‘Hoe word je epicurist?’ is een introductie in een door velen vergeten oud-Griekse filosofie. De epicuristen zeggen dat het ware en het goede leven voor iedereen bereikbaar is. Veel van het menselijk lijden wordt veroorzaakt door een verkeerd beeld van de wereld. Onze angsten en problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon zodra we het hier en nu omarmen en genot en plezier serieus nemen. In ‘Hoe word je epicurist?’ laat Catherine Wilson zien hoe dit zinnelijk denken ook de levens van moderne mensen kan veranderen.Is er iets in het universum dat volstrekt onverwoestbaar en permanent is? Zo ja, wat is dat dan? En waarom zou het epicuristisch antwoord op zo’n abstracte vraag relevant zijn? Reeds in de oudheid waren er filosofen die in hun beschouwingen over de substantie waaruit alle materie gemaakt is, een niet meer te delen oerstof onderstelden. Leucippus was de eerste Griek wiens atoomleer bekend geworden is. Zijn leerdicht, “De Rerum Natura”, is dan ook dé bron voor onze kennis van Epicurus’ opvattingen. We zien in dit gedicht trouwens ook hoe Epicurus (341-270 v.Chr.) als verlosser, als God vereerd wordt. Zij is verder ontwikkeld door zijn leerling Democritus van Abdera en door Epicurus die op zijn beurt werd verdedigd door Lucretius. Werkelijk zijn volgens hen, slechts de, met de zintuigen niet waarneembare, ondeelbare atomen en de lege ruimte, waarin zij zich bevinden. Deze kleinste deeltjes verschillen van elkaar slechts door hun vorm, grootte en de positie die zij ten opzichte van elkaar innemen. Epicurus kende de atomen bovendien verschillende zwaarten (massa’s) toe. Alle materie ontstaat en vergaat door samengaan en uiteengaan van atomen. Dit proces is niet gestuurd of doelgericht, maar puur mechanisch.
De oude epicuristen betoogden dat alles in onze ervaring, vergankelijk is en op zeker moment zal vergaan. Maar als er eenmaal íéts bestaat, zo redeneerden ze, kan het niet zomaar níéts worden. Analoog terug naar de basis daaraan kan het complete universum niet uit het niets zijn verschenen. Daaruit volgt dat het universum uit íéts moet zijn voortgekomen en dat er altijd iets zal bestaan, ook al vallen de objecten van onze ervaring nog zo finaal uiteen.Vanaf het moment dat de mens met filosoferen begon, kwamen velen tot de conclusie dat het eeuwige ‘iets’ dat al bestond voor het universum kwam opdagen en dat het in stand kan houden of zelfs overleven, een intelligent en scheppend wezen moet zijn: een geest met een plan. Scheppingsverhalen zijn er in vele soorten en maten, maar wat ze allemaal gemeenschappelijk hebben is het idee dat de wereld een duidelijk afgebakend begin moet hebben gehad en dat ze door haar Schepper met een duidelijke bedoeling is gemaakt. De mens had de bijzondere aandacht van deze machtige entiteit, en de rest van het universum werd geconstrueerd met het oog op de noden en kenmerken van menselijke wezens en het grootse plan dat de Schepper met hen had.Epicurus verwierp deze aannamen. Hij beweerde juist dat de elementen van het universum eeuwig en ongeschapen zijn. Er is geen regelende geest of meesterplan bij ze betrokken. In zijn denken over de wereld wordt de eerste stap gevormd door een proces van verwoesting in plaats van creatie. “How to be an Epicurian” werd vertaald door Ruud van de Plassche.
Catherine Wilson is filosoof en werkt aan het Graduate Center van de City University van New York. “Hoe word je epicurist?” is haar eerste boek dat in het Nederlands verschijnt.
Catherine Wilson, Hoe word je epicurist? De eeuwenoude kunst van het leven te genieten 256 bladz. uitg. Ten Have ISBN 978 90 259 1045 7