In 2010 werd de originele muziek van Gottfried Huppertz voor de film “Metropolis” voor de nieuwe versie van de film in het “Haus des Rundfunks” in Berlijn, opnieuw opgenomen. Het orkest speelde de muziek synchroon met de film. Tijdens de postproductie werd de synchronisatie verder geperfectioneerd en geoptimaliseerd in functie van de beoogde interactie tussen de muziek en de film. Specifiek filmgerichte leegtes werden ingevuld, muzikale overgangen werden zorgvuldig geknipt en de opname werd gemixt door de dirigent Frank Strobel.
De Duitse sciencefictionfilm “Metropolis” van Fritz Lang uit 1927 met een scenario uit 1924 van Thea von Harbou, (toen nog de echtgenote van Fritz Lang), gaat over een gigantisch grote, utopisch-futuristische stad vol wolkenkrabbers en monorails. De film is onderverdeeld in drie akten, een “Auftakt”, een “Zwischenspiel” en “Furioso”. In het verhaal bestaat de stedelijke bevolking uit een jeugdige bovenlaag, de „Klub der Söhne“, die in grote luxe in torens wonen, en de genummerde “Arbeiterklasse”, die aan reusachtig grote machines werkt. Een zekere Maria komt op voor de rechten van de arbeiders, maar Joh Fredersen, de alleenheerser over de stad, laat haar opsluiten en vervangt haar door een robot, “das vollkommenste und gehorsamste Werkzeug, das je ein Mensch besaß”.
De robot speelt de arbeiders tegen elkaar uit en veroorzaakt in “Yoshiwara”, de rosse buurt van de stad, met zijn wilde, extatische dans, tumult en chaos. De naam “Yoshiwara” verwees naar een gelijkaardige maar reëel bestaande, heel bekende rosse buurt in Tokio. (Mascagni’s opera “Iris” op een libretto van Luigi Illica uit 1898, speelt zich overigens ook af in Yoshiwara). Wanneer de robot-Maria (“Maschinen-Maria”), die verantwoordelijk wordt gehouden voor de chaos, wordt verbrand, ontdekt men dat het geen echt mens was. Uiteindelijk verzoent Freder Fredersen, de zoon van de alleenheerser, die verliefd raakte op Maria, de jeugd en de arbeiders. Hij reikt de arbeider Grot, die de Herz-Machine bedient, de hand, waarna Maria haar spreuk „Mittler zwischen Hirn und Händen muss das Herz sein” voor de laatste keer uitspreekt.
Gottfried Huppertz (1887-19037) (foto) studeerde aan het conservatorium in Keulen en werkte tijdens de Eerste Wereldoorlog in Coburg, waar hij in 1910 debuteerde als zanger en acteur. In 1920 kwam hij naar Berlijn als operettezanger in het “Theater am Nollendorfplatz”. Hij droeg zijn eerste compositie, “Rankende Rosen” op.1, op aan de acteur Rudolf Klein-Rogge, die de tekst schreef, en die hem begin 1920 introduceerde bij de regisseur Fritz Lang en de actrice en schrijfster Thea von Harbou. In de films “Dr. Mabuse” en “Vier um die Frau” van Fritz Lang, kreeg Huppertz kleine rollen.
Voor Langs film “Die Nibelungen” (1924) componeerde Huppertz vervolgens zijn eerste filmmuziek. Terwijl zijn muziek werd gepubliceerd voor de film “Zur Chronik von Grieshuus” in 1925, werkte Huppertz al aan andere muziek voor Fritz Lang, o.a. voor de film “Metropolis” (1927), die zijn beroemdste filmmuziek zou worden. Naast filmmuziek componeerde Huppertz ook liederen (o.a. op gedichten van Richard Schaukal), theatermuziek en enkele instrumentale werken, en arrangeerde muziek van andere componisten, o.a. van Grieg en Moszkowski, voor salonorkest. Van zijn muziek werd enkel de themamuziek voor de eerste Karl May-geluidsfilm “Durch die Wüste” (1936) opgenomen in de Karl May-verzamel box met filmmuziek, “Wild West, Hot East”.
Huppertz liet zich inspireren door muziek van Wagner en Richard Strauss en combineerde een klassieke partituur met milde modernistische elementen om de enorme industriële stad van de film te portretteren. In de oorspronkelijke versie kwamen citaten van “La Marseillaise” en “Dies Irae” voor, waarvan de laatste paste bij apocalyptische beelden in de film. Huppertz’s muziek speelde een prominente rol tijdens de productie van de film; vaak speelde de componist piano op de set van Lang om de bewegingen van de acteurs te verduidelijken en te illustreren.
Het handschrift van de partituur van de filmmuziek voor “Metropolis” werd aangekocht door de voormalige Stiftung Deutsche Kinemathek, het huidig “Museum für Film und Fernsehen” in Berlijn. Omdat het drukken van bladmuziek in 1986 financieel niet haalbaar was, schreef Heller van het handgeschreven origineel, de orkestpartijen over. In oktober 1988 vond de eerste uitvoering van de originele muziek van Gottfried Huppertz voor groot orkest plaats in de Philharmonie van het Kulturzentrum “Gasteig” in München o.l.v. Berndt Heller (foto). Daarna voerde hij deze versie wereldwijd uit, onder meer als onderdeel van de viering van de Duitse eenheid als een programma van stedenbanden tussen Berlijn en Los Angeles.
