Deze nieuwste release in Capriccio’s Hanns Eisler Edition bevat liederen en balladen, Live opgenomen tussen 1996 en 1999, uit alle periodes van Eislers creatief leven, van 1930 tot 1959, en enkele van zijn fascinerende orkestsuites, die hij meestal samenstelde uit zijn filmmuziek uit de jaren ‘30. Daarenboven is de uitgave voorzien van een afzonderlijk boekje met alle teksten, en ontdekt u op deze dubbel cd, de veelzijdige, Oostenrijkse musicus, “HK Gruber”…Na 1933 werd het werk van Hanns Eisler (1898-1962) (foto) en Bertolt Brecht door het nazibewind in de ban gedaan. Eisler zocht daarop zijn toevlucht in de Verenigde Staten. In Los Angeles, waar hij zich kort voor het begin van de Tweede Wereldoorlog vestigde, componeerde Eisler de muziek voor verschillende Hollywood-films. In Californië kreeg Eisler steeds meer opdrachten. Tijdens zijn tienjarige ballingschap in de VS werd hij als componist van filmmuziek zelfs tweemaal genomineerd voor een Oscar. Behalve de opdrachten om den brode, componeerde hij in deze periode ook het “Hollywood Songbook”, dat 28 Brecht-teksten bevatte, evenals de “Hölderlin-fragmenten”, met een breed scala aan muzikale en literaire stijlen. Eisler keerde in 1948, vervolgd omwille van zijn communistisch sympathieën, terug naar Duitsland, en vestigde zich in Oost-Berlijn.Het programma op cd 2 bevat de suites uit de films, “Niemandsland” (1931) van Victor Trivas, over vijf soldaten van vijf verschillende nationaliteiten, die tijdens een bombardement in WO I, samen vast komen te zitten in een loopgraaf, en “Kuhle Wampe” (1932) van Bertolt Brecht en Slatan Dudow, over de werkloosheid en linkse politiek in de tijd van de Weimarrepubliek, en uit de documentaire,“’Pesn o Gerojach” (1932) van Joris Ivens, over de bouw van hoogovens door de communistische arbeidersjeugdorganisatie Komsomol, gemaakt in het kader van het eerste Vijfjarenplan van de Sovjet-Unie.
Verder ontdekt u op deze cd o.a. de wereldpremière-opname van Eislers toneelmuziek bij “Die Letzte Nacht”, de epiloog van Karl Kraus’ monumentaal, satirisch werk “Die letzten Tage der Menschheit” uit 1915-1922, met de Oostenrijkse acteur, Wolfram Berger (°1945) (foto) als verteller en Adolf Henning, piano.
Op cd 1, ontdekt u liederen “für Gesang und Kammerorchester” en liederen met pianobegeleiding (Marino Formenti) op tekst van Kurt Tucholsky en Bertold Brecht (foto’s), fragmenten uit toneelmuziek bij “Höllenangst” en ”Eulenspiegel” van Johann Nepomuk Nestroy, 2 nummers uit de toneelmuziek, “Schweyk im zweiten Weltkrieg”, (tekst van Brecht), en de Parodie, “Palmström”, voor spreekstem en 4 instrumenten, op tekst uit 1910, van Christian Morgenstern. Het brein achter dit indrukwekkend project was de componist, dirigent en chansonnier, HK Gruber, één van de grootste autoriteiten op het gebied van de muziek van Hanns Eisler.
“Erstrebenswert wäre ein Stil, der höchste Kunstfertigkeit, Originalität und hohe Qualität mit der größten Volkstümlichkeit verbinden kann.” (Hanns Eisler)Heinz Karl “Nali” Gruber (°1943), is een Oostenrijkse componist, dirigent, contrabassist en zanger, geboren in Wenen. Hij is een leidende figuur van de zogenaamde “Derde Weense School”. Hoewel onduidelijk, zou Gruber een afstammeling zijn van Franz Xaver Gruber, de componist van het kerstlied “Stille Nacht”. Van 1953 tot 1957 was Gruber lid van de Wiener Sängerknaben en kreeg hij zijn bijnaam ‘Nali’. Hij studeerde hoorn, contrabas, elektronische muziek, filmmuziek en compositie, aan de Hochschule für Musik in Wenen, waar zijn compositieleraren, Alfred Uhl, Erwin Ratz en Hanns Jelinek waren, en later, Gottfried von Einem, bij wie hij ook privé studeerde. In 1961 trad Gruber als contrabassist toe tot het ensemble “die reihe” en werd hij in 1963, contrabassist/aanvoerder van het Weens Tonkünstler Orchester.
