In de schitterende reeks, “British Light Music”, van het label Naxos, verscheen als vol. 10, de opname van orkestmuziek van Edward German (1862-1936), een Engelse componist die in 1883, jawel, Bolero! componeerde… Een overheerlijke ontdekking!
Edward German (uitgesproken als Edward Karmon), was voornamelijk bekend van gelegenheidsmuziek en als opvolger van Arthur Sullivan, als componist van komische opera’s. Hij werd geboren als Edward German Jones in een Welsh gezin. Zijn vader John David Jones, was drankhandelaar, kerkorganist en plaatselijk predikant en zijn moeder Betsey (Elizabeth) Cox, gaf Bijbelles op een meisjesschool. Edward kreeg piano- en orgellessen van zijn vader en op zijn zesde richtte hij al zijn eigen ensemble op. Hij leerde zichzelf viool spelen, componeren en arrangeren, en zong in het kerkkoor. In 1880, mocht hij als privé leerling van Walter Hay, koordirigent in Whitchurch, toetreden tot de Royal Academy of Music. Hij studeerde daar viool en orgel, en compositie bij Ebenezer Prout. Tijdens concerten op de Academy werden al werken van hem uitgevoerd. Nog tijdens zijn studie gaf hij al les aan de Wimbledon School en speelde viool in theaterorkesten, waaronder het Savoy Theatre. In 1886 en 1889, reisde hij naar Duitsland, waar hij onder meer in Bayreuth onder de indruk raakte van het genre opera. Hij verloofde zich met Ethel Mary Boyce (1863-1936) uit Chertsey, die ook student compositie was aan de Academie. Die verloving hield echter geen stand.
Als zijn studie in 1888 werd afgerond, bleef German lesgeven en werd op voorspraak van dirigent Alberto Randegger aangesteld als muzikaal leider van het Globe Theatre. Daar componeerde hij toneelmuziek. Als eerste kwam van zijn hand muziek bij Richard III (1889). In 1892, werd dat gevolgd door muziek voor Henry VIII voor het Lyceum Theatre in Londen. De muziek bevatte traditionele Engelse dansmuziek. Zijn populariteit steeg en hij kreeg opdrachten voor muziek voor The Tempter (1893), Romeo en Julia (1895), As You like it (1896), Much Ado About Nothing (1898) en Nell Gwyn (1900). Gedurende die periode componeerde hij ook concertwerken, ze bevatten soms bewerkingen van zijn theatermuziek. Zijn Gypsy Suite werd net zo populair als zijn muziek van Richard III. Zijn muziek werd geschreven in een stijl, die leek op de muziek uit de Tudor-periode. In aanvulling daarop verschenen nog liederen en pianostukken. Werken voor orkest waren o.a. zijn tweede symfonie uit 1893, de symfonische suite ‘Leeds’ (1895), een symfonisch gedicht getiteld Hamlet voor Birmingham (1897) en The Seasons voor Norwich (1899).
In die tijd vond zij overstap naar de komische opera plaats. Zijn succesverhaal vervolgde in 1907, met zijn opera “Tom Jones” voor het Apollo Theatre. De opera beleefde talloze uitvoeringen, waaronder in New York, alwaar German het werk zelf dirigeerde. In 1911 volgde nog de Kroningsmars voor de kroning van George V van Engeland. Voor deze “Coronation march and hymn”, keerde hij terug naar zijn muziek voor het toneelstuk Henry VIII van William Shakespeare en Jon Fletcher, dat in 1894 op de planken werd gebracht door Henry Irving. Hij sloot er de hymne Veni Creator Spiritus bij. Het werk was bedoeld om de kroning tot koning George V van het Verenigd Koninkrijk en Mary te begeleiden. De kroningsmuziek werd tijdens de Delhi Durbar in 1911, hergebruikt voor de ceremonie, die de benoeming van George V tot keizer van India begeleidde, en de muziek werd opnieuw gebruikt tijdens de kroning van Georges opvolger George VI in 1937, toen Queen Mary (Mary van Teck) haar intrede deed.
Een oogziekte zorgde ervoor dat German het dirigeren moest laten vanwege een blind rechteroog (1928). Hij nam nog wel eigen werk op, waaronder zijn groot succes, “Merrie England”. In 1928, werd hij geridderd. Bij het gala waren beroemdheden aanwezig zoals Edward Elgar en Alexander Mackenzie. German ontving in 1934, een hoge onderscheiding van de Royal Philharmonic Society en werd leider van een stichting, die stond voor betere auteursrechten voor componisten. Tot zijn teleurstelling zag hij echter zijn populariteit dalen, maar “Merrie England” en “Tom Jones” werden en worden nog steeds opgevoerd.
De Engelse dirigent Adrian Leaper (°1953) studeerde hoorn en directie aan de Royal Academy of Music en was acht jaar hoornist van het Philharmonia Orchestra. Hij was van 1994 tot 2001, chef-dirigent van het Orquesta Filarmónica de Gran Canaria en werd in 2010, dirigent van het RTVE Symphony Orchestra in Madrid. Hij heeft veel opnamen gemaakt voor het label Naxos Records en dirigeerde de 4 grote Londense orkesten, de Moskouse, Weense en Praagse symfonieorkesten, naast vele andere radio-, filharmonische en symfonieorkesten over de hele wereld.
Edward German, Merrie England Suite Nell Gwynn Romeo and Juliet Slovak