In zijn boek ‘Guernica’, laat Rob Hartmans zien hoe het monumentaal schilderij van Pablo Picasso uit 1937, dat te zien was in het Spaans paviljoen op de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs, een symbool was en bleef tegen terreur en een hartstochtelijke verdediging van vrede.
Picasso’s gigantisch werk meet maar liefst 27 vierkante meter. Het is meer bepaald 3,49 m hoog en 7,76 m breed. Rob Hartmans schreef met dit boek als het ware de biografie van het wereldberoemd schilderij, dat als een immense aanklacht tegen het bombardement door het Duits Condorlegioen van de Luftwaffe en Italiaanse bommenwerpers in april 1937, tijdens de Spaanse Burgeroorlog, op Gernika-Lumo (Guernica y Luno), een gemeente aan de rivier Oka, in de provincie Biskaje in de regio Baskenland in Spanje, schitterde als het hoogtepunt van het kubisme in Parijs. Het was hét symbool tegen geweld tijdens de naoorlogse jaren. Rob Hartmans vertelt ook hoe dit monument bijna een halve eeuw later, eindelijk thuiskwam in Spanje.
In 1956 hing het schilderij nl. eerst op een tentoonstelling in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en in het Stedelijk Museum Amsterdam. Uiteindelijk werd het kunstwerk naast de triptiek “Abfahrt” uit 1932/1933, één van de in totaal, in Amsterdam geschilderde, 10 triptieken, van Max Beckmann (1884-1950), tentoongesteld in het Museum of Modern Art (MoMA) in New York. Daar werd het tijdens de Oorlog in Vietnam, een verzamelplaats voor tegenstanders van de Amerikaanse rol in die oorlog, die er vreedzaam demonstreerden. Het schilderij werd dan voor de honderdste geboortedag van Picasso, op 25 oktober 1981, getoond aan het publiek in het Casón del Buen Retiro, een nevengebouw van het Prado in Madrid, maar werd uiteindelijk in 1992, verplaatst naar het Museo Reina Sofía in Madrid.
Een kopie van het schilderij van de hand van Jacqueline de la Baume Dürrbach, hangt als wandtapijt (foto) in het gebouw van de Verenigde Naties in New York. In 1948 werkte zij samen met Picasso om een geweven wandtapijt te maken dat zijn schilderij “Les Demoiselles d’Avignon” voorstelde. In 1951 werkten ze opnieuw samen, dit keer om een wandtapijt te maken van zijn werk “Pierrot en Harlequin” uit 1920.
In 1955 werkten Picasso, Jaqueline en haar man, René Dürrbach, samen aan de wandtapijtversie van Picasso’s anti-oorlogsschilderij, Guernica. Samen maakten ze ook een reusachtig gouache-schilderij van 3,50 x 7,10 meter, als studie voor het wandtapijt. Twee jaar later, maakte ze nog een wandtapijt van Picasso’s schilderij “Deux Harlequins”. In de stad Guernica zelf is een kopie van het schilderij te zien in de vorm van een tegeltableau.
De stedenband tussen de Duitse stad Pforzheim tussen Karlsruhe en Stuttgart, en de Baskische stad Gernika, bestaat sinds 1989. De twee steden deelden nl. hetzelfde lot. Pforzheim werd met name ook grotendeels verwoest in de Tweede Wereldoorlog. Bij een aanval op 23 februari 1945, door 379 Britse bommenwerpers, kwamen 17.600 inwoners en een groep dwangarbeiders om. Tegenwoordig is Gernika, het centrum van Baskenland, op veel plaatsen in Pforzheim aanwezig. Het idee van een stedenband is er vandaag nl. een teken van vrede en verzoening. Een kopie van Picasso’s schilderij hangt in het nieuw stadhuis, de Gernika-brug verbindt twee delen van het stadscentrum, en een uitloper van de “Gernika-eik” staat op de belangrijkste begraafplaats. Volgens de traditie zwoeren de heren van Biskaje en later de koningen van Spanje, trouw onder de eeuwenoude, mythische vrijheidsboom in Guernica. Jaarlijks vinden er tussen de tien en 15 ontmoetingen plaats tussen scholieren, wandelgroepen, scouts en artiesten, als symbool voor de vriendschap tussen Guernica en Pforzheim.
Hartmans beschrijft in zijn boek o.a. de context waarin het schilderij ontstond, de zwerftocht die na 1937 begon, de artistieke ontwikkeling van Picasso vóór het aanvaarden van de regeringsopdracht, en de politieke en sociale strijd in Spanje, die resulteerde in de Burgeroorlog van 1936-1939. Uiteraard is er een hoofdstuk gewijd aan deze oorlogsmisdaad. In het vijfde hoofdstuk gaat het dan bv. over de compositie en mogelijke interpretaties van het doek en in het zevende hoofdstuk, beschrijft hij dan weer de Spaanse bijdrage aan de Wereldtentoonstelling.
In de hoofdstukken hierna leest u over de zwervingen van Guernica na 1937, hoe het schilderij voor de oorlog, in Engeland werd ontvangen, wat de reacties waren toen het vervolgens in de Verenigde Staten belandde, en welke tournees het daarna maakte. Picasso’s lidmaatschap van de Franse communistische partij komt dan aan de orde in het hoofdstuk over de tentoonstelling, die in 1956, in het Stedelijk Museum van Amsterdam, aan Guernica werd gewijd. Een schitterend boek. Zeker lezen!
Rob Hartmans is historicus, journalist en schrijver van romans en essays. Hij schrijft regelmatig over politiek en geschiedenis in De Groene Amsterdammer en het Historisch Nieuwsblad. Hartmans schreef onder meer de boeken Vaarwel dan! Essays over intellectuelen en hun illusies (2000), Lang leve de Linkse Kerk en andere essays over politieke hersenschimmen, misverstanden en illusies (2010), Niet gehinderd door schroomvalligheid (2011). Daarnaast schreef hij ook de boeken Alleen in de wind (2007), het turbulent levensverhaal van onbekende vrouw die tijdens de twintigste eeuw getuige was van tal van belangrijke gebeurtenissen en hierin vaak zelf ook een rol speelde en Vijandige broeders? (2012), een onderzoek naar de relatie tussen het vooroorlogse socialisme en de opkomst van fascisme en nationaal socialisme.
Rob Hartmans Guernica, Symbool tegen terreur 208 bladz. uitg. Omniboek EAN 9789401917582