Het Mariabedevaartsoord Kevelaer bij de Nederlandse grens, is beroemd om zijn grote neogotische basiliek en zijn in 1907, door Ernst Seifert (1855-1928) gebouwd orgel, één van de grootste kerkorgels van Duitsland. Op de cd staat werk van Felix Weingartner (1863-1942), Augustinus Franz Kropfreiter (1936-2003), Josef Rheinberger (1839-1901) en Peter Cornelius (1824-1874).De Oostenrijkse dirigent, componist en pianist, Felix Weingartner (foto), zette Heinrich Heine’s ballade “Die Wallfahrt nach Kevlaar”, op muziek voor zangstem en orkest. In deze opname vervangt het instrument moeiteloos een heel orkest. In deze versie is de uitvoering van het werk trouwens een première-opname, die bovendien opgenomen werd op de authentieke plaats. Het programma van René Perler en Romano Giefer wordt aangevuld met van religieuze liederen (geistliche Gesänge) voor bariton en orgel van Kropfreiter (eveneens in première), religiöse Lieder van Rheinberger en geistliche Lieder van Cornelius.Augustinus Franz Kropfreiter (foto) trad meteen na zijn afstuderen in 1953 aan het Bischöfliche Gymnasium Petrinum in Linz, toe tot het Augustijnenklooster van St. Florian, waar hij aanvankelijk door Johann Krichbaum in de muziektheorie werd onderwezen. Van 1955 tot 1960 studeerde hij compositie en orgel aan het Bruckner Conservatorium in Linz en aan de Weense Muziekuniversiteit. Na zijn studie werkte hij als organist in St. Florian. Ook was hij leraar van het St. Florian Jongenskoor en vanaf 1966, hoofd van het kloosterkoor (Regens Chori ). Kropfreiter creëerde een omvangrijk orgelwerk en is een van de belangrijkste Oostenrijkse orgelcomponisten van de 20ste eeuw. Josef Gabriel Rheinberger was een uit Liechtenstein afkomstige, Beierse muziektheoreticus, muziekpedagoog en componist. Hij volgde zijn muziekopleiding in München, waar hij les kreeg van o.a. Franz Lachner. Gedurende de vijftiger jaren van de 19de eeuw, verdiende hij in die stad zijn levensonderhoud door het orgelspel. Rheinberger schreef meer dan tweehonderd werken voor koor, orkest en solisten. Tot zijn bekender oeuvre behoren zijn composities voor orgel.Peter Cornelius, afkomstig uit Mainz, was niet alleen componist, hij was ook violist, acteur, muziekcriticus en dichter. Na een eerste periode in Berlijn, waar hij zijn Stabat Mater componeerde, behoorde hij in Weimar, tot de kring van Franz Liszt. Daar ging in 1858, zijn opera, “Der Barbier von Bagdad” in première. In 1859 trok hij naar Wenen en in 1865, kwam hij op uitnodiging van Richard Wagner, naar München. Daar werd hij eerst privé-repetitor van Wagner en vanaf 1867, professor aan de pas opgerichte Musikhochschule.René Perler studeerde zang in Fribourg/Freiburg, Bern, Londen, Zürich/Winterthur en Amsterdam bij Cécile Zay, Jakob Stämpfli, Horst Günter, Rudolf Piernay, László Pólgar en Margreet Honig. De bas-bariton behaalde een licentiaat in musicologie en geschiedenis aan de Universiteit van Freiburg i.Ü. Als concertzanger trad hij op met Andrew Parrott, Martin Haselböck, Michel Corboz, Livio Picotti en Howard Griffiths in heel Europa en de VS, waaronder in San Marco Venetië, in de Basilica Superiore in Assisi, in de kathedraal van Berlijn en in de kathedraal van Malaga. René Perler ontving studieprijzen van de Federatie van Migros Coöperaties en de Kiefer-Hablitzel Foundation. Hij is de winnaar van de International Brahms Competition in Pörtschach en de Suder Lied Wedstrijd in Neurenberg.Romano Giefer studeerde historische toetsinstrumenten en compositie in Freiburg, daarna kerk- en schoolmuziek in Keulen. Als student werkte hij regelmatig als continuospeler en repetitor voor o.a. Thomas Hengelbrock, Philippe Herreweghe, Peter Neumann, Christina Pluhar, Werner Ehrhardt, Holger Speck. Hij heeft allerlei historische en moderne toetsinstrumenten bespeeld in vele opera’s, oratoria en orkestprojecten, in concert en voor radio- en cd-opnames. De prijswinnende opname van Camille Saint-Saëns’ Oratorio de Noël onder Holger Speck, getuigt van zijn ervaring als orgelbegeleider. Hij richtte in die tijd ook het kamerkoor Canzonetta Köln op, en dirigeerde het jarenlang in eigen projecten, waarbij hij een breed stilistisch spectrum van koormuziek uitvoerde, waaronder a-capellawerken, JS Bach h-moll Messe en zijn Mattheus- en St. Johannes Passion. Giefer werkte ook meer dan tien jaar als docent harmonie, contrapunt, becijferde bas en koordirectie aan de Freiburg University of Music en aan de Universiteit van Keulen.Giefer toont ook een vergelijkbare professionele veelzijdigheid als de koordirigent van de Mariabasiliek in Kevelaer, een van de grootste, christelijke pelgrimsoorden ten noorden van de Alpen. Onder de orgels in de basiliek bevindt zich het grootste romantisch orgel (135 registers) van Duitsland. Het bedrijf bestaat nog steeds en heeft een werkplaats in Kevelaer. Naast het dirigeren van het koor, blijft Giefer ook zijn passie voor toetsinstrumenten cultiveren, zowel als solist als in optredens met zangers, instrumentalisten, ensembles en koren. Naast drie volwassenenkoren richtte Giefer bij zijn aantreden in 2010 ook een zangschool op voor de muziek van de Basiliek. Vandaag zijn er meer dan 140 kinderen van vijf tot achttien jaar actief. Zeven verschillende koren en ensembles treden op zon- en feestdagen op in de liturgie en geven ook regelmatig concerten.Wallfahrt nach Kevelaer Weingartner Kropfreiter Rheinberger Cornelius René Perler Bassbariton Romano Giefer Seifert-Orgel der Marienbasilika Kevelaer cd aeolus AE.101232