In 1968 richtte hij samen met zijn componistenvrienden, Kurt Schwertsik en Otto M. Zykan, en de violist Ernst Kovacic, het ‘MOB-art & tone- ART’-ensemble op, deels om hun eigen repertoire uit te voeren (waaronder een kort stuk van Gruber, “Bossa Nova”, dat al snel een hit werd), en deels dat van Mauricio Kagel. Dit ensemble kan beschouwd worden als de bakermat van wat wel eens de ‘Derde Weense School’ wordt genoemd, waarvan Gruber nu de bekendste vertegenwoordiger is.Net als Schwertsik, kreeg Gruber les in de post-Schönberg stijl van de Tweede Weense School, (zijn leraar, Jelinek, was een ex-leerling van Schönberg en Alban berg),maar eveneens net als Schwertsik, kwam hij al snel tot zijn persoonlijke benadering en aanpassing van tonaliteit en de oudere, Weense tradities. De vooraanstaande, Engelse muziekcriticus, Paul Driver (°1954) (Financial Times, Daily Telegraph, Boston Globe, Sunday Times), schreef over de stijl Gruber, ‘neo-romantisch, neo-tonaal, neo-expressionistisch, en neo-Weens. Gruber componeerde en speelde vanaf zijn studententijd, ook jazz, maar verwierf in 1978, internationale bekendheid met “Frankenstein!!”, een ‘pan-demonium’ voor chansonnier en orkest of groot ensemble, op gedichten uit “Allerleirausch: neue schöne Kinderreime” (1978), een verzameling kinderversjes, van zijn vriend, de absurdistische dichter in het aanstekelijk, Weens dialect, Hans Carl Artmann (“Ib Hansen”) (1921-2000), die hij de volgende jaren, als zanger, over de hele wereld uitvoerde.
Hij en Schwertsik deelden een ‘Composers’ Portrait’-film op het Berlijns Festival van 1979, en Gruber werd vervolgens gerangschikt onder de toonaangevende componisten van Oostenrijk. Als performer (dirigent, zanger, bassist) is hij betrokken geweest bij muziek van Peter Maxwell Davies, Hanns Eisler en Kurt Weill, en maakte met het Ensemble Modern en het Palast Orchester, opmerkelijke cd-opnames van de laatste twee componisten, “Roaring Eisler”, “Die Dreigroschenoper” en “Berlin im Licht”. In september 2009, werd Gruber benoemd tot componist/dirigent van het BBC Philharmonic Orchestra als opvolger van de Schotse componist, dirigent en muziekpedagoog, James MacMillan, die in opvolging van Peter Eötvös, de vaste gastdirigent werd van de Nederlandse Radio Kamer Filharmonie, van 2005 tot 2010, het orkest van Jaap van Zweden (opvolger van Edo de Waart).
Tracklist:
CD 1
Balladenbuch op. 18 (Auszug)
Nr. 1 Ballade von der Krüppelgarde
Die weinenden Hohenzollern
Balladenbuch op. 22 (Auszug)
Nr. 2 Wohltätigkeit
Rückkehr zur Natur
Balladenbuch op. 22 (Auszug)
Nr. 4 Ballade von den Säckeschmeißern
Ideal und Wirklichkeit
Balladenbuch op. 18 (Auszug)
Nr. 6 Ballade vom Nigger JimLieder op. 28 (Auszug)
Stempellied
Das Lied vom SA-Mann
Bei der Kanone dort
Kälbermarsch
Die Ballade vom Wasserrad
Lied von der belebenden Wirkung des Geldes
Ouvertüre zu einem Lustspiel
Wendelin-Couplet Nr. 1
Aberglauben-Couplet
Wendelin-Couplet Nr. 2
Angst-Couplet
Des is a politischer Herr
O Fallada, da du hangest
Palmström-Parodien op. 5
Nr. 1 Venus Palmström
Nr. 2 Notturno
Nr. 3 L’art pour l’art
Nr. 4 Galgenbruders Frühlingslied
Nr. 5 Couplet von der Tapetenblume
CD 2
Suite für Orchester Nr. 2 op. 24 (Filmmusik-Suite: Niemandsland)
- Vorspiel: Moderato
- Capriccio über jüdische Volkslieder
- Andante
- Schlussmarsch “Der heimliche Aufmarsch”
Suite für Orchester Nr. 3 op. 26 (Filmmusik-Suite: Kuhle Wampe)
- Präludium: Allegro
- Intermezzo: Sehr ruhig, largo
- Rondo: Molto allegro
- Die Fabriken (Solidaritätslied)
Suite für Orchester Nr. 4 op. 30 (Filmmusik-Suite: Pesn o Gerojach) (Auszug)
- Marsch der Jugend, die das Wort hat
- Finale
Die letzte Nacht op. 32 Nr. 2 (Bühnenmusik zum Epilog aus “Die letzten Tage der Menschheit” von Karl Kraus)
Die letzte Nacht
Anfang: Zwei Generale auf der Flucht
Kriegsberichtserstatter
Marsch des Totenkopfhusaren
Couplet des Novotny von Eichensieg
Doktor-Ing. Abendroth
Hyänen die Menschengesichter tragen
Hyänen I (Tango)
Herr der Hyänen
Hyänen II (Walzer)
Presseball
Untergang (Menschen und Tiere in wilder Flucht)
Ein großes blutiges Kreuz erscheint
Eine Stimme von oben
Stimme von unten
Hanns Eisler Couplets Ballads Orchestral Suites 2-4 Die Letzte Nacht HK Gruber Wolfram Berger Ensemble “dir reihe” Klangforum Wien 2 cdf Capriccio C5434