Franz Schubert, “The complete Piano Sonatas played on period instruments”, door Paul Badura-Skoda, op het label Arcana. Subliem!

Na het succes van de complete sonates van Beethoven, gaf Arcana nu, in een nieuw grafisch ontwerp en met een presentatietekst, geschreven door Paul Badura-Skoda zelf, een box uit met de opnamen uit de jaren ‘90, gewijd aan Schubert, door Diapason gedefinieerd als “dé Schubert om mee te nemen naar het spreekwoordelijk, onbewoond eiland”. Een must!Zo ver als zijn geheugen reikte, voelde Paul Badura-Skoda (1927-2019) een zeer nauwe band met de muziek van Franz Schubert. In een tijd waarin de musicologische kennis van Schuberts werk nog rudimentair was, analyseerde hij reeds de belangrijkste originele edities en manuscripten, om de fouten te identificeren die geleidelijk waren ingetreden, en om versies in te voeren van de Urtext die vandaag de maatstaf zijn. Hij voltooide zelfs bepaalde bewegingen die Schubert onvoltooid had gelaten, waarbij hij ervoor zorgde dat hij geen composities introduceerde die vreemd waren aan Schuberts werk. De keuze voor historische instrumenten kan voorstanders van moderne piano’s nog steeds verrassen. Maar niemand kan het belang negeren van een benadering die, door te vertrouwen op de kleuren en sonische mogelijkheden van de instrumenten die Schubert kende, gebruikte en waarvoor hij deze werken schreef, een grotere intimiteit met deze muziek bevordert.Vierentwintig bestaande sonates en sonatefragmenten, gecomponeerd tussen 1815 en 1828, zijn in 1978 toegevoegd aan de Schubert (D) catalogus uit 1951, van Otto Erich Deutsch (1883-1967). Paul Badura-Skoda koos voor de opname van de 20 voltooide sonaten. Het aantal sonates, gecomponeerd door Schubert, is weliswaar moeilijk te bepalen, omdat vele helaas niet voltooid werden. Dit was het bv. geval met de waardevolle Sonate in fis D. 571. Deze Sonate werd gecomponeerd in juli 1817 maar werd pas voor het eerst gepubliceerd door Breitkopf & Härtel in 1888. De sonate is onvolledig. Ze bestaat slechts uit één enkele beweging, en zelfs die werd niet voltooid. Anderen, zoals Eusebius Mandyczewski (1857-1929), Howard Ferguson, Noël Lee en Martino Tirimo, hebben geprobeerd de veronderstelde intenties van Schubert te realiseren. Deze hypothetische aanvullingen van de sonate werden door hen ontleend aan afzonderlijk gepubliceerde stukken van Schubert, zoals een (verondersteld) Andante in A, D. 604, een Allegro vivace in D, en een Allegro in fis, D. 570.De Pianosonate (nr. 16) in la klein D.845 (op.42) werd gecomponeerd in mei 1825 en kreeg als titel “Première Grande Sonata”. De pianosonate in D, D.850, (op. 53), bekend als de “Gasteiner”, werd in augustus 1825 gecomponeerd terwijl de componist in het paradijselijk kuuroord, Bad Gastein in het Gasteinertal verbleef. De Sonate D.845 was de eerste van slechts drie sonates die tijdens het leven van de componist zijn gepubliceerd, de andere waren D.850 en D.894. De beide hier opgenomen sonates werden gecomponeerd in een periode van relatief goede gezondheid van Schubert. Ze worden geprezen om hun kwaliteit en ambitie, en met name de sonate D.845 betekende door zijn verschillende, karakteristieke stilistische elementen, een belangrijke stap in de richting van de volwassen pianosonatestijl van de componist. Een jaar later werd deze sonate als tweede van zijn pianosonates gepubliceerd.Hoewel ze allebei in 1825, in een paar maanden na elkaar zijn gecomponeerd, zijn het stilistisch twee tegengestelde sonates. De eerste D.845, in la klein, wordt gedomineerd door rusteloosheid, heftigheid en krachtige ritmes. En toch, in sommige variaties van de langzame beweging, bevinden we ons in het hart van een Weens Biedermeyer salon met dartele dansparen. In de zomer van 1825 verliet Schubert o.a. met zijn vriend, de zanger Michael Vogl (1768-1840), Wenen voor een verblijf in Salzburgerland. De landschappen met het hooggebergte, bergweiden, meren en diepe valleien, inspireerden hem tot zijn Sonate D.850, in D.Deze Sonate straalde zijn vreugde en fysieke en zintuiglijke jubel in de natuur uit. In de vier bewegingen verklankte hij de kuddes, de volksliederen en dansen van de dorpen die ze bezochten, het gejodel en hun aankomst aan de voet van de top van de imposante Untersberg (foto). Tijdens deze reis zou Schubert ook zijn verloren gegane “Gmunden-Gasteiner