Vier verschillende stemmen uit de smeltkroes van het vroeg 20ste-eeuwse Amerika komen hier samen voor een fascinerende, muzikale momentopname van een tijd van grote verandering en innovatie, variërend van melodieuze romantiek tot compromisloze atonaliteit. Vier ontdekkingen!De vier Amerikaanse componisten op deze nieuwe cd van het Baskisch Nationaal Orkest en hun dirigent Robert Trevino, componeerden muziek, die tijdens hun leven bekend was, gespeeld en gewaardeerd werd, maar geen van hen had ooit een echte ‘hit’. Hoewel het ongebruikelijk is om Charles Martin Loeffler, Henry Cowell, Carl Ruggles en Howard Hanson op eenzelfde programma te plaatsen, heeft dirigent Robert Trevino zijn verkenning doorgevoerd tot in de uithoeken van hun repertoire. En dit met de première-opname van “Before the Dawn” van Howard Hanson, die daar een eeuw heeft moeten op wachten.
Geïnspireerd door de “extended piano techniques” van de “Noise music maker”, Henry Cowell (1897-1965) (foto), bedacht Cage de term “prepared piano”, wanneer hij in 1940, “Bacchanale” componeerde voor de Afro-Amerikaanse danseres, Sylvia Fort (1917-1975). Henry Dixon Cowell (foto) maakte gebruik van geheel nieuwe schrijf- en speelwijzen, zoals het rechtstreeks spelen op de snaren van het instrument (string piano). Vanaf het begin van de jaren ’20, toerde Cowell als pianist door Noord-Amerika en Europa en speelde hij zijn eigen experimentele werken, baanbrekende verkenningen van atonaliteit, polytonaliteit, polyritmiek en niet-westerse modi. Het was op een van deze tournees dat zijn vriend, de pianist, Richard Buhlig (1880-1952), in 1923, Cowell introduceerde bij de jonge avant-garde pianiste, Grete Sultan (1906-2005) in Berlijn. Cowell maakte later zo’n indruk met zijn clustertechniek dat zelfs Béla Bartók, zijn toestemming vroeg om het te mogen adopteren. Een andere nieuwe methode van Cowell, was wat hij ‘strijkerspiano’ noemde. In plaats van de toetsen te gebruiken om de piano te bespelen, tokkelde, veegde en manipuleerde hij de snaren. Cowells pianotechnieken waren daarom de belangrijkste inspiratiebron voor John Cage’s ontwikkeling van de prepared piano. Cowell componeerde zijn hier opgenomen Orkestvariaties, voor de Amerikaanse dirigent, Thor Johnson (1913-1975) (foto) en het Cincinnati Symphony Orchestra.
Charles Loeffler (1861-1935) (foto) werd geboren als Martin Karl Löffler in Schöneberg bij Berlijn en studeerde er viool bij Joseph Joachim, Friedrich Kiel en Woldemar Bargiel. Daarna studeerde hij verder bij Joseph Massart en compositie bij Ernest Guiraud in Parijs. Hij speelde met het Orchestere Pasdeloup en emigreerde in 1881 naar de Verenigde Staten, waar hij van 1882 tot 1903, assistent-concertmeester was van het Boston Symphony Orchestra. Loeffler was bevriend met Eugène Ysaÿe, de schilders, Dennis Miller Bunker en John Singer Sargent (die zijn portret schilderde), Gabriel Fauré en Ferruccio Busoni (die beiden werken aan hem opdroegen), en later van George Gershwin. Hij cultiveerde vaak ongebruikelijke combinaties van instrumenten en was een van de vroegste, moderne liefhebbers van de viola d’amore, die hij in 1894 ontdekte en waarvoor hij partijen schreef in verschillende van zijn werken, en er ook veel muziek voor arrangeerde. Zijn indrukwekkend orkestwerk, “La Mort de Tintagiles” uit 1897, gebaseerd op het gelijknamig toneelstuk voor marionetten uit 1894, van Maurice Maeterlinck, bevat een solopartij voor viola d’amore, die de stemmen van Tintagiles en van zijn zuster, Ygraine evoceert. Ook Ralph Vaughan Williams, Bohuslav Martinů en Lawrance Collingwood (1887-1982) lieten zich door het stuk van Maeterlinck inspireren.Charles Sprague “Carl” Ruggles (1876-1971) (foto) vormde samen met Charles Ives (1874-1954), John J. Becker (1886-1961), Wallingford Riegger (1885-1961) en Henry Cowell, “The American Five”. Ze stonden bekend om hun modernistische en vaak dissonante composities die zich losmaakten van de Europese compositiestijlen om een eigen, Amerikaanse stijl te creëren. De naam werd bedacht in navolging van de groep 19de eeuwse, Russische componisten, bekend als “De vijf”. Ruggles gebruikte “dissonant contrapunt”, een term die door Charles Seeger (1886-1979) (foto) (de vader van de beroemde folkzanger, Pete Seeger) werd bedacht om de muziek van Ruggles te beschrijven. Andere componisten die dissonant contrapunt hebben gebruikt, zo niet op de exacte manier voorgeschreven door Charles Seeger, waren onder meer Johanna Beyer, John Cage, Ruth Crawford-Seeger (de tweede vrouw van Charles Seeger), Vivian Fine, Henry Cowell, Carlos Chávez, John J. Becker, Henry Brant, Lou Harrison, Wallingford Riegger en Frank Wigglesworth. Deze methode van atonaal contrapunt was gebaseerd op een niet-seriële techniek om het herhalen van