Heerlijk frisse “Lumière”, door de hoboïste, Céline Moinet, op het label Berlin Classics. | Stretto – Magazine voor kunst, geschiedenis, filosofie, literatuur en muziek.

Aan Céline Moinet wordt vaak gevraagd waarom ze hoboïste werd. Geen koper, snaarinstrument of piano, het moest een houtblazersinstrument zijn. Nadat ze met blokfluit begon, schakelde ze op zevenjarige leeftijd over op de hobo, die haar vanaf het eerste moment, in de ban hield.

Van de hobo wordt gezegd dat het een van de meest complexe instrumenten is, niet alleen voor spelers, maar ook voor degenen die er muziek voor componeren. Als performer en professor heeft Céline Moinet de afgelopen jaren bijna elk stuk voor hobo bestudeerd. Ze beseft maar al te goed dat niet elke componist in staat was om het instrument in hun muziek correct te hanteren en te ensceneren op een manier die het echt recht doet. Enkelen onderscheidden zich weliswaar, en Céline Moinet heeft er zich al tot in detail aan gewijd in haar eerdere cd-projecten, J.S. en C.P.E. Bach, Schumann, Berio en Britten, om er maar een paar te noemen. Op haar vijfde cd “Lumière”, richtte Céline Moinet haar blik op haar thuisland Frankrijk, op de componisten wiens werk haar als jong meisje verliefd deden worden op de hobo, Saint-Saëns, Poulenc, Debussy en Ravel.

De uitvoerders zijn Céline Moinet (hobo, Engelse hoorn), Florian Uhlig (piano), en Sophie Dervaux (fagot). De Sonaten van Saint-Saëns, en de Sonate en het Trio van Poulenc, zijn in de oorspronkelijke bezetting, de schitterende arrangementen van de 3 andere werken, zijn van Christian Schmitt en Laurent Riou (Le Tombeau de Couperin van Ravel), Gilles Silvestrini (Rhapsodie van Debussy), en van haarzelf en Sophie Dervaux (Piano Trio van Debussy).

Geboren in 1984, in Rijsel/Lille, werd ze op amper 23-jarige leeftijd, als leerlinge van David Walter, solo hoboïste van de prestigieuze Staatskapelle in Dresden. Céline Moinet volgde haar opleiding aan het Nationaal Conservatorium voor Muziek en Dans in Parijs, waar ze in 2006 eerste prijzen voor hobo en kamermuziek won bij David Walter en Maurice Bourgue. Naast haar studie deed ze haar eerste orkestervaringen op in het Gustav Mahler Jeugdorkest, met name onder leiding van Claudio Abbado. Dit begin opende vele deuren, waardoor ze als gastsolist optrad met orkesten van zeer hoog niveau, zoals dat van de Frankfurter Opera, het NDR Symfonie Orkest (Hamburg), het Symfonie Orkest van de Radio Stuttgart of de Deutsches Symphonie-Orchestre Berlin. In 2006 werd ze aangeworven als hobo bij de Mannheim Opera , daarna als eerste hobo in een van de meest prestigieuze en oudste Duitse orkesten, het Dresden Staatskapelle Orkest onder leiding van Fabio Luisi en, sinds 2012, Christian Thielemann. Ze was ook gastsoliste van de Wiener Philharmoniker tijdens hun Aziatische en Australische tournee in het najaar van 2011.

Tracklist:

Poulenc: Sonata Oboe Sonata, Op. 185

Trio for piano, oboe and bassoon

Ravel: Le Tombeau de Couperin

Debussy: Rhapsody (arr. for english horn and piano)

Piano trio in D major (arr. for piano, oboe and bassoon)

Saint-Saëns: Sonata for oboe and piano in D major op. 166