De virtuoze pianist en componist Sergei Rachmaninoff, één van de laatste grote figuren van de Russische romantiek, was zijn hele leven vatbaar voor pijnlijke depressies. Zijn getroebleerd karakter kwam tot uiting in muziek met een flamboyante intensiteit, een combinatie van oogverblindende, koortsachtige, bijna expressionistische passages met perfect heldere melodieën. De emotioneel intense Sonate nr. 2 en de Six Moments musicaux illustreren dit perfect, terwijl ze tevens de zeer kenmerkende poëzie van de componist inkapselen. De cd verschijnt op 4 februari.Al eerder verdiepte Jean-Paul Gasparian zich in de Russische school met zijn debuutalbum (label Evidence in 2018) met werken van Rachmaninoff, Scriabin en Prokofiev (foto). Hiermee verraste hij publiek en pers zowel nationaal als internationaal. Na deze veelgeprezen eerste opname, gewijd aan de Russische School, bevestigt Jean-Paul Gasparian hier niet alleen zijn affiniteit, maar ook zijn indrukwekkende beheersing van dit repertoire. Diepgang, dichtheid en warmte, zijn kwaliteiten die perfect passen bij de gloeiende lyriek en het enthousiasme en de adel die de werken van deze Russische componist kenmerken.
Gasparians fascinatie voor de Russische school in het algemeen én zijn belangstelling voor Sergeij Rachmaninoff (1873-1943) die een groot vertegenwoordiger was van de stijl van de Russische laatromantiek, zijn voor de jonge pianist aanleiding zich nader te verdiepen in het leven van de Russische componist. Hij doet dit aan de hand van diens piano sonate nr. 2 in bes mineur op. 36, prelude in D groot op. 23 nr. 4 én prelude in b klein, op. 32 nr. 10 én diens zes Moments musicaux, op. 16 (1896). Gasparian sluit zijn recital af met Rachmaninoffs Vocalise, op. 34 nr. 14.
Rachmaninoff componeerde zijn Pianosonate nr. 2, op. 3 in Bes mineur, in 1913. Hij herzag het werk in 1931, met de opmerking, “De nieuwe versie, herzien en verkleind door de auteur.” Drie jaar nadat zijn 3de Pianoconcerto was voltooid, verhuisde Rachmaninoff met zijn gezin naar een huis in Rome dat Pjotr Iljitsj Tsjaikovski nog tijdelijk had bewoond. Het was tijdens deze periode in Rome dat hij aan zijn tweede Pianosonate begon. Maar omdat zijn beide dochters buiktyfus kregen, kon hij de compositie daar niet afmaken. In plaats daarvan verhuisde Rachmaninovff met zijn gezin naar Berlijn om artsen te raadplegen. Toen de meisjes weer gezond waren, reisde hij met zijn gezin terug naar zijn landgoed Ivanovka, waar hij de 2de Pianosonate afmaakte. De première vond plaats in Koersk in oktober 1913.Rachmaninoff bracht het genre van de prelude naar het hoogste niveau dankzij zijn onbeperkt pianistisch vermogen, muzikale vindingrijkheid en formidabele technische eisen. Sergei Rachmaninoff componeerde heel wat preludes voor piano solo. Zijn 24 preludes opusnummers 3, 23 en 32, in alle 24 toonaarden, werden weliswaar op verschillende tijdstippen gecomponeerd en gepubliceerd, en waren dus oorspronkelijk niet bedoeld als een bundel. Rachmaninovs eerste prelude was deze in es klein, één van zijn “Vier stukken” (“Romance”, “Prélude”, “Mélodie” en “Gavotte”) uit 1887. Hij was toen 14 jaar oud. In juli 1891, het jaar van zijn eerste pianoconcerto, componeerde hij een Prelude in F, die hij ook arrangeerde voor cello en piano. Geen van deze solo pianostukken werd echter tijdens zijn leven gepubliceerd.De 6 Moments musicaux werden gecomponeerd tussen oktober en december 1896. Elke Moment-musical reproduceert een muzikale vorm die kenmerkend was voor een eerder muzikaal tijdperk. De vormen die in de incarnatie van Rachmaninoff voorkomen