Alex Danchev, Sarah Whitfield, “Magritte, Een leven”, nu vertaald in het Nederlands, uitgegeven door Unieboek | Het Spectrum. Een monument!

De kledingkeuze van de Belgische kunstschilder René Magritte (1898-1967) was even elegant als zijn schilderstijl. Hij schilderde altijd in pak, inclusief das en bolhoed. Maar, net als zijn werk, bleef de persoon Magritte, de man die een droomwereld vol mysterie, erotiek en humor creëerde, raadselachtig. In deze rijk geïllustreerde biografie onthulde Danchev het mysterie “Magritte”.‘Ceci n’est pas une pipe’. Met die woorden uit “La trahison des images”, nu in de collectie van het Los Angeles County Museum of Art (LACMA) in Los Angeles, verstevigde René Magritte, oorspronkelijk een ontwerper bij “Les Usines Peters-Lacroix”, een behangfabriek, zijn positie als één van de belangrijkste kunstenaars van het surrealisme. In deze biografie volgen de auteurs zijn fascinerend leven, van de traumatische zelfmoord van zijn moeder, René was toen 13…, (zijn moeder werd dood uit de rivier de Samber gehaald, zij had zich met een doek voor haar voorhoofd in het water gestort), tot van zijn turbulente relatie met de Franse surrealisten tot zijn artistieke ontwikkeling en zijn weg naar internationale bekendheid. Het levert een fascinerend portret op van een kunstenaar wiens invloed op o.a. installatie, een performance of een happening, nog altijd groot is en die een centrale plek in de kunstgeschiedenis verdient.Gezien de alomtegenwoordigheid van de beelden van René Magritte in onze cultuur is het een schok om te horen dat niemand geïnteresseerd was in de Belgische surrealist tot het bijna te laat was. Al die mannen met bolhoed en verstopte gezichten, de pijp die geen pijp is, de gigantische appels en de verontrustende tot dreigende wolken, waren moeilijk te verkopen tot in 1965, toen een grote overzichtstentoonstelling in het Museum of Modern Art in New York, hem op de kaart zette. Plotseling kon niemand meer genoeg krijgen van Magritte’s visuele plagerijen, taalkundige puzzels en uitgestreken gevoelens, die banale voorwerpen, kammen, lucifers of vogelkooien, tegelijk griezelig en onweerstaanbaar maakten.René Magritte had echter nog maar twee jaar te leven tegen de tijd van de MoMA-show, en overleed in 1967, in Brussel, in de ‘villa’ die hij een architect had laten bouwen met behulp van zijn laat verzameld fortuin. Hij leefde burgerlijk, bleef getrouwd met Georgette, de vrouw die hij had ontmoet toen hij 14 was, droeg steevast een pak en nam de hond Loulou elke dag op hetzelfde tijdstip mee uit, maar uiteindelijk was zijn leven één grote parodie op fatsoen..De verschuiving naar figuratieve kunst vond plaats rond de tijd dat Magritte naar Parijs vertrok, in een poging om te gaan met de toen heersende sterren van het surrealisme, o.a. André Breton, de dichter Paul Éluard, Max Ernst en Salvador Dalí. Het was onvermijdelijk een roerige tijd. Magritte was strijdlustig, klampte zich vast aan zijn status van buitenstaander (hij nam een flat ver in de buitenwijken) terwijl hij de Franse burgers wilde laten zien dat hij wel degelijk geld kon verdienen. In ruil daarvoor dreven ze de spot met zijn Waals, Brussels accent en lompheid (zijn pak was eerder als kleinburgerlijke bankbediende dan als ironische vermomming).Toch was het een heel vruchtbare en productieve tijd. Het was nl. toen dat Magritte begon te experimenteren met zijn woordafbeeldingen, die zijn bekendste werken bleven. Hierin trachtte hij de muffe verbanden tussen tekst en een bepaald beeld te doorbreken. De grote doorbraak kwam met “La Clef des Songes”, een schilderij, verdeeld in vier panelen. Linksboven bevindt zich een reistas met het opschrift “Le ciel”, rechtsboven een zakmes, met het opschrift “L’oiseau”, linksonder een blad, met het opschrift “La table” en rechtsonder, een spons, met het opschrift “L’éponge”. Het was een formaat dat hij vele malen zou herhalen, waarbij de willekeurige en verraderlijke aard van taal in vraag werd gesteld. Geen verrassing dus, dat decennia later, post-structuralisten, onder wie Derrida en Foucault, niet genoeg konden krijgen van Magritte’s beelden, die op het eerste gezicht als grappen leken, maar eigenlijk een diepgaande meditatie vormden over de instabiliteit van het fenomeen betekenis in de moderne wereld.

