Tegelijkertijd met Arnold Schönberg (1874-1951), ontwikkelde de andere Weense maar jongere componist, Josef Matthias Hauer (1883-1959), een nieuwe methode om te componeren met de 12 noten van de chromatische toonladder. Nu heeft de veelzijdige pianist Steffen Schleiermacher, op zijn 5de cd, gewijd aan Hauer, zijn vroegste pianowerken opgenomen. Alweer een opwindend hoofdstuk van de 20ste -eeuwse muziekgeschiedenis.
Het werk van Josef Matthias Hauer wordt onderverdeeld in drie perioden, de vrije atonale periode van 1912 tot 1919 (op. 1 – op. 18), de vroege twaalftoonperiode van 1919 tot 1940 (op. 19 – op. 92), en de periode van het twaalftoonspel, van 1940 tot 1959. Vier van de hier opgenomen werken behoorden nog tot de vrije, atonale periode. De vijfde compositie op de cd, Hauers Musik-Film op. 51, behoorde reeds tot zijn vroege twaalftoonperiode.
Na een autodidactische opleiding, ontwierp Josef Matthias Hauer al in 1911, nog vóór Arnold Schönbergs dodecafonie, zijn nieuwe, behoorlijk complexe methode om te componeren met de 12 getemperde, halve tonen (“twaalftonensysteem”), “ein kosmisches Spiel mit den zwölf temperierten Halbtönenen”, en beschreef dit in verschillende theoretische geschriften. In 1918 publiceerde hij zijn eerste werk over muziektheorie, een toon-kleurtheorie, gebaseerd op Goethe’s “Zur Farbenlehre” uit 1810. In augustus 1919, publiceerde hij zijn “wet van de twaalf tonen”, die vereist dat alle 12 chromatische tonen, klinken voor ze worden herhaald. Dit formuleerde hij in 1920, “Vom Wesen des Musikalischen” (1920).
In zijn vroege geschriften “Vom Wesen des Musikalischen” en “Deutung des Melos” (1923), verwoordde hij de meer theoretische en esthetische aspecten van zijn denken, terwijl “Vom Melos zur Pauke” (1925) en “Zwölftontechnik, Die Lehre von den Tropen” (1926), gedetailleerde muzikale voorbeelden bevatten. Door deze theoretische geschriften was Hauer een van de grondleggers van de twaalftoontheorie. Stijlfiguren waren slechts een van de vele manieren waarop Hauer een systematische circulatie van alle twaalf tonen kon benaderen.
Hauer droeg zijn 9 Etudes op. 22 voor piano in 1922, op aan Schönberg, en in een brief van 1 december 1923, deed Schönberg, Hauer verschillende suggesties voor praktische samenwerking aan een leerboek over atonale compositie. Al snel werden ze verwikkeld in een dispuut over wie de 12-toons compositiemethode eigenlijk wel had uitgevonden. Volgens Hauer waren niet de individuele tonen belangrijk voor twaalftoonsmuziek, maar eerder permutaties van gegroepeerde noten (“Tropen”, “Wendungen“ of “Konstellationsgruppen”). Hauer bepleitte een directe, vaak athematische, cerebrale benadering van puur spirituele, bovenzinnelijke muziek, gecomponeerd volgens onpersoonlijke regels.
Atonaliteit ging volgens Schönberg (foto) over het bevrijden van romantische archetypen. Schönberg manipuleerde toonreeksen en sprak over compositie met twaalf tonen die alleen maar betrekking hadden op elkaar, “Komposition mit zwölf nur aufeinander bezogenen Tönen”. De atonale muziek van Hauer was gebaseerd op symmetrisch georganiseerde akkoorden. Hauer had in Wenen zijn eigen kring van studenten o.a. Friedrich Cerha (°1926) en René Clemencic (1928-2022), die gescheiden bleef van die van Schönberg, o.a. Alban Berg en Anton Webern.
