Pietro Torri (ca.1650-1737) werkte in de Zuidelijke Nederlanden en in Beieren. Het leven en werk van deze vergeten componist, waren nauw verbonden met de Beierse keurvorst Maximiliaan II Emanuel, bij wie hij bijna een halve eeuw in dienst was.De vorst (foto) hield van een pompeus hof met uitbundig opgevoerde opera’s en feestelijke cantates. Torri zorgde voor de muziek, componeerde bijna 20 opera’s en een groot aantal religieuze en wereldlijke werken voor het Beiers hof, waardoor München, naast Wenen, een van de grote muzikale centra ten noorden van de Alpen werd. Een bijzonder onderdeel van Torri’s oeuvre was zijn “Trastulli” (letterlijk, tijdverspilling, speelsheid), een verzameling van 60 Italiaanse aria’s, met deels instrumentale intermezzo’s voor avondamusement in besloten hofkringen. Daniela Dolci heeft een selectie van “Trastulli” samengevoegd tot een pastiche en gecombineerd met virtuoze opera-aria’s van Torri. Het programma geeft dan ook een prachtig sonoor beeld van zijn werk. De vocale solisten zijn Cristina Grifone, sopraan, en José Coca Loza, bas.Van 1684 tot 1688 was Torri (foto) bij de markgraaf van Bayreuth in dienst als organist. Daarna trad hij in dienst bij keurvorst Maximiliaan II Emanuel van Beieren. In 1670 volgde hij zijn werkgever en een deel van het hoforkest naar de Spaanse Nederlanden. De keurvorst hoopte met de Zuidelijke Nederlanden een Spaanse erfenis te kunnen binnenhalen en vestigde zich met het hof in de residentiestad Brussel. Torri trouwde hier met de dochter van balletmeester François Rodier. Hij verbleef ook in Bergen, Namen, Rijsel, Compiègne en Valencin waar verschillende van zijn opera’s worden uitgevoerd.In 1715 keerde hij naar München terug en componeerde daar gelegenheidscantates en jaarlijks een opera. In 1726 stierf zijn broodheer. Karel Albrecht volgde hem op, naar aanleiding waarvan Torri een muzikale hulde aan de nieuwe heerser componeerde, de allegorische cantate La Baviera. In dit werk worden de Beierse aanspraken op de keizerstroon al verklankt. De beroemde castraat Farinelli zong tijdens diens verblijf in München in 1729 een solopartij in een opera van Torri. De betrekking van hofkapelmeester verkreeg Torri officieel pas na het overlijden van Giuseppe Antonio Bernabei. Naast ongeveer 50 opera’s componeerde Torri serenades, oratoria, psalmen, torneo’s, cantates en een Te Deum voor Maximiliaan Emanuel. Het oratorium “Triomphe de la paix”, werd in 1715, gecomponeerd ter gelegenheid van de vrede van Rastatt.De klaveciniste en leider van het ensemble Musica Fiorita, de Siciliaanse Daniela Dolci (foto), studeerde oude muziek aan de Schola Cantorum Basiliensis in Basel, en specialiseerde zich in historische klavierinstrumenten. Vervolgens ging ze in Amsterdam verder studeren bij Gustav Leonhardt. Haar belangrijkste focus, geïnspireerd door haar werk met Jesper B. Christensen, docent aan de Schola Cantorum in Basel, is de historische basso continuo-praktijk, gebaseerd op bronnen uit de 17de- en 18de eeuw.Pietro Torri Trastulli & Arias Entertainment for the Bavarian Court Musica Fiorita Daniela Dolci cd Pan Classics PAN 10417