Danchev heeft ongetwijfeld dé definitieve, volledige biografie geschreven van een kunstenaar wiens leven te vaak als te saai werd beschouwd. Vanuit zijn kennis van de bredere politieke en economische druk die in de 20e eeuw speelde, die voortkwam uit zijn baan als professor internationale betrekkingen aan de St. Andrews University, kon Danchev zowel met veel inzicht over Magritte’s gebroken gezinsleven vertellen, als over de overgang van de kunstenaar van abstracte naar figuratieve kunst. Het laatste hoofdstuk van deze indrukwekkende biografie, werd voltooid door de kunsthistorica, schrijver, curator en Magritte-specialiste, Sarah Whitfield, lid van de authenticatiecommissie voor de nalatenschap van Francis Bacon,  die eerder mede auteur was van de Catalogue Raisonné van Magritte. “Magritte A Life” werd vertaald door Cornelis van Ginneken.Alexander Danchev werd geboren in Bolton, Lancashire in 1955, als zoon van een Belgisch-Bulgaarse mijningenieur. Hij studeerde geschiedenis en economie aan het University College van de Universiteit van Oxford, en aan Trinity Hall van de Universiteit van Cambridge, waar hij een Postgraduate Certificate in Education behaalde. In 1978 begon hij les te geven aan de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst. In deze rol diende hij de volgende tien jaar als officier in het Royal Army Education Corps. Naast zijn onderwijsactiviteiten studeerde hij oorlogssociologie aan King’s College London, waar hij in 1984, promoveerde. In 1988 verliet hij het Brits leger en was van 1988 tot 1989, Research Fellow aan King’s College London en werd docent internationale betrekkingen aan Keele University. In de loop van zijn verdere academische carrière, werd hij er professor, was hij het hoofd van de afdeling Internationale Betrekkingen, en van 2002 tot 2004, hoofd van de School voor Politiek, Internationale Betrekkingen en Milieu (SPIRE). Van 2004 tot 2014 doceerde hij aan de School of Politics and International Relations van de Nottingham University. In 2014 verhuisde hij naar de Universiteit van St. Andrews, waar hij tot aan zijn overlijden doceerde. Danchev was een visiting fellow aan onder meer Queen Mary, University of London en St Antony’s College, University of Oxford. Hij overleed in augustus 2016, op 60-jarige leeftijd, aan een hartinfarct.Alex Danchev was een productief schrijver over geschiedenis, internationale betrekkingen, politiek en kunst. Hij overschreed disciplinaire grenzen en gebruikte kunst om licht te werpen op politiek en internationale betrekkingen. Hij ontving onderscheidingen voor onderwijs en onderzoek en was een veelgevraagd spreker in kunstgalerijen, op academische conferenties en boekenfestivals. Zijn boeken varieerden van militaire geschiedenis, Anglo-Amerikaanse betrekkingen, de Falkland-, Golf-, Joegoslavische en Irak-conflicten, tot schitterende biografieën van Georges Braque, Paul Cézanne en een volledige hervertaling van Cézanne’s brieven. Ook zijn essaybundels, “On Art and War and Terror” (2009) en “On Good and Evil and the Grey Zone” (2015), werden alom geprezen.Alex Danchev, Sarah Whitfield, Magritte, Een leven 558 bladz. geïllustreerd uitg. Unieboek | Het Spectrum ISBN 978 90 00 37452 6

https://www.stretto.be/2017/05/29/kijken-maar-ook-luisteren-dada-meer-dan-een-antibeweging/