De naam Schönberg werd vanuit zijn tijd in de verenigde Staten (1933-1951), meer bepaald vanuit Los Angeles, wereldberoemd, de naam van Hauer (foto), die nooit buiten Wenen woonde, raakte in de vergetelheid. Nochtans speelde Hauer sinds de jaren ’20, een rol in de Duits-Oostenrijkse literatuur, bv. in de roman “Sonnenmelodie” uit 1923, van Otto Stoessl (1875-1936), en als het personage Matthias Fischböck, in “Verdi, Roman der Oper” uit 1924, van Franz Werfel. Op latere leeftijd sprak Hauer over Thomas Mann en Theodor W. Adorno, met grote bitterheid, want hij voelde zich door beiden verkeerd begrepen. Adorno had alleen denigrerend over Hauer geschreven, hij noemde hem een “klokkenmaker”, en de componist, Adrian Leverkühn, was in de filosofische roman, “Doktor Faustus” uit 1947, van Thomas Mann, (enkel) gemodelleerd naar de jonge Schönberg. Leverkühns eerste compositie, Meeresrauschen“, was bv. gemodelleerd naar Schönbergs Strijksextet op. 4 “Verklärte Nacht” uit 1899. Hauers werk zou ook een rol spelen in de utopische Bildungsroman, “Das Glasperlenspiel. Versuch einer Lebensbeschreibung des Magister Ludi Josef Knecht samt Knechts hinterlassenen Schriften”, uit 1943, van Hermann Hesse.
Steffen Schleiermacher speelt de werken op de Steinway “Manfred Bürki”, uit 1901. Deze schitterende concertvleugel, eigendom van het label, MDG, (Musikproduktion Dabringhaus und Grimm) in Detmold, zorgt met zijn warme diepte en briljante, hoge tonen, voor een intense luisterervaring. Een fascinerende rehabilitatie van een componist, die ten onrechte bijna volledig vergeten is.
Tracklist:
Nomos Op. 1 (1912)
Sieben Kleine Klavierstucke Op. 3 (1913) (Rudolf Wondracek (1886–1942) gewidmet)
Fünf Klavierstucke Op. 15 (1919) (Wilhelm Fischer gewidmet)
Nachklangstudien Op. 16 (1919) (Anna Höllering (1895–1987) gewidmet)
Musik-Film Op. 51 – eine Folge von kleinen charakteristischen Stücken für Pianoforte (1927)
Na zijn pianostudie bij Gerhard Erber (°1934), een lid van de “Gruppe Neue Musik Hanns Eisler” in de toenmalige DDR, en compositie bij Siegfried Thiele en Friedrich Schenker, aan de Hochschule für Musik und Theater “Felix Mendelssohn Bartholdy” in Leipzig, bleef de Duitse componist, pianist en dirigent, Steffen Schleiermacher (1960), geboren in Halle, daar werken als muziektheorie- en gehoortraining-assistent. Hij studeerde directie bij Günter Blumhagen (1930-1996), en van 1985 tot 1986, was hij masterstudent aan de Akademie der Künste in Berlijn bij Friedrich Goldmann (1941-2009). Daarnaast leidde hij de “Gruppe Junge Musik” en volgde hij in 1989/1990, een masteropleiding piano aan de Hochschule für Musik Köln, bij Aloys Kontarsky (1931-2017).In 1988 richtte hij in Leipzig, o.a. samen met het Leipziger Streichquartett, het “Ensemble Avantgarde” op, dat zich toelegde op hedendaagse (klassieke) muziek. Zijn opnames bevatten de meeste werken van Satie, Philip Glass, Morton Feldman en Arnold Schönberg en voor Musikproduktion Dabringhaus und Grimm Md&G Records, heeft hij de complete pianomuziek van John Cage opgenomen. Steffen Schleiermacher speelt ook stukken van Aziatische componisten, zoals Toshio Hosokawa en Ichiyanagi (Japan) en Slamet Abdul Sjukur, Michael Asmara en Soe Tjen Marching (Indonesië).
Josef Matthias Hauer Early Piano Music Steffen Schleiermacher cd MDG6132220