Anatoly Lyadov (1855-1914) is bekend van “Een muzikale snuifdoos” (“Moezikalnaja tabakerka”) op. 32 voor piano (1893) en bepaalde van zijn orkestwerken, zoals “Kikimora” en “Baba Yaga”. Zijn indrukwekkende koormuziek is echter nog zo goed als onbekend. Het valt onder te verdelen in orthodoxe, religieuze gezangen, volksliedarrangementen en originele composities, alle gekenmerkt door vakmanschap en delicate schoonheid.Anatoly Lyadov (foto) studeerde vanaf 1870, piano en viool en later compositie aan het Conservatorium van Sint-Petersburg, onder meer bij Nikolaj Rimski-Korsakov en werd er later zelf de leraar van o.a. Prokofjev en Nikolaj Mjaskovski. De opdracht die hij als voormalige leraar harmonieleer, in 1909, kreeg van Serge Diaghilev voor het ballet “Zjar-Ptitsa” (“Vuurvogel” of “L’Oiseau de Feu”), leidde tot niets, waarop Diaghilev de opdracht gaf aan een zekere Igor Stravinsky… Die had nl. voor Djagilev al twee nummers voor het ballet “Les Sylphides” geïnstrumenteerd. Voor de première van “Les Sylphides”, dat eerder “Chopiniana” heette, in het Théâtre du Châtelet in Parijs, in 1909, bewerkten Anatoli Ljadov, Sergej Tanejev, Nikolai Tsjerepnin en Igor Stravinsky, de reeds door Glazoenov bewerkte partituur van de muziek van Chopin.Voorafgaand aan de opdracht voor “Vuurvogel” had Ljadov enkele kleurrijke miniaturen voor orkest gecomponeerd, “Baba-Jaga” (1891-1904), “Volsjebnoje ozero” (“Het betoverde meer”) (1909) en “Kikimora” (1909). “Baba-Jaga” (een heks) en “Kikimora” (een geest) verklankten beide een heks uit de Russische sprookjeswereld, terwijl “Het Betoverde meer”, eerder een klankschildering was met een sterk impressionistische inslag en een duidelijke reminiscentie was aan “Waldweben” uit Wagners “Siegfried”. Behalve uit de sprookjeswereld, putte Lyadov ook uit de Russische volksmuziek, bijvoorbeeld in de Acht Russische volksliedjes voor orkest uit 1906.Lyadov liet de miljonair en filantroop, Mitrofan Beljajev (1836-1904) (foto), kennismaken met de muziek, meer bepaald de 1ste symfonie, van de toen nog maar 17-jarige, Alexander Glazunov. De belangstelling voor de muziek van Glazunov groeide snel tot Beljajevs patronaat van een hele groep Russische, nationalistische componisten. In 1884 organiseerde hij de Russische Symfonieconcerten en stelde hij een jaarlijkse Glinka-prijs in. Deze werd gewonnen door Borodin, Balakirev, Tsjaikofski, Rimsky-Korsakov, César Cui en Lyadov. Het jaar daarop begon hij zijn eigen uitgeverij in Leipzig. Hij organiseerde wekelijks concerten (“Les Vendredis”) bij hem thuis en publiceerde muziek van Glazunov, Lyadov, Rimsky-Korsakov en Borodin. De groep componisten die rond Belyayev gevormd werd, werd uiteindelijk bekend als de “Belyajev-kring”.Voor zijn arrangementen van orthodoxe, religieuze gezangen, putte Lyadov uit de “Obikhod”, een verzameling polyfone, Russisch-orthodoxe liturgische gezangen, met zowel liturgische teksten als psalmzettingen. De originele Obikhod, het boek met riten van het Jozef Volokolamsk-klooster (foto), werd rond 1575 gecomponeerd. Jozef van Volokolamsk (1439-1515) (foto) was een prominente ideoloog van de Russisch-orthodoxe Kerk. De Obikhod was oorspronkelijk monodisch, maar ontwikkelde zich later tot polyfonie. In 1772 was de Obikhod de eerste compilatie van gedrukte muziek in Rusland, meer bepaald in Moskou. De uiteindelijke versie werd uitgebreid herzien en gestandaardiseerd door Nikolai Rimsky-Korsakov en werd gepubliceerd als de 1909-editie, de laatste vóór de Russische Revolutie. Ook Tsjaikofski putte uit de Obikhod voor zijn “Oevertjoera 1812 goda” (Ouverture 1812), net als Nikolai Rimsky-Korsakov in zijn “Svetliy prazdnik” (“Russisch Paasfeest”), een concertouverture over liturgische thema’s, op. 36.De jonge dirigent, Ivan Nikiforchin (foto), geboren in Moskou in 1995, studeerde af aan het Staatsconservatorium van Moskou (koordirectie en opera- en symfonische directie). Zijn uitgebreid repertoire omvat muziek uit veel verschillende periodes, van Bach, Purcell en Mozart, tot Elgar, Hindemith en Schönberg, en hij heeft de Russische premières gegeven van werken van o.a. Elgar, Hindemith, Holst en Respighi. Vanaf 2017 was hij assistent van Valery Polyansky, de chef-dirigent en koordirigent van de State Academic Symphony Capella of Russia. Sinds 2021 dirigeert hij de Capella zelf. In september 2019 ontving hij een prijs van de International Boris Tchaikovsky Society voor uitmuntende prestaties in de interpretatie van 20ste –eeuwse, Russische muziek. Twee maanden later kreeg hij als beste afgestudeerde dirigent van het Conservatorium van Moskou, een beurs van de vermaarde Russische dirigent Alexander Sladkovsky, chef-dirigent van het Staats Academisch Symfonie Orkest van Tatarstan, en in 2020 werd hij dirigent van dat orkest. In maart 2021 maakte hij zijn debuut in het Bolshoi Theater als gastdirigent in Mozarts “Don Giovanni”.Tracklist:
The Hourly Prayer of St. Joasaph Gorlenko
10 Settings from the ‘Obikhod’, Op. 61
Five Russian Folksongs
15 Russian Folksongs for Female Voices
Ten Russian Folksongs, Op. 45
Three Russian Folksongs for Female VoicesGlorification for Vladimir Stasov on July 15, 1899
Music to Maurice Maeterlinck’s drama Sœur Béatrice, Op. 60
Glorification for Vladimir Stasov on January 2, 1894
Farewell Song of the Schoolgirls from the Empress Maria Institute, Op. 50
Glory to Nikolay Andreevich Rimsky-Korsakov
Choruses from The Final Scene of Schiller’s ‘Die Braut von Messina’, Op. 28Glory to Evgeniya Ivanovna Zbrueva
Drip, Ek – Fugato
Choruses from the Cantata in Memory of Mark Antokolsky
Slava, Op. 47
Hymn to Anton Rubinstein, Op. 54Anatoly Lyadov Choral Music Complete Original Choral Works Russian Folksongs Arrangements Academy of Russian Music Chamber Chor Ivan Nikiforchin conductor cd Toccata Classics TOCC 0614