De naam Marie Curie is wereldberoemd. Veel minder bekend maar even uitzonderlijk zijn de namen Irène en Ève Curie, haar twee dochters. In “Marie Curie en haar dochters”, brengt Claudine Monteil de 3 briljante vrouwen op een indringende wijze tot leven.De Pools-Franse scheikundige en natuurkundige, Maria Salomea (Marie) Skłodowska-Curie (1867-1934) (foto) was een pionier op het gebied van de radioactiviteit. Ze ontving twee Nobelprijzen voor natuurkunde én voor scheikunde, en ontdekte de elementen polonium en radium. Marie Curie zorgde in Polen, voor haar zieke moeder, reisde als jonge vrouw naar Parijs, waar ze werd toegelaten tot de universiteit en een revolutie veroorzaakte in de geneeskunde en het onderzoek naar radioactiviteit. Door verscheidene jaren van onophoudelijk werk isoleerde zij uit een aantal ton erts uiteindelijk de twee nieuwe scheikundige elementen. Het eerste element werd polonium genoemd naar Marie’s geboorteland en het tweede radium, vanwege de intense radioactiviteit van het element.
In Parijs kwam ze in contact met de natuurkundige, Pierre Curie (1859-1906) (foto), die aan de École de Physique et Chimie, onderzoek deed naar magnetisme. Ze trouwden op 26 juli 1895. Als huwelijksreis maakten ze een fietstocht door Bretagne. Na de ontdekking van de uraniumstralen (rayons uraniques) door Antoine Henri Becquerel (1852-1908) (foto), werkte Pierre Curie, vanaf 1897, samen met zijn vrouw, aan het onderzoek naar radioactiviteit.
Het echtpaar ontving in 1903, de Davy-medaille, uitgereikt door de Royal Society, en in 1904, de Matteucci Medal, van de Italiaanse Maatschappij der Wetenschappen. Speciaal voor het werk van Marie Curie werd daarenboven, in 1914, door bemiddeling van comtesse Greffulhe, het Institut du Radium (foto) in Parijs ingericht.
In haar tweede vaderland Frankrijk, werd Maria Skłodowska, bekend als “Madame Curie”, wat ook de titel was van haar biografie, geschreven door haar dochter, Ève (1904-2007) (foto). Ève werd schrijfster en journaliste, en als leerlinge van Paderewski, een succesvolle pianiste werd, en haar sporen verdiende in de literatuur en de diplomatie. De (eerste) biografie die ze schreef van haar moeder, werd nl. een bestseller, die in 1943, werd verfilmd door MGM (foto).
Ève verzamelde documenten, bladerde door honderden brieven die haar moeder had achtergelaten, en ging in 1935, naar Polen om meer te weten te komen over de kindertijd van haar moeder. Haar vader heeft ze nooit gekend. Pierre Curie, hoogleraar aan de faculteit natuurwetenschappen aan de Sorbonne, struikelde nl. op 19 april 1906, net voor zijn 47ste verjaardag, bij het oversteken van de Rue Dauphine in Parijs, en werd overreden door een rijtuig. Hij was op slag dood. Ève was toen nog geen twee jaar.
Ève was daarenboven in de jaren ’40, een belangrijke diplomaat toen ze lobbyde om de Verenigde Staten te betrekken in de Tweede Wereldoorlog. Ze was bevriend met Franklin en Eleanor Roosevelt en onderhield contacten met o.a. Gandhi en Churchill. Na de oorlog bekleedde ze hoge posities in de NAVO. Haar man, de Amerikaanse diplomaat, Henry Labouisse Jr. (1904-1987) (foto), de ambassadeur van de Verenigde Staten in Griekenland en de directeur van USAID (United States Agency for International Development) en van UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East), ontving in 1965, als directeur van UNICEF, de Nobelprijs voor de Vrede.
Op 13 juli 2005 werd Ève, als 100-jarige, door de Franse overheid vanwege haar werk op humanitair gebied, onderscheiden met een Légion d’Honneur. In 2007 overleed ze op 102-jarige leeftijd. In 2016, verscheen het boek, “Ève Curie, l’autre fille de Pierre et Marie Curie” (éditions Odile Jacob, Paris) (foto), van Claudine Monteil.
