Valette de Montigny (1665-1738) was o.a. kapelmeester in Toulouse. Op de cd staan zijn motetten, “Surge propera” en “ Salvum me fac Deus”, uitgevoerd door een zesstemmig koor, verrijkt met blaas-, strijk- en klavierinstrumenten.Een grand motet was een religieuze compositie in het Latijn voor solisten, koor en instrumentaal ensemble, vaak op tekst uit de Psalmen. Het grand motet was de belangrijkste religieuze muziekvorm van de Franse barokmuziek van de 17de– en 18de eeuw. Grand motets hadden onder het bewind van Lodewijk XIV een ceremonieel en plechtig karakter en waren de tegenhangers van het intiem petit motet, vaak op teksten uit de Mariaverering. Belangrijke componisten van grand motets waren Lully, Marc-Antoine Charpentier, Henry Dumont (of Du Mont) en Michel-Richard Delalande. De invloed van Lully op de ontwikkeling van het grand motet was van doorslaggevend belang in de 17de eeuw. Hoewel Lully nooit een officiële functie bekleedde aan de Chapelle du Roi, hij had wel van 1672 tot zijn overlijden in 1687, de leiding van de Académie Royale de Musique, was zijn invloed op de ontwikkeling van het grootse motet, zo typisch en symbolisch voor de “Grand Siècle”, van doorslaggevend belang. Hij componeerde nl. imposante motetten met een groot ceremonieel en plechtig karakter voor solisten, koor en groot orkest, op een Latijnse tekst of op een tekst van de dichter, Pierre Perrin (ca.1620-1675), en Motets à deux choeurs pour la chapelle de Roy, ter ere van de glorie van God en de koning, voor de grote ceremonies aan het hof.Valette de Montigny (1665-1738) een telg uit de rijke familie van zilversmeden uit Perpignan, begon al heel vroeg met een leertijd als misdienaar in Béziers, die zoals vaak in die tijd, de voorbode was van een carrière als kerkmusicus en kapelmeester. Zijn oudst bekende functie was van 1689 tot 1692 de directie van de maîtrise van de kathedraal Saint-Nazaire (foto) van Béziers, de instelling die hem had opgeleid voor zijn toekomstig beroep. Daarna dirigeerde Joseph Valette in verschillende Franse kerken. Tussen 1694 en 1718 is er weinig over hem bekend. In 1702 was hij bv. in Metz, waar hij een van zijn motetten uitvoerde, waarin de jonge Joseph Bodin de Boismortier meezong. Valette de Montigny was nl. Jean-Baptiste Louis Picon, Vicomte d’Andrezel (foto) gevolgd, die subafgevaardigde (subdélégué) werd in de Elzas. Na Béziers was Valette de Montigny actief in Narbonne, vervolgens in Dijon en later in Senlis, Bordeaux en Toulouse.De componist zelf zinspeelde indirect op zijn reizen in een opdracht aan de hertog van Noailles tijdens de heruitgave van zijn motettenboek in 1711,”Sta mij toe u tegelijkertijd stukken voor te stellen die men in Engeland, Frankrijk en Italië met enig genoegen heeft gehoord”. Valette werd nl. bewonderd om zijn bekwaamheid, niet alleen in Frankrijk, maar ook aan verschillende buitenlandse hoven, vooral in Engeland door zijn Tombeau voor de hertog van Gloucester, dat hij componeerde en dat hij in Londen had uitgevoerd, wanneer de jonge prins daar overleed.”Willem van Denemarken en Noorwegen (Prince William, Duke of Gloucester) (foto met zijn moeder), de zoon van Anne van Groot-Brittannië (Queen Anne) en George van Denemarken), overleed nl. op 11-jarige leeftijd in 1700 in Windsor. Van Londen, in 1700, waar de Montigny zijn “Tombeau du duc de Gloucester” voor de prins componeerde, tot Kopenhagen, in januari 1702, waar hij met een cantate, hulde bracht aan de prinses van Hessen-Homburg, en Den Haag in 1701, waar een bepaalde groep onder leiding van de acteur Louis Deseschalier een einde maakte aan zijn hoop om de Opera