Sinfonie“ gecomponeerd hebben.Schuberts laatste 3 pianosonates, D 958, 959 en 960, waren zijn laatste grote composities voor piano solo. Ze werden gecomponeerd tijdens de laatste maanden van zijn leven, tussen de lente en de herfst van 1828, maar werden niet gepubliceerd tot ongeveer tien jaar na zijn overlijden, in 1838-1839. Net als de rest van Schuberts pianosonates werden ze in de 19e eeuw grotendeels verwaarloosd. Tegen het einde van de 20ste  eeuw was de publieke en kritische mening weliswaar veranderd, en deze sonates worden nu beschouwd als een van de belangrijkste van de volwassen meesterwerken van de componist. Ze maken deel uit van het kernrepertoire voor piano en verschijnen regelmatig op concertprogramma’s en opnames.Eén van de redenen voor de lange periode van verwaarlozing van Schuberts pianosonates lijkt hun afwijzing als structureel en dramatisch inferieur aan de sonates van Beethoven. In feite bevatten de laatste sonates duidelijke toespelingen op en overeenkomsten met werken van Beethoven, een componist die Schubert vereerde. Uit musicologische analyse blijkt weliswaar dat ze een volwassen, eigen stijl hebben. De laatste sonates van Schubert worden nu geprezen om die volwassen stijl, die tot uiting komt in unieke kenmerken zoals een cyclisch formeel en tonaal ontwerp, kamermuziektexturen en een zeldzame diepte van emotionele expressie.De drie sonates zijn cyclisch met elkaar verbonden door diverse structurele, harmonische en melodische elementen die alle bewegingen in elke sonate samenbinden, evenals alle drie de sonates samen. Daarom worden ze vaak beschouwd als een trilogie. Ze bevatten ook specifieke toespelingen en overeenkomsten met andere composities van Schubert, zoals zijn Winterreise-liederencyclus. Deze verbanden wijzen op turbulente emoties die tot uiting komen in de sonates, vaak opgevat als zeer persoonlijk en autobiografisch. Sommige onderzoekers hebben zelfs specifieke psychologische verhalen menen te hebben gevonden in de sonates, gebaseerd op historisch bewijsmateriaal over het leven van de componist. Paul Badura-Skoda speelt de sonaten op 5 verschillende, historische piano’s, op een Donath Schöfftos, Wenen ca. 1810 en een Georg Hasska, Wenen ca. 1815, op een Conrad Graf op. 1118, Wenen ca. 1826, een J. M. Schweighofer, Wenen ca. 1846, en, op een Conrad Graf op 432, Wenen ca. 1823.Paul Badura-Skoda (1927-2019) was een leerling van Edwin Fischer en won als 20-jarige een Oostenrijkse muziekcompetitie. Sinds 1949 trad hij met vooraanstaande dirigenten op zoals Wilhelm Furtwängler en Herbert von Karajan. Hij had een internationale carrière en speelde meer dan tweehonderd composities, waarvan een belangrijk deel van Mozart, Beethoven en Schubert. Wat voor een pianist van zijn kaliber eerder uitzonderlijk was, was zijn toepassing van de historische uitvoeringspraktijk en het spelen op historische instrumenten. Hij dankte zijn bekendheid voor een groot deel dan ook aan zijn uitvoeringen en opnames van pianosonaten van Mozart en Schubert op historische vleugels voor het label, Astree. Veel ander werk verscheen op het label Genuin Classics.Samen met zijn vrouw, de Münchense musicologe, Eva Halfar (°1929), trad hij ook naar voor als componist en muziekuitgever. Samen met haar echtgenoot schreef zij o.a. “Mozart-Interpretation” en “Bach-Interpretation”. Daarnaast schreef hij cadenza’s voor pianoconcerti en kreeg een eredoctoraat van de Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Mannheim. Hun zoon, de pianist Michael Badura, die op 37-jarige leeftijd overleed, vormde een piano duo met Rico Gulda, de zoon van Friedrich Gulda. Door de schenking van zijn muziekverzameling aan het “Musikinstrumentenmuseum” van Schloss Kremsegg (foto’s) in Kremsmünster, is daar de speciale collectie aan hem gewijd. In het slot was aanvankelijk een auto- en motorfietsmuseum gevestigd. In 1996 kwam het slot in handen van Musica Kremsmünster die er een muziekinstrumentenmuseum vestigde. De oldtimers werden verkocht aan het Oldtimer Museum Kröpfl Hartberg in Stiermarken.Franz Schubert The complete piano sonatas played on period instruments Paul Badura-Skoda 9 cd Arcana A205

https://www.stretto.be/2020/02/21/ludwig-van-beethoven-the-complete-piano-sonatas-played-on-period-instruments-door-paul-badura-skoda-9-cds-op-het-label-arcana-een-sublieme-uitgave/