Irène (1897-1956) trad in de voetsporen van haar moeder. Vanaf haar zeventiende verrichtte ze heldendaden tijdens de Eerste Wereldoorlog, door gewonde soldaten te redden met de nieuwste medische technieken. In ambulances die omgebouwd waren tot mobiele radiotherapeutische wagens, werden nl. gewonde soldaten behandeld. Na de oorlog werkte ze als haar moeders assistente op het Radiuminstituut en in 1925, voltooide ze haar promotie met een proefschrift over de emissie van alfastralen uit polonium, het element dat haar ouders hadden ontdekt. Ook Irène kreeg de Nobelprijs voor scheikunde. De familie Curie won trouwens in totaal vijf Nobelprijzen.
In 1926, trad Irène in het huwelijk met de scheikundige, Frédéric Joliot (1900-1958) (foto’s), die assistent was in het laboratorium van haar moeder. Elf maanden later werd hun dochter, Hélène geboren, die eveneens een bekende natuurkundige werd. De kernfysica, Hélène Langevin-Joliot (°1927) (foto), trouwde met de Franse fysicus, Michel Langevin (1926-1985), een kleinzoon van de Franse natuurkundige, Paul Langevin (1872-1946) (foto), die bekend werd vanwege zijn theorieën over magnetisme en samen met Maurice de Broglie, in 1911, medeorganisator was van de Solvay-conferenties in Brussel. Na het overlijden van Pierre Curie, had de gehuwde Paul Langevin, een verhouding met Marie Curie. Deze werd in het artikel “Une histoire d’amour: madame Curie et le professeur Langevin”, openbaar gemaakt in de krant “Le Journal”! Einstein noemde Paul, “de enige man in Frankrijk die zijn theorie begreep”.
Zowel André Langevin (1901-1977), de vader van Michel, als grootvader Paul, waren gewezen leerlingen van de befaamde “École supérieure de physique et de chimie industrielles de la ville de Paris”. In 1936, toen vrouwen in Frankrijk nog niet eens actief stemrecht hadden, werd Irène het eerste vrouwelijk lid van de Franse regering. Net als haar moeder, overleed ze aan de gevolgen van leukemie, veroorzaakt door haar levenslang werk met radioactieve elementen. Naar de achterkleinzoon, de astrofysicus en planetoloog, Yves Langevin (°1951), (de zoon van Hélène Langevin-Joliot), de gewezen directeur van het “Institut d’astrophysique spatiale d’Orsay (IAS) de l’université Paris-Saclay”, werd de planetoïde, 5290, ”Langevin” genoemd. “Marie Curie et ses filles” werd vertaald door Jacqueline Wormers en Mieke Maassen. Niet te missen!
Geboren in 1949 in een academische en wetenschappelijke familie, werd Claudine Monteil in haar strijd voor vrouwenrechten, geïnspireerd door het voorbeeld van haar moeder, de chemicus Josiane Serre, voormalig directeur van de École normale supérieure de jeunes filles (ex-Sèvres). Het heeft jonge vrouwen geholpen toegang te krijgen tot verantwoordelijke functies die voorheen enkel voorbehouden waren aan mannen. De vader van Claudine Monteil is de wiskundige, Jean-Pierre Serre. Actief in de studentenbewegingen van de jaren 1968-1970, samen met Jean-Paul Sartre die ze goed kende, trad ze in 1970, op 20-jarige leeftijd, toe tot de Mouvement de libération des femmes (MLF). Ze raakte bevriend met Simone de Beauvoir , die haar voorstelde aan haar zus, de schilderes Hélène de Beauvoir (1910-2001), met wie ze eveneens een hechte band zou hebben.
Claudine Monteil schreef overigens reeds verschillende boeken over Sartre en de zussen Beauvoir. Ze schreef eerst onder haar geboortenaam, Claudine Serre, maar nam in 1995, gezien haar diplomatieke carrière, het pseudoniem “Claudine Monteil” aan. Naast haar literaire activiteiten is Claudine Monteil nl. ook een voormalige Franse diplomaat. Ze bekleedde tot eind 2014, verschillende functies binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken en Internationale Ontwikkeling, met name in verband met de gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties die zich bezighouden met economische kwesties, vrouwen- en kinderrechten (o.a. UNICEF en UNFPA (Fonds des Nations unies pour la population)) en cultuur (Unesco). Claudine Monteil is ook Chevalier de la légion d’honneur.
Claudine Monteil Marie Curie en haar dochters 302 bladz. uitg. Querido Facto ISBN 97890214626