van deze stad te leiden, weten we slechts een paar details over de omstandigheden of het doel van zijn reizen. De weinige aanwijzingen laten niet toe om de sluier over deze periode van zijn leven, van het einde van de 17de eeuw tot 1718, op te lichten. Dit is des te betreurenswaardiger omdat precies in deze periode, zijn composities gepubliceerd werden door Christophe Ballard. Zo publiceerde Valette tussen 1709 en 1713, zeven aria’s in de verzamelingen “airs sérieux et à boire”, waaronder één in het Italiaans. Valette de Montigny heeft mogelijk nog een redactioneel project met de drukker gehad, aangezien de privébibliotheek van Ballard, een manuscriptverzameling van zijn kerstmotetten bewaarde. De rest van de carrière van Joseph Valette de Montigny is daarentegen beter gedocumenteerd. Hij was kapelmeester van de kathedraal van Senlis vóór 1716 tot na 1719, daarna van 1725 tot 1729, kapelmeester van de collegiale kerk Saint-Seurin (foto’s) in Bordeaux, en daarna van 1729 tot zijn overlijden in 1738, van de pelgrimskerk Saint-Sernin (foto) in Toulouse, een indrukwekkende hallenkerk met wel 200 relikwieën, vijf beuken en elf traveeën. Bijzonder aan de uitvoering door het instrumentaal ensemble van Toulouse, is de klank van de natuurhoorns en natuurtrompetten, de pauken, en het serpent, een blaasinstrument uitgevonden in de 16de eeuw, bekend als de voorouder van de tuba. Niet te missen!Het vocaal ensemble, Antiphona, opgericht in 1996, door Rolandas Muleika, werkt al enkele jaren door zich te concentreren op de nadruk op regionale en zuidelijke barokmuziek, aan de verspreiding van een vaak niet gepubliceerd repertoire, variërend van middeleeuwse muziek tot hedendaagse creaties. Het ensemble stemt zijn programmering vaak af op concertzalen en hun geschiedenis om de klank en de esthetiek van elk tijdperk te herstellen. In samenwerking met musicologen, trachten de zangers en instrumentalisten van Antiphona, vergeten werken van regionaal, nationaal en Europees erfgoed op te sporen, om ze uit te voeren op historische instrumenten. Het ensemble, gevestigd in Toulouse, treedt zowel op in de regio Midi-Pyrénées als op nationaal niveau. Het werd uitgenodigd om op te treden op nationale podia als Parvis de Tarbes en Odyssud- Blagnac, en op verschillende grote festivals zoals het Internationaal Festival van de abdij van Sylvanès, het Festival in Sorèze, het Guebwiller Festival, het Barok Festival in de Provence, het internationaal Festival “les Orgues” in Toulouse, en de Muzikale Nachten in Armagnac. Het Antiphona-ensemble wordt ondersteund door het Ministerie van Cultuur en Communicatie, de regio Midi-Pyrénées, het departement Haute-Garonne en de stad Toulouse.De koordirigent van Litouwse afkomst, Rolandas Muleika (foto), werd opgeleid aan de Litouwse Academie voor Muziek en Theater in Vilnius en aan het Conservatorium voor Muziek en Dans in Parijs. Zijn opleiding orkestdirectie voltooide hij bij Sergiu Celibidache. Als oprichter van het koor en orkest van de kathedraal van Vilnius, dirigeerde hij het Litouws Philharmonisch Orkest, het Gregoriaans koor van Parijs en tal van andere ensembles als gastdirigent. In 1996 richtte hij het Antiphona-ensemble op. Sinds 2016 plaatst Rolandas Muleïka de belangrijkste concertlocatie van Toulouse in de kijker met een reeks van 5 uitvoeringen die u tijdens “L’Heure musicale au Gesù”, naar verschillende tijdperken brengt. En dit telkens in de kerk, gelegen aan de rue des Fleurs 22 in Toulouse, met een lichtspel, aangepast aan het programma.Grands motets Joseph Valette de Montigny Ensemble Antiphona Rolandas Muleika cd paraty 683822