een toonhoogteklasse, (een verzameling (het totaal) van tonen die onderling een veelvoud van een octaaf verschillen), te vermijden, tot een algemeen vast aantal, zoals acht toonhoogteklassen, verschijnt. Beroemd om zijn stekelige persoonlijkheid, was Ruggles niettemin bevriend met Henry Cowell, Edgard Varèse, Charles Ives, Thomas Hart Benton, Ruth Crawford Seeger en Charles Seeger. Zijn leerlingen waren o.a. James Tenney en Merton Brown. Dirigent Michael Tilson Thomas heeft zijn volledig werk opgenomen met de Buffalo Philharmonic en zijn “Sun-Treader” uit 1926-1931, regelmatig uitgevoerd met de San Francisco-symfonie. Vooral in zijn later leven was Ruggles ook schilder, die tijdens zijn leven honderden schilderijen verkocht.Carl Ruggles blijft een van de allergrootste Amerikaanse componisten, ondanks dat hij in de loop van zijn 95 jaar slechts iets meer dan een uur aan muziek heeft voltooid. Zijn “Evocations” bestaat zowel voor piano solo als voor orkest. De orkestversie toont op een uitstekende manier Ruggles’ vaardigheid als orkestcomponist. Howard Hanson (1896-1981) (foto) was een van de belangrijkste figuren in de Amerikaanse 20ste eeuwse muziek. Hij was een conservatieve romanticus en werd soms de ‘Amerikaanse Sibelius’ genoemd. Voorafgaand aan het winnen van de Prix de Rome in 1921, had hij reeds 20 werken gecomponeerd, waaronder een orkestwerk, “Before the Dawn”, op. 17. Het blijft een raadsel waarom Hanson dit orkestwerk in zijn archieven verborg. Hanson heeft het misschien als juvenilia beschouwd. Toch is het vanaf het begin boeiend, gevuld met rijke melodieën en weelderig georkestreerd.Het Baskisch Nationaal Orkest werd in 1982 opgericht op basis van een project dat was toegewezen aan Imanol Olaizola, destijds muzikaal leider bij het Baskische regeringsdepartement voor cultuur. Een goed gestructureerde, dynamische activiteit met wortels in het rijk, Baskisch cultureel leven, heeft het Baskisch Nationaal Orkest ertoe aangezet om elk seizoen meer dan 100 concerten te geven, verdeeld over verschillende cycli en in samenwerking met verschillende nationale en internationale instellingen.Robert Treviño (°1984), die Mexicaans-Amerikaans is, groeide op in Fort Worth in Texas. Zijn familie worstelde om rond te komen en ze werden geconfronteerd met vooroordelen in de overwegend blanke buurt waarin ze woonden. Na de middelbare school ging Treviño naar de Universiteit van Texas in Arlington, waar hij zijn eigen orkest oprichtte en begon met dirigeren. Hij studeerde vervolgens aan de Roosevelt University in Chicago. Treviño studeerde bij Leif Segerstam, Kurt Masur, Michael Tilson Thomas en David Zinman en maakte zijn professioneel debuut als dirigent in 2003 op 20-jarige leeftijd in het Duitse Wuppertal. In 2010 won hij met uitmuntendheid, de James Conlon-prijs voor dirigeren op het Aspen Music Festival and School. Treviño maakte als gastdirigent op korte termijn, zijn debuut op een aantal toplocaties, waaronder het Bolshoi Theatre in plaats van Vassily Sinaisky in een productie van Verdi’s Don Carlo in december 2013 en in juni 2017 bij het London Symphony Orchestra in plaats van Daniel Harding in een uitvoering van Mahlers Derde symfonie.In februari 2018 nam Treviño de plaats in van Donald Runnicles voor het Tonhalle Orchester Zürich in een uitvoering van Mahlers Vijfde symfonie. Hij was ook gastdirigent in het Leipzig Gewandhaus, de Wiener Symfonie, Munich Philharmonic, London Philharmonic, Orchestre National de France, São Paulo Symphony Orchestra, Dresden Philharmonic, Helsinki Philharmonic, San Francisco Symphony, Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia en het Filharmonisch Orkest van Sint-Petersburg. Van 2009 tot 2011 was Treviño adjunct-dirigent bij de New York City Opera. Vervolgens was hij van 2011–2015 associate conductor van het Cincinnati Symphony Orchestra (CSO).Voor het seizoen 2017-2018 nam Treviño de rol van muzikaal leider van het in 1982 Baskische Nationaal Orkest op zich, als opvolger van de Duitse dirigent Jun Märkl. In juni 2018 werd het contract van Treviño met het orkest verlengd tot en met het seizoen 2021-2022. In het najaar van 2019 werd Treviño ook de chef-dirigent van het Malmö Symphony Orchestra, als opvolger van Marc Soustrot. In oktober 2019 tekende hij bij het klassiek platenlabel Ondine. Geplande releases omvatten een Beethoven-symfoniecyclus met het Malmö Symphony Orchestra en een overzicht van Amerikaanse muziek met het Baskisch Nationaal Orkest.Tracklist:
Loeffler: La Mort de Tintagiles (1897) (met Delphine Dupuy, viola d’amore)
Ruggles: Evocations (1943)
Hanson : Before the Dawn, Op. 17 (1920)
Cowell : Variations for Orchestra (1956)Americascapes Loeffler Ruggles Hanson Cowell Basque National Orchestra Robert Trevino cd Ondine ODE 1396-2