Damien Guillon leidt Le Banquet Céleste in Purcells uiterst muzikaal-expressieve Odes en Welcome Songs. Om verschillende gelegenheden te vieren, componeerde Purcell ongelooflijk fantasierijke muziek van een verbazingwekkende kwaliteit.Henry Purcell (1659-1695) (foto) profileerde zich vooral als een componist van vocale muziek. Hij componeerde odes, ‘welcome songs’, anthems, liederen voor huiselijk gebruik, zowel religieus als wereldlijk, éénstemmig en meerstemmig, en toneelmuziek. Purcell werd een populair componist van welkomstliederen voor vorstelijke personen en van lofzangen of odes, waarvan de eerste, “Welcome, Viceregent of the Mighty King”, reeds in 1680 werd gecomponeerd. Purcell componeerde in 1685 ook een ode voor de kroning van James II, “My Heart is Inditing”, en bespeelde het orgel tijdens de kroning van Willem en Mary in 1689. Tussen 1680 en 1695, componeerde hij in totaal, 24 Odes en Welcome Songs. Vier vierden St Cecilia, 6 om royalty te verwelkomen, 3 om de verjaardag van koning James II te vieren, en 6 die van Queen Mary (van 1684 tot 1694). De andere componeerde hij voor specifieke evenementen, bv. voor een koninklijk huwelijk, het Yorkshire-festival, de verjaardag van de hertog van Gloucester of voor de honderdste verjaardag van het Trinity College in Dublin.Ondanks de speciale evenementen, was volgens de overlevering, het aantal zangers en musici verrassend klein. Purcells meest uitgebreide Odes, “Come Ye sons of Art” en “Hail! Bright Cecilia”, lijken te zijn gecomponeerd voor ongeveer twaalf instrumenten en vier zangers, verdeeld tussen solo’s en koren. Het Banquet Céleste koos voor deze uiterst expressieve en muzikale werken dan ook voor een kamermuziekachtige, intieme sfeer. De vocale solisten zijn Celine Scheen, Suzanne Jerosme, sopraan, Damien Guillon en Paul-Antoine Benos-Dijan, contratenor, Nicholas Scott, Zachary Wilder, tenor, en Benoit Arnould en Nicolas Brooymans, bas.
Op de cd staan “From those serene and rapturous joys”, Z 326, “Fly, bold rebellion, Z 324 en Why are all the muses mute”, Z 343. Charles II, de zoon van de onthoofde koning Charles I, vluchtte tijdens de burgeroorlog, in 1646, naar Frankrijk. Hij woonde vervolgens enige tijd in Den Haag en later verbleef hij enkele jaren in de Zuidelijke Nederlanden, onder meer in Brugge. In 1660, na de dood van Cromwell, werd Charles teruggeroepen om de regering in Engeland weer over te nemen en te leiden.
“From those serene and rapturous joys”, Purcells 5de Welcome Song voor zijn werkgever, Charles II, werd gecomponeerd om de terugkeer van de koning in september 1684, naar Whitehall te vieren. Normaal zou de koning rechtstreeks uit Windsor zijn teruggekeerd, maar dit jaar was er wat politiek gemanoeuvreer nodig. Charles was nl. reeds eind augustus, samen met de hertog van York, van Windsor naar Winchester verhuisd, op tijd terug voor de vieringen van 25 september in Whitehall. Thomas Flatmans maakte in zijn tekst dan ook elegant gesluierde, maar uiteraard vleiende verwijzingen naar de diplomatieke zomervooruitgang van de koning, die met succes en vooral vreedzaam, een einde maakte aan zijn strijd om Engeland te beheersen.
“Fly, bold rebellion” werd gecomponeerd na de ontdekking van de “Rye House Plot” van juni 1683. De “Rye Huis samenzwering” van 1683, was een plan om de Engelse koning Charles II en zijn broer (en erfgenaam van de troon), James, de hertog van York (foto), te vermoorden. “Why are all the Muses mute?”, de eerste Welcome Song die Purcell componeerde voor King James II, werd waarschijnlijk uitgevoerd op 14 oktober 1685 in Whitehall, kort nadat het hof was teruggekeerd uit Windsor. Er was wat te vieren, aangezien de opstand van James Crofts (Scott), 1ste Hertog van Monmouth, was onderdrukt.
De Franse contratenor, Damien Guillon (°1981) (foto), kreeg vanaf zijn achtste jaar muziek- en zangonderricht bij het jongenskoor “Maîtrise de Bretagne” in zijn geboorteplaats Rennes. Daar begon hij als jongenssopraan en was hij later bariton. Toen er bij een concert door ziekte een tekort was aan sopranen, probeerde Damien zijn hoge stem weer uit. Hoewel hij de hoogste noten niet meer haalde, kon hij toch zonder problemen als alt meezingen en zo ontdekte hij zijn vermogen om hoog te zingen. Zijn muzikale interesse omvatte ook orgel en hij studeerde ook basso continuo en klavecimbel aan het conservatorium van Boulogne-Billancourt.Van 1998 tot 2001 studeerde Damien Guillon onder leiding van Olivier Schneebeli aan het Centre de Musique Baroque de Versailles. In 2004 verhuisde hij naar Bazel om zijn zangopleiding te vervolmaken bij Andreas Scholl aan de gerenommeerde Schola Cantorum Basiliensis. Damien Guillon was te zien in diverse operaproducties, onder andere Athalia van Händel onder leiding van Paul McCreesh in Ambronay, Teseo, eveneens van Händel, in de opera van Nice, Il Ritorno d’Ulisse in Patria van Monteverdi onder leiding van Philippe Pierlot in de Muntschouwburg in Brussel, Il Sant’Alessio van Landi met William Christie en Les Arts Florissants, Händel’s Giulio Cesare in Caen en Händel’s Rinaldo op het Edinburgh Festival in 2009. Sinds 2009 is Damien Guillon leider van het barokensemble “Le Banquet Celeste”. Van jongs af aan interesseerde hij zich immers ook voor directie. Damien Guillon heeft zich gevestigd als één van de beste artiesten van barokmuziek. Als solist gewaardeerd om zijn muzikale kwaliteiten en zijn heldere, zuivere stem, wordt hij regelmatig uitgenodigd om op te treden onder leiding van de meest gerenommeerde dirigenten. De Franse contratenor uit Rennes, is vooral bekend van zijn interpretatie van de vocale composities van Johann Sebastian Bach, Georg Friedrich Händel en John Dowland.
Purcell Royal Odes Damien Guillon Le Banquet Celeste cd ALPHA780