Napoleon had meerdere zonen, maar slechts één ervan was ‘het adelaarsjong’, nl. de zoon die hij had met zijn tweede vrouw, Marie-Louise van Oostenrijk, een achternicht van koningin Marie Antoinette. Het kind was daardoor de kleinzoon van Franz I. sedert 1804, de keizer van Oostenrijk, die als Franz II., ook de laatste keizer van het Heilig Roomse Rijk was.Als Napoleon ten val komt, is zijn driejarig zoontje een nachtmerrie voor de Europese machthebbers. In Wenen wordt het prinsje, dat bij zijn geboorte voorbestemd is om de machtigste man ter wereld te worden, weggestopt in een gouden kooi. Hij wordt ‘heropgevoed’ en krijgt zelfs een nieuwe naam. Hij wordt koning van Rome genoemd en krijgt van zijn grootvader, als verwijzing naar het door Napoleon teloor gegane Heilig Roomse Rijk, de titel, hertog van Reichstadt, nu Zákupy, een stad in Tsjechië. Na verblijven in het Kasteel van Rambouillet en het Kasteel van Blois, groeit hij als “Franz”, in ballingschap op in Oostenrijk, en overlijdt op 21-jarige leeftijd aan tuberculose in Schloss Schönbrunn in Wenen.
De bijnaam “L’Aiglon” van Napoléon François Joseph Charles Bonaparte (Napoleon II) (1811-1832) werd bedacht door Victor Hugo. Zijn hele jeugd lang, die getekend werd door eenzaamheid en onbegrip, zal de jongen tevergeefs zoeken naar zijn identiteit. Was hij een Fransman of een Oostenrijker, was zijn vader een held of een monster? In de geschiedenisboeken was er voor deze zoon van Napoleon weinig of geen plaats. De literatuur, het theater, de opera en de film maakten dat enigszins goed. Als het ‘adelaarskind’ werd hij een van de grootste romantische helden aller tijden. Edmond Rostand schreef een toneelstuk over hem met een glansrol voor Sarah Bernhardt.
Meer dan een eeuw na zijn overlijden werd zijn nagedachtenis echter ernstig bezoedeld. In 1940 besloot Hitler dat het stoffelijk overschot van Napoleon II, naar Parijs moest worden overgebracht. Hitler wilde nl. van hem een symbool van de collaboratie maken. Het stoffelijk overschot werd aanvankelijk in de koepelkerk bij het Hôtel des Invalides onder het standbeeld van zijn vader Napoleon I begraven en later werd het verplaatst naar de crypte van de kerk. Het hart en de ingewanden van “L’Aiglon”/Herzog von Reichstadt/König von Rom, bleven weliswaar in Wenen. Het hart bevindt zich in een urn in de “Herzgruft” en zijn ingewanden in een urn in de hertogelijke crypte onder de Stephansdom.
In het Heeresgeschichtliche Museum in Wenen worden zijn tekendoos, hoed en degen bewaard en in de Kaiserliche Schatzkammer van de Hofburg, wordt zijn meer dan 280 kilogram wegende, massief zilveren wieg (“Thron-Wiegenbett”) (foto), met aan het voeteinde, een klein arendsjong, bewaard. Deze was zijn geboortegeschenk van de stad Parijs.
Napoleon had ook nog twee buitenechtelijke kinderen, Léon en Alexandre. Eléonore Denuelle de la Plaigne, een hofdame van Napoleons zuster Caroline, was de moeder van Léon en de Poolse gravin Marie Walewska, was de moeder van Alexandre. In september 1821, vier maanden na het overlijden van Napoleon, huwde Marie Louise (foto) met haar minnaar, graaf Adam Adalbert van Neipperg (1775-1829) (foto), met wie ze reeds twee kinderen had, Albertine en Wilhelm Albrecht.
Uit het huwelijk met Neipperg werd in datzelfde jaar nog een dochter, Mathilde, geboren, die echter jong overleed. Adam Albert von Neipperg was eerder gehuwd met gravin Theresia Pola de Treviso. Hij was weduwnaar en vader van 4 zonen. Vijf jaar na zijn overlijden, hertrouwde Marie Louise in 1834, met haar opperkamerheer, graaf Charles-René de Bombelles (1785-1856), die ook eerder gehuwd was, vader was van twee kinderen, Louis en Marie, maar die sedert 1819, eveneens weduwnaar was.
Eric Bauwens splitste zijn boek op in 7 delen en een epiloog. Het laatste deel gaat o.a. over de mythevorming en het misbruik van en rond de legende van het adelaarsjong, en het zich toe eigenen van dit alles door de nazi’s. In de epiloog leest u over hoe het de hoofdrolspelers verder verging. De stambomen van de familie Bonaparte, van de Bourbons en van de Habsburgers, gevolg door de bibliografie en een handig personenregister, vervolledigen dit uitzonderlijk boek. Zeker lezen!
Eric Bauwens (°1960) studeerde Sociale Wetenschappen. Hij werkte lange tijd bij Defensie als stafofficier en gaf les aan de Koninklijke Militaire School. Eerder publiceerde hij de biografie “Vader Anseele: Edward Anseele, politicus, ondernemer, mythe”. Met “Het Adelaarsjong” schreef hij een uitzonderlijk, erudiet, uitgebreid gestoffeerd boek over een boeiend maar weinig bekend personage uit Europa’s geschiedenis. Niet te missen!
Eric Bauwens Het Adelaarsjong, het tragische leven van de zoon van Napoleon 360 bladz. geïllustreerd uitg. Vrijdag EAN 9789464340730