In haar autobiografie uit 1974, vertelt de activiste Angela Davis, een van de boegbeelden van zwart feminisme, niet alleen haar eigen verhaal, maar ook dat van een veranderende wereld. Ze heeft het over klasse en identiteit, marxisme, Cuba, feminisme en politiegeweld, maar ook over de noodzaak om te sensibiliseren, te organiseren en te mobiliseren, kortom over het veranderen en het misschien wel verbeteren van de wereld. Zeker lezen!
Angela Davis groeide op in ‘Dynamite Hill’, een wijk in Birmingham in de Amerikaanse staat Alabama, bekend van de Ku Klux Klan en het epicentrum van de burgerrechtenbeweging. Ze studeerde in Parijs, Frankfurt, Berlijn en Californië, kwam in contact met Marcuse en werd actief in de burgerrechtenbeweging. Ze sloot zich aan bij de Black Panther Party en frequenteerde de Che-Lumumba Club, een tak van de Communistische Partij van Amerika. De Black Panther Party, een radicale, socialistische organisatie, die zich inzette voor de empowerment van Afro-Amerikanen, was een bron van angst voor veel Amerikanen. FBI-directeur J. Edgar Hoover, noemde de Black Panther Party ‘de grootste bedreiging voor de binnenlandse veiligheid van het land’…
Begin jaren 80 doceerde Angela Davis aan de San Francisco State University en van 1991 tot 2008, was ze professor aan de Universiteit van Californië – Santa Cruz en Rutgers University. In Santa Cruz was ze een tijdlang, directeur van het departement Feminist Studies. Eén van haar specialismen was penitentiaire hervorming. In 2016, kreeg ze een eredoctoraat van het California Institute of Integral Studies. Op aansturen van Ronald Reagan, werd ze twee keer ontslagen als universitair docent en belandde op de Most Wanted-lijst van de FBI. Ronald Reagan was als lid van de Republikeinse Partij, van 1967 tot 1975, gouverneur van Californië, voor hij als opvolger van de Democraat, Jimmy Carter, van 1981 tot 1989, de 40ste president van de Verenigde Staten werd. Davis zat achttien maanden in de gevangenis, groeide uit tot wereldwijd icoon, en was in 1980 en 1984, als running mate van Gus Hall, de General Secretary of the Communist Party USA (CPUSA), zelfs kandidaat voor het vicepresidentschap van de Verenigde Staten namens de Communistische Partij van de Verenigde Staten!
Angela Davis is al meer dan 50 jaar een politieke activiste aan het front van de Black Liberation-, feministische, queer- en gevangenis afschaffingsbewegingen. Voor het eerst gepubliceerd en bewerkt door Toni Morrison in 1974, is haar “An Autobiography”, een krachtig en indrukwekkend verslag van haar vroege jaren in de strijd. Davis beschrijft de reis van haar kindertijd op Dynamite Hill in Birmingham, Alabama, naar een van de belangrijkste politieke processen van de eeuw, van haar politieke activiteit op een middelbare school in New York tot haar werk bij de Amerikaanse Communistische Partij, de Black Panther Party, en de gebroeders Soledad, en van de faculteit van de Filosofie-afdeling aan de UCLA tot de FBI-lijst van de tien meest gezochte voortvluchtigen.
Ze heeft vijf decennia als intellectueel, campagne gevoerd voor raciale rechtvaardigheid, maar de oorzaken die ze heeft nagestreefd, hervorming van de gevangenissen, de financiering van de politie, herstructurering van het borgtochtsysteem, werden tot voor kort als te radicaal beschouwd voor het regulier politiek denken. Haar autobiografie, verteld met warmte, genialiteit, humor en overtuiging, is een verslag van een leven dat worstelde met echo’s in onze eigen tijd. Uit het Engels vertaald door Jan Reyniers.
Angela Davis (°1944) is auteur, activist en professor. Ze schreef artikelen, essays en boeken en doceerde aan universiteiten in de Verenigde Staten, Europa, Afrika, de Caraïben en de voormalige Sovjet-Unie.
Angela Davis Een autobiografie 418 bladz. uitg. epo 9789462673465