zijn de nocturne, het lied zonder woorden, de barcarolle, de virtuoze etude en het thema en variaties. De afzonderlijke stukken zijn beschreven als echte concertwerken, die het best geserveerd worden op een podium en met een concertvleugel. Hoewel gecomponeerd als onderdeel van een set, staat elk stuk op zichzelf als een concertsolo met individuele thema’s en stemmingen. De stukken omvatten een verscheidenheid aan thema’s, variërend van de treurmars van nummer drie tot de canon van nummer zes, de Moments musicaux zijn zowel Rachmaninoffs terugkeer naar en revolutie van solo pianocompositie.Een Andantino opent de reeks met een lange, reflectieve melodie die zich ontwikkelt tot een snelle climax. Het tweede stuk, Allegretto, is het eerste van de weinige die zijn beheersing van de pianotechniek onthult. Andante cantabile vomt een contrast met de twee omringende stukken, expliciet genoemd “begrafenismars “en “lament”, en Presto haalt inspiratie uit verschillende bronnen, waaronder de Preludes van Chopin, om een explosie van melodische intensiteit te synthetiseren. Het vijfde, Adagio sostenuto is een onderbreking in barcarolle -vorm en het finale Maestoso, sluit de reeks af in een driedelige textuur.“Vocalise”, op. 34 nr. 14 is een Romance uit Rachmaninoffs “Veertien Romances” op. 34, uitgegeven in 1912. De “Vocalise” is gecomponeerd voor een sopraan of tenor. Deze vocalise wordt geheel gezongen op de a klinker, vanwaar de naam. Rachmaninoff componeerde zijn adembenemend, mooie melodie voor Antonina Vasilievna Nezhdanova (1873-1950) (foto), een Russische lyrische coloratuursopraan. Nezhdanova werd geboren in Kryva Balka, in de buurt van Odessa, Oekraïne, in het Russische Rijk. In 1899 ging ze aan het Conservatorium van Moskou studeren. Na drie jaar werd ze de belangrijkste sopraan van het Bolshoi Theater. Ze zong ook vaak in het Mariinsky Theater in Sint Petersburg, in Kiev en in Odessa. Parijs hoorde haar in 1912, toen ze er verscheen met de legendarische Enrico Caruso en de al even legendarische bariton Titta Ruffo.Nezhdanova was tevens de eerste uitvoerder van de versie voor sopraan en orkest van Rachmaninoffs “Vocalise” o.l.v. Serge Koussevitzky. Zij creëerde een aantal operarollen en na de Russische Revolutie van 1917 bleef ze bij het Bolshoi. Dit in tegenstelling tot enkele van haar collega-operazangers, die hun geboorteland verlieten en naar het Westen vluchtten. In 1936 begon ze zangles te geven in Moskou en werd er in 1943 professor aan het conservatorium. Ze was getrouwd met de componist en dirigent Nikolai Golovanov (1891-1953) en overleed in Moskou in 1950. Nezhdanova werd beroemd door de schoonheid en flexibiliteit van haar stem en door haar uitmuntende techniek. Ze was een van de allerbeste sopranen van de 20ste eeuw.Jean-Paul Gasparian (°1995), geboren Parijs, is één ’s werelds veelbelovende pianisten. Hij is afgestudeerd aan het Nationaal Conservatorium van Parijs bij Olivier Gardon, Jacques Rouvier, Michel Beroff, Laurent Cabasso, Claire Désert en Michel Dalberto. Naast zijn pianostudie slaagde hij erin om in 2013 af te studeren in de filosofie en nam met succes deel aan tal van competities. Zo wist hij in februari 2020 de Thierry Scherz Prize voor de beste recital in de wacht te slepen én verwierf hij in 2021 in de categorie “Revalation Soloist”, een nominatie voor de Victoires de la musique classique 2021.
Tracklist:
Piano Sonata No. 2 in B flat minor, Op. 36
Prelude Op. 23 No. 4 in D major
Prelude Op. 32 No. 10 in B minor
Moments Musicaux, Op. 16
Vocalise, Op. 34 No. 14
Jean-Paul Gasparian Rachmaninoff cd evidence EVCD085