De turbulente ontwikkeling van lyrisch-abstract schilder naar constructivistisch beeldhouwer, die André Volten (1925-2002) in de jaren 1950-1965, op zijn zoektocht naar het absolute beeld, doormaakte, wordt op de tentoonstelling en in dit boek, met 60 Illustraties, voor het eerst gedetailleerd in kaart gebracht.
Zelfs voor wie bekend was met het werk van Volten, kwam de ontdekking van 61 van zijn schilderijen, als een complete verrassing. Ze waren opgeslagen op de zolder van zijn atelierwoning in Amsterdam Noord en, op één enkel doek na, al meer dan 60 jaar niet meer getoond. Het poortgebouw (foto) van het voormalige Asterdorp (foto) aan de Asterdwarsweg 10, in Amsterdam-Noord, sedert 1927, bewoond door arme probleemgezinnen (ontoelaatbare gezinnen) uit de Jordaan, was nl. van 1952 tot zijn overlijden in 2002, de werkplaats van Volten. Sinds 2002 stond het gebouw leeg maar in 2016, werd het opgeknapt en als ‘Atelier Volten’ in gebruik genomen.
De eerste 15 jaar van André Voltens loopbaan als zelfstandig kunstenaar besloeg tegelijk de meest stormachtige periode in de geschiedenis van de moderne kunst in Nederland. Tussen 1950 en 1965, streden kunstenaars voor hun maatschappelijke positie, verenigden zich en vergaderden luidkeels, zetelden in aankoop- en opdrachtcommissies, schreven in tijdschriften en exposeerden in binnen- en buitenland.
Na een korte opleiding in Amsterdam aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, vertrok Volten in 1946, voor 4 jaar naar Brussel en werd er een abstract-expressionistische schilder. Na zijn terugkeer naar Amsterdam in 1950, werd hij mede door zijn activiteiten als lasser op de scheepswerf van de NDSM in Amsterdam-Noord, een non-figuratief beeldhouwer, die zich intensief bezighield met de rol en de integratie van kunst in de openbare ruimte. Volten werd dan ook lid van het Nederlands kunstenaarscollectief, Liga Nieuw Beelden (1955-1969). De groep bestond uit beeldend kunstenaars en een aantal architecten, o.a. Gerrit Rietveld en Aldo van Eyck.
Volten ontwierp constructivistische sculpturen in roestvast staal, maar gebruikte ook graniet en het roestkleurig cortenstaal. De criticus van NRC Handelsblad, Cees Doelman, noemde Volten in 1956, een ‘beeldhouwer-metaalbewerker’. Werken met het onartistiek, industrieel ijzer was nl. nieuw in het sculpturaal landschap, dat millennia lang was gebouwd op brons, hout en steen. Zo werd de jonge kunstenaar Volten voorgoed een ‘ijzerjongen’, een bijnaam die ook de Engelse beeldhouwer Anthony Caro (1924-2013) in diezelfde jaren kreeg van zijn verontruste, oudere collega, de Engelse beeldhouwster, Barbara Hepworth (1903-1975).
De beeldhouwer André Volten geniet sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw, volop bekendheid door de monumentale ijzerplastiek uit zijn ‘gevestigde’ periode. Daarom is het bijzonder en belangrijk dat de tentoonstelling, dan nog wel op zijn eigen grondgebied, en het boek, inzicht bieden in zijn vroege jaren, in het artistiek voorspel dat voorwaardelijk is geweest voor zijn internationaal gerespecteerd oeuvre. Niet te missen!
Concept van de tentoonstelling, Trude Hooykaas, curatoren, Jonneke Jobse, Karin van der Kooy en Trude Hooykaas. Het boek bevat teksten van Jonneke Jobse, Jan Teeuwisse, Tim Abeling, Trude Hooykaas, Stichting André Volten. Fotografie: Wim de Boer.
Tentoonstelling van 10 april t/m september 2022 in Atelier Volten, Amsterdam.
De jonge/The young André Volten The Splendour of youth and error Nederlands/Engelstalig 120 bladz. geïllustreerd uitg. Waanders ISBN 9789462623682