreyfus voor gambaconsort. Het opnieuw imiteren van Bachs klavierpolyfonie als consort heeft de dubbele voordelen van het uitbreiden van Bachs kameroeuvre, terwijl deze zeer gekoesterde werken ook worden gepresenteerd als ogenschijnlijk nieuwe, originele en nooit eerder gehoorde pareltjes met intellectueel complexe fuga’s en preludes vol dansante melodieën. Phantasm biedt een schat aan inzichten die dynamisch expressieve klankkleuren onthullen.“Phantasm” is een a viol consort (een ensemble van viola’s da gamba), gevestigd in Engeland. Het werd in 1994 opgericht door Laurence Dreyfus en werd internationaal bekend toen zijn debuut-cd een Gramophone Award won voor de beste barokke instrumentale opname van 1997. Sindsdien hebben ze 17 andere opnames uitgebracht, verschillende prijzen gewonnen en, in de woorden van hun website, ‘erkend geworden als de meest opwindende viol-partner die vandaag op het wereldtoneel actief is’. In 2005 werd Phantasm benoemd tot Consort-in-Residence aan de Oxford University, waar ze regelmatig te zien waren in de Holywell Music Room en andere universitaire locaties. In 2010 werd Phantasm Consort-in-Residence aan het Magdalen College Oxford, waar ze optraden in de Magdalen College’s Chapel en samenwerkten met het Magdalen College Choir.
Sinds begin 2016 heeft Phantasm met haar leden afkomstig uit de VS, Groot-Brittannië en Finland – haar nieuwe thuis in Berlijn gevestigd. Critici noemen hun uitvoeringen en opnames: ‘bedwelmend’, ‘onthullend’, ‘opwindend’, ‘interpretaties doordrongen van een werkelijk brandende geest’. De geschiedenis van Phantasm en de opnames waren te zien op de Early Music Show, BBC Radio 3 met Lucie Skeaping, en ze illustreerden een hoorbare ‘geschiedenis van Engelse consortmuziek’ met BBC Radio 3-presentator Catherine Bott voor ze verschenen op het Lufthansa Festival in Londen. Ook verschenen ze op het Barcelona Early Music Festival in mei 2009 met een concert van Purcells Complete Fantasies en In Nomines, en op het Hong Kong International Music Festival in 2013 .
Hun schitterende cd met de volledige vijf- en zesstemmige werken (“Consort Music For Five And Six Viols”) van de Jacobijnse componist, John Ward voor Linn Records (foto’s), werd gelanceerd na hun laatste concert op het Utrecht Early Music Festival in 2011. Deze cd volgde op het succes van hun cd uit 2007, “John Jenkins ‘Five -Part Consorts”, die finalist was voor de Gramophone Award in Early Music, en voor de MIDEM Classical Award in Early Music. Hun 2012 Lawes-cd was Finalist voor een Gramophone Award in de categorie Baroque Instrumental. Phantasm maakte ook opnames voor de labels Channel Classics Records, GMN, Simax en Avie Records. De leden zijn Laurence Dreyfus, treble viol en directie, Jonathan Manson, tenor viol, Markku Luolajan-Mikkola, bass viol, Emilia Benjamin, treble en tenor viols, Mikko Perkola, tenor en bass viols, en Wendy Gillespie (emeritus member), treble en tenor viols.
(foto, Marco Borggreve)
Laurence Dreyfus, FBA (Fellow of the British Academy) (° 1952) is een Joods/Amerikaanse musicoloog en speler van de viola da gamba, universitair docent en fellow van Magdalen College, Oxford. Hij werd geboren en getogen in Boston, Massachusetts, en woonde in Cherry Hill, New Jersey. Hij behaalde een B.A. aan de Yeshiva University, studeerde cello bij Leonard Rose aan de Juilliard School en behaalde zijn Ph.D. in Musicologie aan de Columbia University, waar hij studeerde bij de vooraanstaande Bach-geleerde, Christoph Wolff. Hij studeerde viola da gamba bij Wieland Kuijken en behaalde twee diploma’s aan het Brussels Conservatorium, waaronder het Diplome supérieur met de hoogste onderscheiding.
Dreyfus doceerde tussen 1982 en 1989 aan de Yale University, aanvankelijk als assistent-professor en vervolgens als universitair hoofddocent vanaf 1988. Daarna was hij hoofddocent aan de University of Chicago (1989-1990) en Stanford University (1990-1993), voor hij in 1992 naar Londen verhuisde om professor Performance Studies in Music te worden aan King’s College London en bekleedde een leerstoel aan de Royal Academy of Music. In 1996 werd hij benoemd tot Thurston Dart Professor of Performance Studies in Music. In 2002 werd hij gekozen tot Fellow van de British Academy voor zijn musicologisch werk en in 2005 verliet hij King’s om Fellow te zijn van Magdalene College, Oxford, waar hij bleef tot zijn pensionering. in 2015. Dreyfus was van van 2006 tot aan zijn pensionering, tevens hoogleraar muziek aan de universiteit van Oxford.
J.S. Bach The Well-Tempered Consort I Phantasm cd Linn CKD618
JS Bach The Well-Tempered Consort II Phantasm cd Linn CKD657
https://www.stretto.be/2017/04/16/bachs-wohltemperierte-klavier/