Ondanks haar tragische vroege dood op 25-jarige leeftijd, liet Vítězslava Kaprálová een oeuvre na van meer dan 50 werken van het hoogste vakmanschap en inspiratie. Deze selectie van haar orkestmuziek, opgenomen op het Kaprálová Festival in Michigan, omvat het werk dat haar in 1938, internationaal aanzien gaf, de Vojenská symfonieta (Military Sinfonietta). Overvloedig van jeugdige energie en schitterende kleuren, combineert het pianoconcerto virtuositeit met lyriek, terwijl de orkestliederen opvallend sfeervol zijn.Vítězslava Kaprálová werd geboren in Brno, toen nog het Oostenrijks-Hongaars Rijk (nu Tsjechië), als de dochter van de componist Václav Kaprál en de zangeres, Viktorie Kaprálová. Van 1930 tot 1935, studeerde ze compositie bij Vilém Petrželka en directie bij Zdeněk Chalabala aan het Brno Conservatorium. Ze vervolgde haar muzikale opleiding bij Vítězslav Novák (1935-1937) en Václav Talich (1935-1936) in Praag en bij Bohuslav Martinů en Charles Munch (1937-1939). Volgens sommige niet-geverifieerde verslagen, ook bij Nadia Boulanger (1940) in Parijs. Bohuslav Martinů (1890-1959) (foto) woonde van 1923 tot 1940 in Parijs. Hij trouwde er in 1931 met de naaister Charlotte Quennehen uit Picardië. Eind jaren ‘30 werd hij echter wanhopig verliefd op Vítězslava Kaprálová die toen in Parijs studeerde. In 1940 overleed Vítězslava Kaprálová op 25-jarige leeftijd en aan het begin van de Tweede Wereldoorlog besloten Martinů en zijn vrouw meteen naar de Verenigde Staten te emigreren en vestigden zich in New York. In 1937 dirigeerde Vítězslava Kaprálová haar compositie Military Sinfonietta met de Tsjechische Filharmonie en een jaar later het BBC Orchestra. Haar man was de Tsjechische schrijver, Jiří Mucha (1915-1991) (foto) (de zoon van Alphonse Mucha), met wie ze twee maanden voor haar overlijden trouwde. Ondanks haar vroegtijdige dood in het Franse Montpellier, aan wat ten onrechte werd gediagnosticeerd als een vorm van tuberculose, creëerde Kaprálová een indrukwekkend oeuvre. Haar muziek werd bewonderd door Rafael Kubelík, die o.a. haar orkestlied “Sbohem a šáteček” (“Winkend Abschied nehmen”/”Waving Farewell”) in 1938, in première dirigeerde. Onder de vele vertolkers van haar pianomuziek was de beroemde pianist, Rudolf Firkušný, voor wie Kaprálová haar bekendste pianowerk “Dubnová preludia” (april Preludes) componeerde.In 1946, als waardering voor haar onderscheidende bijdrage, kende de belangrijkste academische instelling van het land – de Tsjechische Academie van Wetenschappen en de Kunsten – Kaprálová lidmaatschap in memoriam toe. In 1946 werd deze eer slechts aan 10 vrouwen verleend, van de 648 leden van de Academie. De enige Engelstalige biografie van de componist werd in 2011 gepubliceerd door Lexington Books in de Verenigde Staten. Het boek bevat ook een complete, geannoteerde catalogus van haar werken. Kaprálová was in 2015, “Componist van de Week” op BBC Radio 3, een reeks van vijf programma’s van een uur waarin haar muziek werd gespeeld en haar leven werd besproken. Kaprálová’s catalogus omvat haar hoog aangeschreven liederen en muziek voor piano solo, een strijkkwartet, muziek voor cello, muziek voor viool en piano, een orkestcantate, twee pianoconcerti, twee orkestsuites, een sinfonietta en een concertino voor klarinet, viool en orkest. Veel van haar muziek werd tijdens haar leven gepubliceerd en wordt nog steeds uitgegeven door verschillende uitgeverijen, waaronder Bärenreiter Verlag.Kenneth Kiesler (°1953) werd geboren in New York City. Zijn vader, Harry Isiah Kiesler, was van Pools/Oostenrijkse afkomst en zijn moeder, Rose Segal Kiesler, was van Franse en Duitse afkomst. Hij studeerde al op jonge leeftijd muziek; hij speelde trompet, zong in koren en op 15-jarige leeftijd dirigeerde Kiesler zijn eerste concert, Benjamin Brittens Ceremony of Carols” toen de dirigent ziek werd voorafgaand aan het concert. Kiesler studeerde in 1971 af aan de Nanuet High School. Hij studeerde muziek aan de Universiteit van New Hampshire, waar hij in 1975 de Bachelor of Music cum laude behaalde in directie en muziekgeschiedenis. Hij behaalde zijn masterdiploma in orkestdirectie in 1980 aan het Peabody Conservatory of Music, Johns Hopkins University. Op de leeftijd van 19, dirigeerde hij de eerste uitvoering van Gershwins originele versie voor jazzband van Rhapsody in Blue sinds 1925, met toestemming van Ira Gershwin en Warner Brothers Music, die nationale aandacht oogstte.Kiesler ontving een dirigentenbeurs aan de Aspen Music School en zijn leraren en mentoren waren Fiora Contino, Julius Herford, John Nelson, Erich Leinsdorf, James Wimer en Carlo Maria Giulini. Kiesler nam in 1990, deel aan het Leonard Bernstein American Conductors Program van de League of American Orchestras met het National Symphony Orchestra in het Kennedy Center en in 1991, de Carnegie Hall Centenary-directieles, met Pierre Boulez en L’Ensemble InterContemporain. Kiesler is dirigent laureaat van het Illinois Symphony Orchestra, waar hij van 1980 tot 2000 muzikaal leider was en oprichter en directeur van de Conductors Retreat in Medomak. In 2014 werd Kiesler genomineerd voor een Grammy Award voor zijn opname van Darius Milhauds opera L’Orestie d’Eschyle. Hij is Director of Orchestras en Professor of Conducting aan de University of Michigan.Tracklist:
Prélude de Noël
Military Sinfonietta, Op. 11
Smutný večer (Sad evening)
Waving Farewell, Op.14
Suite en miniature, Op. 1
Piano Concerto in D minor, Op. 7Vítězslava Kaprálová (1915-1940) Waving Farewell Prélude de Noël Military Sinfonietta Sad Evening Suite en miniature Piano Concerto Nicholas Phan, Tenor, Amy I-Lin Cheng, Piano University of Michigan Symphony, Kenneth Kiesler cd Naxos 8.574144