In 2018 lanceerde het Styriarte Festival in Graz, in samenwerking met Zefiro, een project om de operaproductie te herontdekken van de Stiermarkse componist, Johann Joseph Fux (1660-1741), veertig jaar kapelmeester aan het keizerlijk hof in Wenen, met als doel 6 van zijn 19 opera’s opnieuw uit te voeren, één per jaar. Met een cast van barokzangspecialisten, onder leiding van Monica Piccinini en Arianna Venditelli, markeert deze “Dafne in lauro” het begin van een nieuwe reeks, waarin Arcana de opnames uitbrengt die in de loop van de zesjarige cyclus zijn gemaakt.Johann Joseph Fux (ca. 1660-1741) (foto), componist en kapelmeester aan het Weens keizerlijk hof, is vooral nog bekend als muziektheoreticus en muziekpedagoog en om zijn religieuze en instrumentale werken. Maar, we zouden bijna vergeten dat hij tijdens zijn leven ook een hoog aangeschreven componist voor het theater was. Fux componeerde nl. wel 19 opera’s. De opera’s en oratoria van Fux (foto) werden helaas onverdiend in de schaduw gesteld. Tussen 1708 en 1728, een tijd waarin de muziek en de daaraan verbonden affectenleer, aan het Weens keizerlijk hof op zijn hoogtepunt was, componeerde Fux bv. sopraan-aria’s, bedoeld om de aandacht te vestigen op de primadonna’s, die toen werkzaam waren aan het Weens keizerlijk hof. Maria Landini-Conti, Regina Schoonians, Kunigunda Sutter, Faustina Bordoni en Ursula Theresia Holzhauser, waren in hun tijd nl. uitmuntende en gevierde artiesten. Het oeuvre van Fux werd gecatalogiseerd door Ludwig von Köchel, die ook de naar hem genoemde Köchel verzeichnis van Mozarts werk samenstelde.De plot van de opera is het verhaal over de zonnegod Apollo die de nimf Daphne achtervolgde, omdat hij hartstochtelijk verliefd was op haar. Zij beantwoordde zijn liefde echter niet. Daphne smeekte de riviergod Peneus om haar te helpen en hij veranderde haar in een laurierboom. “Dafne in lauro”, voor het eerst opgevoerd op 1 oktober 1714, ter gelegenheid van de verjaardag van keizer Karel VI, onderscheidt zich door de talrijke verwijzingen naar de jacht in de ouverture en in de aria’s van Diana, en door de talrijke dansbewegingen die typisch zijn voor de Franse stijl, zoals menuetten , gigues en bourrées. Het hoogtepunt is Daphne’s aangrijpende aria, begeleid door de viola da gamba, die samen met de chalumeau en de dwarsfluit, het scala aan klankkleuren in de partituur verrijkt. De vocale solisten zijn Raffaele Pe (Apollo, contartenor), Monica Piccinini (Diana, sopraan), Arianna Vendittelli (Dafne, sopraan), Sonia Tedla (Amore, sopraan) en Valerio Contaldo (Mercurio, tenor).
De schitterende, Italiaanse hoboïst, Alfredo Bernardini (°1961), kwam in 1981 naar Nederland om zich te specialiseren in barokhobo en oude muziek. In 1987 behaalde hij zijn diploma uitvoerend musicus aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Bernardini speelde concerten overal in Europa, de Verenigde Staten, Japan, China, Israël, Egypte, Zuid Amerika en Australïe, als lid of gast van vooraanstaande barokensembles of orkesten, zoals Hesperion XX, Le Concert des Nations, La Petite Bande, Freiburger Barockorchester, The English Concert, Bach Collegium Japan en The Amsterdam Baroque Orchestra. In 1989 richtte hij samen met de broers Paolo (hobo) en Alberto Grazzi (fagot), het Ensemble “Zefiro” op.
Johann Joseph Fux Dafne in Lauro Vendittelli Piccinini Pe Tedla Contaldo Alfredo Bernardini 2 cd Arcana A488