Sibelius componeerde tussen 1899 en 1924, zeven symfonieën. Een 8ste Symfonie liet hij in 1929 onvoltooid. Elk van de symfonieën is op zichzelf al een wonder van natuurpoëzie, maar samen, geven ze pas hun grootsheid en hun diepste geheimen prijs, zeker o.l.v. Paavo Berglund. Jean Sibelius was reeds 34 jaar oud, toen hij in 1899 pas zijn eerste symfonie componeerde. In 1892 had hij weliswaar “Kullervo”, een symfonie voor sopraan, bariton, mannenkoor en orkest, gecomponeerd. In 1901-1902 volgde zijn Symfonie nr. 2 in D-majeur, op. 43, in 1907 gevolgd door zijn Symfonie nr. 3 in C-majeur, op. 52. Na de 4de (1911), volgden de 5de, 6de en 7de Symfonie, respectievelijk in 1915, (herzien in 1916 en 1919), 1923, en 1924.
Ten tijde van de 4de symfonie had Sibelius last van een keeltumor, waarvan hij dacht dat deze levensbedreigend was, maar die toch niet kwaadaardig bleek te zijn. Zowel “Voces Intimae” als de 4de Symfonie (1910-1911), weerspiegelden zijn innerlijk leven gedurende de jaren onmiddellijk na de operatie, toen hij door de schaduw van de vallei van de dood was gegaan. Op medisch advies onthield Sibelius zich zeven jaar lang van alcohol en tabak, om een herhaling van de tumor te voorkomen, een periode die zijn vrouw Aino omschreef als de gelukkigste tijd van haar leven. Jean Sibelius dirigeerde in 1911 zelf de eerste uitvoering van zijn 4de Symfonie in Helsinki met het Helsinki Filharmonisch Gezelschap, de voorloper van het Filharmonisch Orkest van Helsinki.
De eerste aanzet voor deze symfonie kwam door een reis die Sibelius ondernam met zijn zwager, de schrijver, Eero Järnefelt, naar Koli (foto) een streek in Oost Finland, aan de grens met Rusland. De bossen en heuvels rondom het meer Pielinen (foto) en het eindeloze meer zelf, het op drie na grootste meer in de Finse provincie, Noord-Karelië, inspireerden Sibelius tot het componeren van zijn evocatieve muziek. Koli heeft trouwens nog andere kunstenaars geïnspireerd, zoals de Finse schrijver, Juhani Aho (1861-1921) en de schilder, Eero Järnefelt, de schoonbroer van Sibelius. Die laatste schilderde in 1911, samen met A.W. Finch en Ilmari Aalto, een weids panorama van Koli, dat nu in het restaurant van het treinstation in Helsinki hangt (foto).
Sibelius omschreef zijn 4de als een psychologische symfonie, maar ook een spirituele, een figuurlijke terugtrekking uit het leven. In zijn laatste symfonieën richtte Sibelius de blik hemelwaarts. De Vijfde steeg op met de machtige vleugelslagen van een vlucht zwanen, rond de Zesde hing volgens de componist de geur van de eerste sneeuw, en de magistrale Zevende, liet een zee van sterren fonkelen.De Finse dirigent, Paavo Berglund, geboren in Helsinki in 1929, was tot aan zijn overlijden in 2012, de grootste van alle hedendaagse vertolkers van Sibelius’ muziek. Nu is dat ongetwijfeld, Osmo Vänskä (°1953). De idiomatische, levendige en overtuigende opnames van Berglund, die zijn unieke kwaliteiten van grootsheid en instrumentale kleur vastlegden, en er nota bene voor zorgden dat de edities van de gebruikte partituren correct waren, hebben er veel toe bijgedragen dat de belangstelling voor de componist heropleefde. Het Chamber Orchestra of Europe (COE) had jarenlang een speciale band met Berglund, en het was het orkest dat voorstelde om alle symfonieën van Sibelius met hem uit te voeren en op te nemen. Dit vond plaats op het Edinburgh International Festival, gevolgd door studio-opnames voor Finlandia en ten slotte op het Helsinki Festival in augustus 1998, waar ze werden gefilmd, hier gedocumenteerd door het COE en ICA Classics op dvd en Blu-Ray.
Halverwege de jaren ’50, hoorde Jean Sibelius, Berglund enkele van zijn symfonieën en zijn Suite Rakastava dirigeren, en hij vertelde Berglund hoeveel hij er van had genoten. Hij ontmoette daarna Sibelius thuis als lid van de delegatie van het Radio Orkest dat Sibelius bezocht, en maakte vervolgens de eerste opname van zijn Kullervo Symfonie. Berglunds kritisch onderzoek naar Sibelius’ Zevende symfonie begon in 1957, toen hij die symfonie uitvoerde met het Helsinki Philharmonic Orchestra, en merkte dat ze partijen speelden, die Sibelius had gecorrigeerd. Hij zag dat de gedrukte partijen tal van fouten bevatten en zijn daaropvolgend onderzoek leidde in 1980, tot een nieuwe editie van de symfonie.Berglund zorgde soms wel voor controverse met het retoucheren van bepaalde orkestpartijen. In een Gramophone-interview van oktober 1978, vertelde hij, “Sibelius was een uitstekende orkestrator, maar tot het einde toe maakte hij een vreemde dynamiek die ik moest veranderen. In de Tweede symfonie hoef je niet zoveel te veranderen, maar grappig genoeg is er veel dat veranderd moest worden in de Zevende symfonie. Mijn houding daarbij was wel trouw zijn aan het werk”. Wat daarbij vooral opviel was het gebruik van een kleiner aantal strijkers dan gebruikelijk in sommige van de symfonieën. Berglund nam driemaal de volledige Sibelius-symfonieën op. Zijn vroege Sibelius-interpretaties waren donkerder en zwaarder, maar later ontdekte hij een nieuwe stijl. Terwijl andere dirigenten bij Sibelius vaak voor de grote effecten gingen, begon Berglund nl. alle aandacht te schenken aan de helderheid, die met een orkest van ongeveer 50 man, kon worden bereikt. Heel bijzonder.
Sibelius The complete Symphonies Recorded Live at the 1998 Helsinki Festival Chamber Orchestra of Europe Paavo Berglund 2 dvd ica classics ICAD 5162