In zijn langverwacht, nieuw boek verdiept Henry Kissinger zich in de strategieën en leiderschapsstijlen van zes invloedrijke wereldleiders uit de moderne geschiedenis, Charles de Gaulle, Konrad Adenauer, Margaret Thatcher, Richard Nixon, Lee Kuan Yew en Anwar Sadat.
In een tijdperk waarin wereldwijd instituties en dynastieën omvielen, creëerden zij nl. een nieuwe wereldorde. Daarbij analyseert hij zowel de successen als de controverses en kijkt hij naar de context van hun regeerperiodes – van hun opkomst tot hun belangrijkste beslissingen op het wereldtoneel. Op basis van diepgaand historisch onderzoek en zijn eigen jarenlange ervaring in de internationale politiek schetst Kissinger een indringend beeld van zes geopolitieke leiders en hun strategieën in tijden van oorlog én van vrede.
Henry Kissinger, diplomaat en staatsman, brengt in zijn boek een theorie van leiderschap en diplomatie tot leven. “Leiders”, zo schrijft hij, “denken en handelen op het snijpunt van twee assen: de eerste, tussen het verleden en de toekomst; de tweede, tussen de blijvende waarden en aspiraties van degenen die zij leiden. Ze moeten een evenwicht vinden tussen wat ze weten, dat noodzakelijkerwijs uit het verleden is ontleend, en wat ze intuïtief aanvoelen over de toekomst, wat inherent gissingen en onzekerheden is. Het is deze intuïtieve greep op richting die leiders in staat stelt doelen te stellen en een strategie uit te stippelen”.
In “Leiderschap”, analyseert Kissinger de levens van zes buitengewone leiders aan de hand van de onderscheidende strategieën van staatsmanschap. Na de Tweede Wereldoorlog bracht Konrad Adenauer het verslagen en moreel failliete Duitsland terug in de gemeenschap van naties door wat Kissinger ‘de strategie van nederigheid’ noemt. Charles de Gaulle zette Frankrijk naast de zegevierende geallieerden en hernieuwde zijn historische grootsheid door ‘de strategie van de wil’. Tijdens de Koude Oorlog gaf Richard Nixon de Verenigde Staten geostrategisch voordeel door ‘de strategie van evenwicht’. Na vijfentwintig jaar conflict bracht Anwar Sadat een visie van vrede naar het Midden-Oosten door een ‘strategie van transcendentie’. Tegen de verwachtingen in creëerde Lee Kuan Yew een krachtige stadstaat, Singapore, door ‘de strategie van uitmuntendheid’. En hoewel Groot-Brittannië bekend stond als ‘de zieke man van Europa’ toen Margaret Thatcher aan de macht kwam, vernieuwde ze het moreel en de internationale positie van haar land door ‘de strategie van overtuiging’.
Bij elk van deze onderzoeken brengt Kissinger historische perceptie, publieke ervaring en, omdat hij elk van deze onderwerpen kende en deelnam aan veel van de gebeurtenissen die hij beschrijft, persoonlijke kennis. Leiderschap wordt verrijkt met inzichten en oordelen die alleen Kissinger kon maken en besluit met zijn reflecties over de wereldorde en de onmisbaarheid van leiderschap vandaag. “Leadership Six studies in world strategy By Henry Kissinger” werd vertaald door Jan van den Berg, Ed van Eeden, Rob de Ridder en Desi Spinhoven.
Henry Kissinger (°1923) is politicoloog en diplomaat en diende als nationaal veiligheidsadviseur en vervolgens minister van Buitenlandse Zaken onder de Amerikaanse presidenten Richard Nixon en Gerald Ford. In 1973 ontving hij de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn rol in de beëindiging van de Vietnamoorlog. Hij schreef verscheidene boeken over buitenlandbeleid en diplomatiek, waaronder Over China en Wereldorde.
Henry Kissinger Leiderschap Zes strategieën van wereldleiders uit de twintigste eeuw 576 bladz. uitg. spectrum ISBN 9789000379460