Voor het eerst in ongeveer tien jaar na de voltooiing van de digitale filmversie, werd deze versie opgenomen voor de “Friedrich-Wilhelm-Murnau-Stiftung” in Wiesbaden, in synchronisatie met de film door het Saarland Radio Orkest o.l.v. Berndt Heller. Huppertz’ originele muziek voor “Metropolis” verscheen toen voor het eerst als een VHS, als dvd en als geluidsfilm in theatrale distributie, uitgegeven door het Goethe-instituut. Vervolgens werden de partijen uitgegeven door “Ries en Erler” in Berlijn, en de versie van Heller werd gedrukt als partituur. De muziekuitgever Ries & Erler werd in 1881 in Berlijn opgericht door de violist, componist, concertpromotor, koninklijk Saksisch hof musicus en uitgever Franz Ries, en de auteur, componist en uitgever Hermann Erler. Het hoogst professioneel kwaliteitsbedrijf bestaat nog steeds.
Berndt Heller, voormalig docent filmmuziek aan de Hochschule der Künste in Berlijn, kreeg van het Filmmuseum van de stad München, de opdracht om na 60 jaar, het handgeschreven materiaal van Huppertz te herwerken. Berndt Heller studeerde aan het Mozarteum Salzburg, de Hochschule der Künste in Berlijn en aan Yale University. Van 1975 tot 2002 was hij docent filmmuziek aan de HdK in Berlijn. In 1989 was Heller gastdocent aan het USC, Los Angeles, in samenwerking met het Schoenberg Institute en het Goethe Institute van Los Angeles. Naast talrijke producties en live filmconcerten met wereldpremières van nieuwe filmmuziek, gaat Hellers interesse uit naar de reconstructie van de originele muziek van de stille film. In 1983 ontving hij de Karl Hofer-prijs van de Hochschule der Künste in Berlijn voor zijn reconstructie van de muziek van Hanns Eisler voor de film “Regen” van Joris Ivens. In 2002 werd zijn productie van de originele muziek van “Metropolis” opgenomen in het UNESCO-werelderfgoed. De Münchense dirigent Frank Strobel (°1966) dirigeerde in februari 2012 de première van de gereconstrueerde partituur in het Revuetheater, “Friedrichstadtpalast” in Berlijn-Mitte (foto).
In aanvulling op de volledige partituur voor klein orkest, bestond een onvolledige partituur (de eerste 61 pagina’s ontbraken) voor groot orkest. Bovendien was er een complete maar korte partituur voor piano met schetsen voor de compositie en aanwijzingen voor de instrumentatie, enkele gedrukte orkestpartijen en een gedrukte piano-reductie voorzien van handgeschreven notities van de componist. Het onderzoek door Berndt Heller leverde de ontdekking op van het verloren deel van de grote orkestpartituur en het bewijs dat Gottfried Huppertz meer gedrukte pianoreducties had nagelaten. Er waren versies in Berlijn, Wenen en in Frankfurt.
Voor de platenmaatschappij “Vox” had Huppertz trouwens zelf in februari 1927, op twee 78 toeren platen, drie stukken uit de filmmuziek ingespeeld, de fantastische dans, de wals en de muzikale hoofdmotieven, “Metropolis”, “Moloch”, “Fredersen”, “Freder”, en de “Yoshiwara Foxtrot”. Deze opname bevatte ook een inleidende toespraak van Fritz Lang. Hellers versie volgde de nagelaten pianoreducties van Huppertz. De ordening en herwerking van de muziek voor de huidige filmversie werd dus door Heller gemaakt volgens de originele en authentieke documenten van Huppertz. Hiervoor herzag Heller zowel de volledige orkestrale bladmuziek voor groot orkest als deze voor klein orkest. De muziek werd ook geproduceerd in een salon orkestratie, die in augustus 2007 voor het eerst in de Verenigde Staten werd uitgevoerd door “The Bijou Orchestra” o.l.v. Leo Najar als onderdeel van een Duits expressionistisch filmfestival in Bay City in Michigan. Dit ensemble speelde die versie ook in augustus 2009 op het “Traverse City Film Festival” in Traverse City in Michigan. Een uitzonderlijke uitgave. Niet te missen!
Opgegroeid in het milieu van film in de bioscoop van zijn ouders, kwam Frank Strobel (foto) al op jonge leeftijd in contact met muziek. Hij ontwikkelde een nauwe relatie tot film dus ook tot de filmmuziek. Uiteindelijk werd hij musicus en later dirigent. Tot 1998 was hij chef-dirigent van het Babelsberg Film Orchester. Sinds 2000 leidt hij de Europese Film Filharmonie en is hij ook artistiek adviseur van het Stille film programma van ZDF/ARTE. In 2006 werd de film “Rosenkavalier” naar de muziek van Richard Strauss, gespeeld door de Staatskapelle Dresden o.l.v. Strobel.
Door zijn werk aan de originele muziek en door het componeren van nieuwe filmmuziek, konden wel 40 klassieke Stille films (“Stummfilms”) opnieuw vertoond worden, en werd de muziek onder zijn leiding in concertzalen en theaters gespeeld. De grote publieke belangstelling was mede te danken aan uitzendingen van de televisiezenders ZDF, Arte, SDR, SR en 3sat, in samenwerking met Deutschland Radio Berlin. Uitstekende kritieken verschenen in de media over zijn uitvoering met het RSB van de wereldpremière van de gereconstrueerde versie van “Metropolis” op 12 februari 2012 in het Berlijns Friedrichstadtpalast (foto). Daar voerde hij in 2016 ook de digitaal gerestaureerde versie van de filmmuziek van Cornelius Schwehr voor de film “Der müde Tod” van Fritz Lang, uit.
Gottfried Huppertz Metropolis (Complete) soundtrack Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin Frank Strobel 2 cd Pan Classics PC 10365