Dmitri Sjostakovitsj componeerde zijn Strijkkwartet Nr. 3 in F (op. 73) in 1946, kort nadat zijn 9e Symfonie was bekritiseerd door de Sovjetautoriteiten. Hij componeerde in 1960 een achtste Strijkkwartet als een autobiografie in muziek. Na vijfentwintig jaar ‘innerlijke emigratie’ stond hij nl. met deze muziek, zichzelf opnieuw toe, om persoonlijk te zijn. De cd verschijnt op 11 februari.Sjostakovitsj (1906-1975) was begin dertig toen hij zich voor het eerst tot het strijkkwartet wendde. Hij was van plan om een volledige cyclus van 24 te produceren maar voltooide er 15. Deze werken belichamen zijn verzet tegen een verpletterende Sovjetmacht die geloofde dat alle kunst politiek moest zijn. Tegelijkertijd gebruikte hij ze als een middel voor persoonlijke, autobiografische expressie, gericht op het weergeven van een waarheidsgetrouwe weergave van zichzelf als mens en kunstenaar. Het samenbrengen van de nrs. 3 en 8, maakt het Novus Quartet de opstand van Sjostakovitsj voelbaar en geeft het tegelijkertijd de hartverscheurende wereld van deze grote componist weer.De première, van het 3de strijkkwartet in 5 bewegingen, door het Beethovenkwartet, vond plaats in december 1946 in Moskou. Het werk kreeg kritiek omdat in het werk verschrikkelijke gebeurtenissen waren verwerkt, én omdat het stuk eindigde op een dubbelzinnige noot die het stuk muzikaal gezien niet afsloot. Sommige critici beschuldigden Sjostakovitsj er zelfs van dat hij in het werk gecodeerde berichten had gestopt die tegen Stalin waren gericht. In de eerste beweging in een sonate allegro –vorm, verschijnt het eerste thema in de eerste viool en is vaak te horen in interactie met de cello. Ook het tweede thema wordt gespeeld door de eerste viool en vervolgens geïmiteerd en getransformeerd door de drie andere instrumenten. De doorwerking is vrij lang en put zijn materiaal voornamelijk uit het eerste thema. De coda wordt aangekondigd door een versnelling en een crescendo, waarbij het hoofdthema opnieuw als materiaal wordt gebruikt.Sjostakovitsj legde zich na 1956 voornamelijk toe op de kamermuziek, met name zijn laatste tien strijkkwartetten. Dmitri Sjostakovitsj’s Strijkkwartet Nr. 8 in do klein (op. 110) werd geschreven in slechts drie dagen tijd, van 12 juli tot 14 juli in 1960. Het stuk werd kort na twee traumatische gebeurtenissen in het leven van Sjostakovitsj geschreven: de diagnose van myelitis en het toetreden tot de Communistische Partij. Volgens de officiële versie was het 8ste kwartet geïnspireerd door de aanblik van de ruïnes van de stad Dresden. Het werk werd dan ook opgedragen aan ‘alle slachtoffers van het fascisme’. Het werk zou gecomponeerd zijn in Dresden, waar Sjostakovitsj de puinhopen van de bombardementen van de geallieerden zag toen hij daar was voor het componeren van muziek voor de film “Pyat Dney, Pyat Nochei” (Fünf Tage, Fünf Nächte/Five Days, Five Nights) van Lev Arnshtam and Heinz Thiel.Maar, sinds de gedeeltelijke publicatie van de briefwisseling van Sjostakovitsj in 1993, weten we dat het 8ste kwartet helemaal niet in Dresden is gecomponeerd en weinig of niets met het fascisme te maken had. Het was bedoeld als een soort “in memoriam” van Sjostakovitsj zelf, geschreven “omdat toch niemand anders een werk te mijner nagedachtenis zou schrijven”. De Russische musicoloog, Lev Lebedinsky (1904-1992), een vriend van Sjostakovitsj, zei dat Sjostakovitsj na het schrijven van het werk zelfmoord wilde plegen. Het 8e Strijkkwartet behoort dan ook tot zijn intiemste werken. De alomtegenwoordigheid van het DSCH-motief en de vele verwijzingen naar eigen werken, met name naar zijn eerste en achtste symfonie, de opera “Lady Macbeth” en het tweede pianotrio, geven aan dat dit werk een heel persoonlijke en aangrijpende autobiografie vormde. Het achtste strijkkwartet, later door Rudolf Barshai bewerkt tot een kamersymfonie, was een uiterst persoonlijke uiting van angst en wanhoop.Het Novus String Quartet, opgericht aan de Korean National University of Arts in 2007, is een van de toonaangevende kamermuziekensembles in Korea en veroorzaakte voor het eerst een sensatie in Europa in 2012 toen ze de tweede prijs in de categorie strijkkwartet wonnen op de gerenommeerde ARD Muziek wedstrijd. Twee jaar later kroonde het kwartet zich met de Eerste Prijs op het Salzburg Mozart Concours waar Lukas Hagen van het Hagen Quartet de juryvoorzitter was. Sindsdien vult het kwartet de internationale concertzalen en inspireert het zowel publiek als critici. Een jaar na de oprichting vierde het kwartet het inaugurele succes op de International Chamber Music Competition Osaka, waar de musici de 3e prijs ontvingen. Een jaar later ontving het kwartet ook de 3e prijs op de kamermuziekwedstrijd 2009 in Lyon.Van 2011 tot 2014 studeerde het Novus String Quartet bij de professoren Christoph Poppen en Hariolf Schlichtig aan de Hochschule für Musik und Theater in München en in het seizoen van 14/15 aan de Hochschule für Musik in Lübeck bij professor Heime Müller, voormalig lid van het Artemis-kwartet. Sinds juni 2016 is het Belcea Quartet de mentor van het Novus String Quartet en heeft het hen opgenomen in hun Belcea Quartet Trust Coaching Scheme. Hun eerste cd (Novus Quartet #1) werd in het voorjaar van 2016 uitgebracht op het Franse Label Aparté, met werken van Beethoven, Webern en de zelden gespeelde Koreaanse componist Isang Yun. De 2e opname met Tsjaikovski’s 1e strijkkwartet en het sextet “Souvenir de Florence” werd uitgebracht in de herfst van 2017, gevolgd door de opname van het strijkkwartet met Bergs Lyrische Suite en Schuberts kwartet “Death and the Maiden” in het voorjaar van 2019, die in januari 2019 door Le Monde werd gekozen als selectiealbum. De leden zijn Jaeyoung Kim en Young-Uk Kim (viool), Kyuhyun Kim (altviool) en Wonhae Lee (cello).
Shostakovich String Quartets No. 3 & No. 8 Novus Quartet cd Aparté/SWR 2 AP271