Verdi’s Messa da Requiem werd voor het eerst uitgevoerd in 1874, om de eerste verjaardag van het overlijden van de Italiaanse dichter en novellist, Alessandro Manzoni 1785-1873) te herdenken. Ter gelegenheid van de 80ste verjaardag van Júlia Várady brengt het label Orfeo nu de historische opname uit 1980 uit, van Verdi’s Messa da Requiem, opgenomen in de Stiftskirche Herzogenburg in Sankt Pölten-Land in Niederösterreich. De solisten waren toen Júlia Várady (sopraan), Alexandrina Milcheva (mezzosopraan), Alberto Cupido (tenor) en Nicola Ghiuselev (bas).Toen Gioachino Rossini in 1868 overleed, stelde Verdi voor dat een aantal Italiaanse componisten gratis zou samenwerken aan de compositie van een Requiem ter ere van Rossini en begon alvast zelf met het componeren van een “Libera me” voor het Responsorium. In de loop van het volgend jaar werd een “Messa per Rossini” gecomponeerd en samengesteld door 13 Italiaanse componisten. De première was voorzien in Bologna op de eerste herdenking van Rossini’s overlijden in 1869. Angelo Mariani (1821-1873) zou dirigeren. De geplande uitvoering werd echter door de impresario van het Teatro Comunale di Bologna, Luigi Scalaberni (1823-1876), om commerciële redenen afgelast en het Requiem raakte in de vergetelheid. In de tussentijd behield Verdi zijn “Libera me”, gefrustreerd over het feit dat hij de uitvoering van de gezamenlijke herdenkingsmis voor Rossini, tijdens zijn leven niet meer zou meemaken. In mei 1873 overleed de Italiaanse schrijver en humanist, Alessandro Manzoni, die Verdi gedurende zijn hele leven had bewonderd en die hij in 1868 had ontmoet. Vooral Manzoni’s historische roman, “I promessi sposi” (“De verloofden”), had een onuitwisbare indruk op hem gemaakt. Manzoni viel in 1873, op 88-jarige leeftijd, van de trappen van de San Fedele kerk in Milaan, en overleed 5 maanden later aan de gevolgen. Verdi was zo ontroostbaar dat hij zich niet in staat achtte Manzoni’s begrafenis bij te wonen. Enkele weken nadien bezocht hij het graf in Milaan alleen. Daarna liet hij het gemeentebestuur van Milaan weten dat hij ter nagedachtenis aan Manzoni, een Requiem zou componeren.Verdi reisde in juni naar Parijs, waar hij aan het Requiem begon. Het omvatte een herziene versie van het “Libera me”, dat hij oorspronkelijk had gecomponeerd voor Rossini en hij bewerkte ook het duet tussen de koning en Carlos, “Qui me rendra ce mort? Ô funèbres abîmes!”, dat geschrapt werd uit de vierde akte van zijn opera, “Don Carlos”, in het wondermooi “Lachrymosa” voor de solisten en het koor, dat de Dies irae sequens beëindigt. Het Requiem was voltooid in april 1874 en werd naar de muziekuitgever Ricordi gezonden. Omwille van de akoestiek van de San Marco kerk (foto) van het bijbehorend klooster in Milaan, (waar in 1770, de 14-jarige Mozart drie maanden verbleef), voor een 120-koppig koor en een orkest van 100 man, koos Verdi deze locatie voor de première. Het Requiem, “een opera in kerkelijk gewaad”, zoals Hans von Bülow het meesterwerk noemde, werd onder leiding van Verdi, voor het eerst uitgevoerd op 22 mei 1874. De kerk, waar overigens Manzoni werd begraven, kon niet alle belangstellenden een plaats geven zodat velen buiten mee luisterden. Drie dagen later dirigeerde Verdi in La Scala een tweede uitvoering. Een derde en een vierde uitvoering werden gedirigeerd door Franco Faccio (1840-1891), die vertrouwd was met de uitvoering van Verdi’s opera’s.De legendarische, Duitse sopraan van Hongaarse afkomst, Júlia Várady (°1941) (eigenl. Júlia Tőzsér) (foto), begon toen ze zes was met vioollessen bij Emilia Popp aan het conservatorium van Cluj-Napoca (Roemenië), en volgde toen ze veertien was, zangles bij Arta Florescu (1921-1998) (foto), aan het conservatorium van Boekarest. In 1962 maakte ze haar debuut als mezzosopraan in Glucks “Orfeo ed Euridice” en in Mozarts “Così fan tutte”. In 1970 voegde Várady zich op uitnodiging van Christoph von Dohnányi, bij de opera van Frankfurt am Main en daarna zong ze vrijwel in heel Europa. In 1973 verhuisde ze van Frankfurt naar de Bayerische Staatsoper in München en later trad ze toe tot de Deutsche Oper in Berlijn. Verder zong ze o.a. in Covent Garden, de Weense Staatsopera, de Metropolitan Opera in New York, La Scala in Milaan, het Teatro Colón in Buenos Aires, de Opéra Bastille in Parijs en op de festivals van Salzburg, München en Edinburgh.
In 1978 vertolkte ze in een regie van Jean-Pierre Ponnelle, de rol van Cordelia in Aribert Reimanns opera, “Lear”, samen met de legendarische Dietrich Fischer-Dieskau (foto), met wie ze een jaar eerder in het huwelijk was getreden, en voor wie Reimann de rol van Lear speciaal had gecomponeerd. Deze Live opname o.l.v. Gerd Albrecht, werd een jaar later uitgegeven door Deutsche Grammophon (foto). In 1998 trok Júlia Várady zich terug uit de operawereld en werd ze van 2000 tot 2019, gastdocente aan de Hochschule für Musik Hanns Eisler in Berlijn. Sedert 2012, was ze dat ook aan de Hochschule für Musik Karlsruhe.Giuseppe Verdi Messa da Requiem Júlia Várady Alexandrina Milcheva Alberto Cupido Nicola Ghiuselev ORF Chor ORF Vienna Radio Symphony Orchestra Leif Segerstam 2 cd Orfeo C210232